Wil je zeker zijn dat je cadeautjes op tijd onder de kerstboom liggen? Onze winkels ontvangen jou met open armen. Nu met extra openingsuren op zondag!

Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België vanaf € 30
Ruim aanbod met 7 miljoen producten

Wil je zeker zijn dat je cadeautjes op tijd onder de kerstboom liggen? Onze winkels ontvangen jou met open armen. Nu met extra openingsuren op zondag!

Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België vanaf € 30
Ruim aanbod met 7 miljoen producten

Winkels

Verlanglijstje

Winkels

Verlanglijstje

Zoeken

Volg ons op

Wist je dat er in Vlaanderen voor iedereen een Standaard Boekhandel is binnen een straal van 7 km?

Zoek een winkel

€ 29,45

+ 58 punten

Levering 1 à 2 weken

Eenvoudig bestellen

Veilig betalen

Gratis thuislevering vanaf € 30 (via bpost)

Gratis levering in je Standaard Boekhandel

Omschrijving

Josef and Karel Capek were the best known literary figures of liberated Czechoslovakia after 1918. Josef won a considerable reputation as a painter of the Cubist school, later developing his own playful primitive style. He collaborated with his brother in composing sketches, stories, and plays, as well as writing two short novels of his own and critical essays in which he defended the art of the unconscious, of children, and of savages. Following Hitler's invasion of 1939, Josef Capek was sent to a German concentration camp. He died at Belsen in April 1945.

Karel Capek became a journalist and for a time stage manager of the theatre in Vinohrady. Though a writer of novels, visionary romances, travel books, stories, and essays, Karel is best known for his plays. His last plays, written just before the entry of Hitler into Czechoslovakia, deal with the rise of dictatorship and the terrible consequences of war. Karel Capek died on Christmas day, 1938.

After the success of R.U.R. (Rossums' Universal Robots, 1920) seen in London in 1923, the brothers collaborated in their best-known work, The Insect Play (1921). Both plays are satires depicting the horrors of a regimented technical world and the terrible end of the populace if they fail to rise against their oppressors. They reflect the world in which the Capeks lived and give a commentary on its grosser follies.