Bedankt voor het vertrouwen het afgelopen jaar! Om jou te bedanken bieden we GRATIS verzending aan op alles gedurende de hele maand januari.

Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België
Ruim aanbod met 7 miljoen producten

Bedankt voor het vertrouwen het afgelopen jaar! Om jou te bedanken bieden we GRATIS verzending aan op alles gedurende de hele maand januari.

Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België
Ruim aanbod met 7 miljoen producten

Winkels

Verlanglijstje

Winkels

Verlanglijstje

Zoeken

Volg ons op

Wist je dat er in Vlaanderen voor iedereen een Standaard Boekhandel is binnen een straal van 7 km?

Zoek een winkel

€ 57,45

+ 114 punten

Verwachte leverdatum onbekend

Eenvoudig bestellen

Veilig betalen

In januari gratis thuislevering in België (via bpost)

Gratis levering in je Standaard Boekhandel

Omschrijving

A historical and theoretical analysis of corporate architecture in the United States after the Second World War.

The Organizational Complex is a historical and theoretical analysis of corporate architecture in the United States after the Second World War. Its title refers to the aesthetic and technological extension of the military-industrial complex, in which architecture, computers, and corporations formed a network of objects, images, and discourses that realigned social relations and transformed the postwar landscape.

In-depth case studies of architect Eero Saarinen's work for General Motors, IBM, and Bell Laboratories and analyses of office buildings designed by Skidmore, Owings & Merrill trace the emergence of a systems-based model of organization in architecture, in which the modular curtain wall acts as both an organizational device and a carrier of the corporate image. Such an image--of the corporation as a flexible, integrated system--is seen to correspond with a "humanization" of corporate life, as corporations decentralize both spatially and administratively.

Parallel analyses follow the assimilation of cybernetics into aesthetics in the writings of artist and visual theorist Gyorgy Kepes, as art merges with techno-science in the service of a dynamic new "pattern-seeing." Image and system thus converge in the organizational complex, while top-down power dissolves into networked, pattern-based control. Architecture, as one among many media technologies, supplies the patterns--images of organic integration designed to regulate new and unstable human-machine assemblages.