Rudyard
Kipling werd geboren in Bombay (nu: Mumbai), India, in 1865. Als
kleine jongen werd hij met zijn zus teruggestuurd naar Engeland.
Eerst kwam hij daar terecht bij een pleeggezin waar hij erg
ongelukkig was. Daarna bracht hij een prettiger tijd door op
kostschool. In 1882 ging Kipling terug naar India, waar hij zijn
carrière als journalist begon. Hij schreef gedichten en korte
verhalen voor The Civil and Military Gazette. Al snel had hij
in heel India een goede reputatie en verschillende korte verhalen
werden in boekvorm gepubliceerd. In 1889 ging Kipling weer naar
Engeland, waar hij binnen korte tijd behoorde tot de trendy literaire
kringen. Zijn eerste pogingen een roman te schrijven waren geen groot
succes, maar daar kwam radicaal verandering in door de publicatie van
Kiplings Jungle Book in 1894. Zijn reputatie als meer dan
begaafd schrijver en dichter was gevestigd en in het begin van de
twintigste eeuw schreef hij de roman Kim en de verhalenbundel
Just So Stories, die een groot succes werden. Hij kreeg in
1907 als eerste Engelse schrijver de Nobelprijs voor Literatuur.
Kipling bleef de rest van zijn leven gedichten en korte verhalen
schrijven, die in toenemende mate beïnvloed werden door de
rampzalige gebeurtenissen, zoals het uiteenvallen van het Britse
koloniale rijk en de Eerste Wereldoorlog, waarin zijn enige zoon
sneuvelde. Tegen het eind van zijn leven begon zijn reputatie af te
nemen. Kipling stierf in 1936.
Vele
jaren later leefde de belangstelling voor Kipling weer op en hele
nieuwe generaties gaven blijk van hun waardering voor de
verscheidenheid en de grote verbeeldingskracht van de werken van deze
uiterst productieve schrijver.