Gerrit Kouwenaar (Amsterdam, 9 augustus 1923) is een Nederlands verzetsdeelnemer, journalist, vertaler, dichter en prozaschrijver.
Kouwenaar debuteerde in de Tweede Wereldoorlog met een aantal clandestiene uitgaven, waaronder Vroege voorjaarsdag, onder meer in illegale bladen. Hij kreeg daarvoor een half jaar gevangenisstraf. Na zijn vrijlating dook hij onder. Van 1945 tot 1950 was hij kunstredacteur van dagblad De Waarheid, toen de grootste krant van Nederland. Daarna was hij freelancer voor Vrij Nederland en redacteur van het literaire blad Podium. Later recenseerde hij beeldende kunst voor Het Vrije Volk en werd redacteur van het toonaangevende culturele tijdschrift De Gids.
Hij was ook verbonden aan het tijdschrift (Reflex) en kwam in contact met de Experimentele Groep in Holland en later met het experimentele kunstenaarsgezelschap Cobra. In 1949 publiceerde hij samen met de Cobra-schilder Constant Goede morgen haan, een combinatie van gedichten en tekeningen (Peinture-mots). Aanvankelijk een meer sociaal en politiek bewogen experimentele dichter, later is zijn werk meer gericht op het taalgebruik in de poëzie. Kouwenaar streeft naar poëzie die autonoom is en voor zichzelf spreekt. Kouwenaar maakte ook talrijke vertalingen van toneelstukken, o.a. van Brecht, Dürrenmatt, Hochhuth, Weiss, Kroetz, Sartre, Tennessee Williams, Stoppard, Osborne en Pinter.
De schilder en dichter David Kouwenaar (1921-2011) was een oudere broer van hem.
Bron: Wikipedia