Kristien Hemmerechts (officieel wordt haar voornaam gespeld als Christien) is de dochter van Karel Hemmerechts (1925-2007), die journalist en jarenlang directeur informatie bij de VRT was. Ze studeerde Germaanse filologie aan de Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius (de tegenwoordige Katholieke Universiteit Brussel) en aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 1986 promoveerde zij op het proefschrift A Plausible Story and a Plausible Way of Telling It: A structuralist analysis of Jean Rhys's novels.
Zij debuteerde in 1986 als schrijfster van fictie met drie Engelstalige verhalen in de bundel First fictions, Introduction 9. Haar eerste novelle was Een zuil van zout uit 1987, waarvoor zij meteen de Prijs van de provincie Brabant ontving. In 1990 kreeg zij de Vlaamse driejaarlijkse Staatsprijs voor proza. Vanuit Nederland volgden in 1993 een nominatie voor de AKO Literatuurprijs voor Kerst en andere liefdesverhalen en de eerste Frans Kellendonkprijs voor haar gehele oeuvre. In 1998 verscheen Taal zonder mij, een autobiografisch essay over Hemmerechts' in 1997 overleden echtgenoot, de bekende Vlaamse dichter Herman de Coninck. In 2007 werd zij genomineerd voor de Anna Bijnsprijs voor De waar gebeurde geschiedenis van Victor en Clara Rooze.
Hemmerechts schrijft romans, verhalen, reisverhalen en essays. Ook heeft zij een aantal scenario's voor korte films geschreven. Constante in haar fictiewerk is het thema van het menselijk onvermogen: door verlies en gebrekkige communicatie zijn haar personages vaak niet in staat greep op hun leven te krijgen en blijvende, bevredigende relaties aan te gaan. Ze blijven vaak met hun hoofd in het verleden hangen en worden geteisterd door gevoelens van vervreemding, eenzaamheid en schuld. Hoewel die vervreemding hier ook geldt, biedt seks vaak wel een vlucht uit die dagelijkse werkelijkheid (in De kinderen van Arthur wordt seks 'de pijnstiller van het leven' genoemd). Hemmerechts maakt in haar boeken vrij veel plaats voor de beleving van de (vrouwelijke) seksualiteit, waardoor zij er vroeger nog wel eens van beschuldigd werd bewust te willen provoceren.
Haar stijl en techniek kenmerken zich door een tamelijk afstandelijke registratie van gebeurtenissen en gedachtes; rechtstreeks ingrijpen in een verhaalgebeurtenis doet zij nauwelijks. Zij toont – zonder te moraliseren – personages en gebeurtenissen die vastlopen. Vaak vertrekken haar romans vanuit een eenvoudig en herkenbaar gegeven (een sterfgeval, een scheiding), waar vervolgens verschillende verhaallijnen en personages omheen opgezet worden die een complex netwerk opleveren, dat niet alleen voor de personages maar soms ook voor de lezer verlammend werkt.
In 2005 eindigde ze op nr. 538 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg, buiten de officiële nominatielijst.
Hemmerechts trouwde op 25 augustus 2007 te Berchem met de tien jaar jongere West-Vlaamse Bart Castelein, met wie ze sinds 1999 een liefdesrelatie had. Als "Casteleintje" komt hij veelvuldig voor in Een jaar als (g)een ander en V, notities bij een reis naar Vietnam.
Momenteel is Hemmerechts hoofddocente Engelse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Brussel en docente creatief schrijven aan het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen.
Planetoïde (12354) Hemmerechts is naar haar genoemd.
In 2008 stelde ze het negentiende Groot Dictee der Nederlandse Taal op, met als titel Hartenpijn. Hiermee was ze ook de eerste Vlaming die het dictee opstelde.
Hemmerechts begon te publiceren bij De Arbeiderspers, en stapte daarna met haar vaste redacteur over naar uitgeverij Atlas. In 2009 stapte ze over naar De Geus.
Bron: Wikipedia