Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
In de nalatenschap van Pim Nieuwenhuis vonden wij brieven en een dagboek uit de winter van 1944-1945, de hongerwinter. Pim was een Haagse scholier die op de vlucht ging voor de honger en voor de bombardementen op Den Haag. Maar meer nog vreesde hij de Arbeitseinsatz, de tewerkstelling in Duitsland, waarvoor de leeftijdsgrens kort tevoren was verlaagd naar 17 jaar. En Pim was net 17 geworden.
Hij had het geluk dat Pater Winkeler, leraar aan De Mient, een voorloper van het Hofstad College, zich inspande om Haagse scholieren onder te brengen bij gezinnen in West-Friese dorpen. Pim zelf vond onderdak op een boerderij in Hoogkarspel.
Zijn vader, moeder en zus schreven hem over wat er in Den Haag gebeurde, hij schreef terug over zijn leven in het dorp. Deze briefwisseling en Pim's dagboek geven ons een inkijkje in het alledaagse leven van twee doorsnee gezinnen die het hoofd boven water proberen te houden, het gezin Nieuwenhuis in Den Haag en het gezin Wagemaker in Hoogkarspel.
En ze laten zien dat het voor scholieren wel een bange tijd was, maar ook spannend.
Paul Besseling, Frans Nieuwenhuis, Jan-Willem Pieterse en Saskia Pieterse, nazaten van de betrokken families, hebben de brieven en dagboeken ontcijferd en van kanttekeningen voorzien.