Frederick Forsyth (Ashford, Kent, 25 augustus 1938) is een Engelse schrijver.
Jeugd 1938-1960
Frederick Forsyth werd geboren in Groot-Brittannië in Ashford, Kent. Hij werd geplaatst op de beroemde Engelse Tonbridge School, een kostschool die deel uitmaakt van de Etongroup. Na Tonbridge studeerde Forsyth aan de Universiteit van Granada in Spanje. Al na vijf maanden staakte hij zijn studie en keerde terug naar Engeland. In mei 1956 sloot hij zich op zijn negentiende aan bij de RAF als één van de jongste piloten. In 1958 zwaaide hij af en werd journalist bij de Eastern Daily Press in Norfolk.
Journalist 1961-1969
In 1961 ging hij bij Reuters werken, eerst in Parijs (waar hij onder andere de aanslagen van de OAS op Charles de Gaulle versloeg), en later in Oost-Europa. In 1965 keerde hij terug naar Engeland en werd verslaggever voor de BBC. In 1967 brak er in Nigeria een burgeroorlog uit. De provincie Biafra was in opstand gekomen en er woedde een strijd tussen rebellen en regeringstroepen. Forsyth verbleef van juli tot september in Biafra en versloeg de oorlog voor zijn werkgever. In Biafra kreeg hij te maken met de wereld van de huurlingen en de invloed van de politiek op nationale en internationale conflicten. Forsyth was op de hand van de rebellen uit Biafra en dit beïnvloedde zijn commentaren. De BBC was niet blij met zijn vooringenomenheid en toen er vervolgens geruchten kwamen dat Forsyth delen van zijn verslagen vervalst had kreeg hij veel kritiek. Forsyth trok zich de kritiek erg aan en nam ontslag. Hij ging weer als freelance correspondent werken en versloeg voor de Eastern Daily Press, Evening Standard en Time magazine oorlogsconflicten. Zijn ervaring met het conflict in Biafra verwerkte hij in zijn boek “The Biafra story” dat in 1969 verscheen.
Auteur 1970-heden
In 1970 had hij genoeg van de oorlog en keerde weer terug naar Engeland. Hij begon te werken aan een roman over een huurmoordenaar die in opdracht van de OAS een aanslag wil plegen op president De Gaulle. Forsyth gebruikte voor zijn roman de kennis die hij had opgedaan toen hij als correspondent voor Reuters in Parijs werkte. De OAS of Organisation de l'Armée Secrète pleegde tussen 1961 en 1963 ruim duizend aanslagen in Frankrijk. De groepering wilde hiermee voorkomen dat Algerije zich zou afscheiden van Frankrijk. Hun grootste tegenstander was De Gaulle op wie drie aanslagen zijn gepleegd. Forsyth plaats ‘zijn’ aanslag in 1963, na de aanslag van luitenant-kolonel Jean-Marie Bastien-Thiry in Petit Clamart in 1962. Hij schreef het boek in vijfendertig dagen en hij verwerkte een groot aantal zaken in het boek die zijn gebaseerd op zorgvuldig onderzoek. Zaken als het aanvragen van een vals paspoort of het maken van een sluipschuttersgeweer. Forsyth introduceerde hiermee een thriller die lijkt op een documentaire. Elk feitje is gecontroleerd, elke straat, plein, regeringsinstelling of functionaris klopt. Ondanks al deze moeite werd het boek aanvankelijk geweigerd totdat uitgeverij Hutchinson het manuscript aankocht en uitgaf onder de titel The Day of the Jackal. Het boek werd een bestseller en is inmiddels twee keer verfilmd.
Na “The Day Of The Jackal” schreef Forsyth nog een groot aantal romans en verhalenbundels., waarbij steeds zijn voorliefde voor feiten wordt vermengd met spannende, thrillerachtige verhalen. Zo verwerkte hij zijn ervaringen met de wereld van de huurlingen in The Dogs of War uit 1974. Maar ook zijn andere werk zit vol met gedegen research die zijn verhalen uiterst geloofwaardig maken ook al zijn ze voor honderd procent fictie. Zo interviewde hij bij de voorbereiding van The Devil’s Alternative uit 1979 de toenmalige premier van Nederland Dries van Agt om te weten te komen hoe de Nederlandse regering zou optreden bij de gijzeling van een olietanker. Veel romans van Forsyth zijn vertaald in verschillende talen en een groot aantal is inmiddels verfilmd.
Bron: Wikipedia