Koen Peeters (Turnhout, 9 maart 1959) is een Belgisch schrijver. Peeters studeerde communicatiewetenschappen en antropologie en woont in Leuven. De auteur noemt zichzelf "een overtuigd Belg". Hij is geïntrigeerd door Rwanda en Belgisch-Congo, Expo 58, hetkoningshuis, filatelie, kunst en kitsch, en verzamelt alles daarover. Middelmaat, de bizarre esthetiek van België en van Brussel in het bijzonder, iconen als koning Boudewijn en het Atomium inspireren hem al sinds Conversaties met K., zijn onopvallende debuut in 1988. Deze roman omvat een losse collectie Belgische anekdotes en een reeks ontmoetingen van Peeters' hoofdpersonage Robert Marchand en de "hooggeplaatste K.". Ze bezoeken typisch Belgische sites als de Zoo van Antwerpen en het Atomium. Robert Marchand keert nog in andere gedaanten in Peeters' volgende romans terug.
Koen Peeters is in de eerste plaats een verzamelaar. Symptomatisch voor zijn hele oeuvre is zijn tweede boek Bezoek onze kelders, waarin hij een rondleiding door de verzamelingen in "zijn" kelders gaf. In 1991 levert het werk hem een nominatie op voor de NCR Literatuurprijs. In 1994 krijg hij dan effectief deze prijs (AT&T literair) voor De postbode (1993), de roman waarmee Peeters pas echt doorbreekt. Zijn verteltoon is zakelijk-ironisch, hoewel er in zijn boeken ook plaats is voor weemoed en nostalgie.
Het is niet ernstig, mon amour (1995, Prijs Provincie Vlaams-Brabant) verschijnt in 1996. De roman handelt over een viertal vrienden à la Titaantjes, over volwassen worden en het veroveren van de wereld.Mon amour is een zelfportret, een "portret van de kunstenaar als vier jongemannen" - aardige jongens, want Peeters is Nescio-liefhebber - die razende pogingen doen om in het voetspoor van René Magritteen Marcel Broodthaers te treden.
Een jaar later, in 1997, schrijft Peeters samen met Kamiel Vanhole (auteur van onder meer de roman Overstekend Wild), de novelle Bellevue, Schoonzicht, of De kunst van het wandelen. Het is een verslag van een wandeling door industrieel Brussel, een oefening in anarchisme en burgerlijkheid. Of zoals Peeters zelf zegt: "Die wandeling is eigenlijk een reconstructie van wat België is en wat het is geweest."
In Acacialaan (2001) gaat hij op zoek naar de straten waar Louis Paul Boon ooit woonde. Acacialaan is opgedragen aan de inmiddels overleden vader van de schrijver. Het werk wordt genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en de Gouden Uil. In zijn werk Mijnheer sjamaan (2004) rekent hij af met new age in onze samenleving, maar bekent dat hij als schrijver een modern sjamaan wil zijn. Eind 2006 verschijnt Fijne motoriek, zijn poëziedebuut en in 2007 laat Peeters zich inspireren door Europa in zijn Grote Europese Roman (shortlist Libris). In 2009 verschijnt De Bloemen (shortlist AKO, Borderwijkprijs voor beste Nederlandstalige boek). In 2012 verschijnt Duizend heuvels, een roman over Rwanda: het boek kwam op de longlist van de Gouden Uil en kreeg de E. du Perronprijs 2012, die hem op 28 maart 2013 werd uitgereikt.
Bron: Wikipedia.