Dit handboek combineert een diepgaande samenvatting van de canon van de westerse filosofie met een overzicht van hedendaagse filosofen die specifiek kritisch zijn voor die canon. Het vult zo het gat op in de bestaande geschiedfilosofische werken waarin beide steeds onafhankelijk van elkaar (en puur vijandig ten opzichte van elkaar) bekeken worden.
Door de aandacht te vestigen op kantelpunten in de filosofiegeschiedenis die de verschillende periodes verbinden, verwerft de lezer inzicht in breuken én continuïteiten. De rode draad in dit boek zijn de evoluties op het vlak van wereld-, mens- en godsbeeld (of zingeving). Die evoluties worden gevolgd vanaf de pre-moderne periode (Grieken en christelijke middeleeuwen), over de moderne periode (wetenschap, verlichting en secularisering) tot de post-moderne periode (de filosofie van nu). In deze laatste periode staan we specifiek stil bij de feministische, postkoloniale en ecologische filosofie. Deze draad ontspint zich niet lineair, maar vormt een kluwen waarin de oudere filosofie steeds relevant en de nieuwere filosofie steeds kritisch blijft.
Van de pre-socratische tot de postpatriarchale filosofie
wil zo bijdragen tot een nieuwe generatie van filosofen die de westerse traditie kritisch voortzetten, met duurzame openheid voor niet-westerse tradities.We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.