Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
The concept of genius intrigues us. Artistic geniuses have something other people don't have. In some cases that something seems to be a remarkable kind of inspiration that permits the artist to exceed his own abilities. It is as if the artist is suddenly possessed, as if some outside force flows through him at the moment of creation. In other cases genius seems best explained as a natural gift. The artist is the possessor of an extra talent that enables the production of masterpiece after masterpiece. This book explores the concept of artistic genius and how it came to be symbolized by three great composers of the modern era: Handel, Mozart, and Beethoven. Peter Kivy, a leading thinker in musical aesthetics, delineates the two concepts of genius that were already well formed in the ancient world. Kivy then develops the argument that these concepts have alternately held sway in Western thought since the beginning of the eighteenth century. He explores why this pendulum swing from the concept of the possessor to the concept of the possessed has occurred and how the concepts were given philosophical reformulations as views toward Handel, Mozart, and Beethoven as geniuses changed in the eighteenth, nineteenth, and twentieth centuries.