Hij is de zoon van voormalig staatssecretaris Klaas de Jong Ozn. Zijn jeugd bracht hij onder meer door in Dokkum en Goes, verhuizingen die hem het gehele land deden doorkruisen en een gevoel van vervreemding achterlieten. Hij studeerdekunstgeschiedenis in Amsterdam.
Hij debuteerde in 1975 met "De onbeweeglijke" in het Hollands Maandblad. In 1977 verscheen De hemelvaart van Massimo, een verzameling korte verhalen waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs kreeg. Destijds zat hij al in de redactie van De Revisor, een stroming waar hij lang deel van uitmaakte. In 1979 volgde zijn doorbraak met Opwaaiende zomerjurken, een roman die positief ontvangen werd door de pers en door lezers en die met de Ferdinand Bordewijk Prijs beloond werd. Daarna volgden er zes jaren waarin De Jong geen boeken publiceerde, tot 1985 waarin Cirkel in het Gras uitkwam. Dit boek was in vergelijking met de bildungsroman Opwaaiende zomerjurken van een heel ander slag, veeleer een ideeënroman. Dit boek werd ook goed ontvangen.
Hierna volgde er een stillere periode rond De Jong. De periode tussen 1985 en 1995 werd door De Jong in interviews een ‘donkere tijd’ genoemd. Wel gaf hij in deze periode gastcolleges aan de universiteit van onder andere Amsterdam (1986) en Leiden (1993) en later ook nog in Berlijn (2000). Hij gaf les in het prozaschrijven (onder meer aan de nog niet gedebuteerde Joost Zwagerman en Marcel Möring). Daarnaast begon hij aan het schrijven van zijn dagboek en deed vrijwilligerswerk. In 1993 verscheen een kleine bundel van hem:De inktvis. Door het merendeel van de critici werden deze novellen afgewezen. In een essay met de titel Niet-handelen, niet-weten deed De Jong een poging zijn verhalen te verklaren. Dit essay werd opgenomen in het met essays en reisverhalen gevulde boek dat tussen 1995 en 1997 geschreven werd: Een man die in de toekomst springt. In 1998 won dit boek de Busken Huetprijs.
Er verscheen weer een grotere roman van De Jong in 2002, namelijk Hokwerda's kind, een boek dat hem weer in de belangstelling bracht. Dit werk is in 2006 op het toneel gebracht in een bewerking van Productiehuis Brabant in een regie van Madeleine Jutten-Matzer met Wendell Jaspers in de hoofdrol.[1]
Hokwerda's kind werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs en de Gouden Uil.
In 2012 verscheen de verhalenbundel Brief aan een jonge Atlas. Deze bundel bevat autografische verhalen die De Jong aan het begin van zijn schrijverschap schreef.
In oktober 2012 verscheen zijn nieuwe, grote roman: Pier en oceaan. Oek de Jong werkte ruim acht jaar aan deze roman en noemt het zelf zijn magnum opus.
bron: Wikipedia