Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
We gebruiken cookies om:
De website vlot te laten werken, de beveiliging te verbeteren en fraude te voorkomen
Inzicht te krijgen in het gebruik van de website, om zo de inhoud en functionaliteiten ervan te verbeteren
Je op externe platformen de meest relevante advertenties te kunnen tonen
Je cookievoorkeuren
Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Vijfenzeventig jaar geleden overleed Rudolf Otto na een dramatische val van de toren van Stauffenberg. Verslaafd aan morfine, zwaar depressief en gesloopt door een tropische ziekte, opgelopen tijdens een van zijn vele reizen, kwam er een gewelddadig einde aan het bewogen leven van de Pruisische politicus, theoloog, filosoof en wereldvermaarde godsdienstkenner Louis Karl Rudolf Otto. We maken kennis met hoogbegaafde jonge Rudolf die, kampend met concentratieproblemen en zoekend naar 'de waarheid', de eerste jaren van zijn studie 'verdoet' met bijvakken als muziek- en kunstgeschiedenis, om uiteindelijk, na een 'vriendelijk advies' van zijn notoir anti-semitische professor Oriëntaalse talen in Göttingen De Lagarde, zich te concentreren op de examenvakken filosofie en godgeleerdheid. In een openhartige 'smeekbrief' vraagt hij toestemming om op korte termijn examen te mogen doen. Zeven jaar later promoveert hij en wordt privaatdocent. Een productieve tijd breekt aan. Otto verzorgt een uitgave naar de eerste druk van Friedrich Schleiermachers beroemde 'Redevoeringen over de religie' dat honderd jaar eerder was verschenen als reactie op de rationalistische tendensen van zijn tijd. Otto maakt in die tijd kennis met de historicus en latere Nobelprijswinnaar Nathan Søderblom aan wie hij altijd schatplichtig zal blijven. De kritisch-historische en godsdienstwetenschappelijke houding van Otto brengt hem in conflict met de Kerk en is een obstakel voor zijn academische carrière. Filosofie en natuurkunde staan in het middelpunt van Otto's belangstelling. Het vertaalt, onder pseudoniem, natuurkundige werken. De tegenwerking die Otto ondervond door zijn eigenzinnige houding leiden tot een persoonlijke crisis. Het is Ernst Troeltsch die hem voorhoudt vooral zichzelf te blijven, niet in paniek te raken en door te gaan doen wat hij zelf belangrijk vindt. In 1917 publiceert Otto 'Das Heilige', het boek dat hem in een klap wereldberoemd maakt. Zijn college's worden drukbezocht, om de paar maanden verschijnt er een nieuwe druk en de Engelse vertaling wordt juichend ontvangen. Met de aanstelling van Rudolf Bultmann en Martin Heidegger verschoof de belangstelling voor de liberaal-systematische theologie naar de dialectische richting. De studenten verlieten Otto en een paar jaar later ging Otto teleurgesteld met vervroegd emeritaat. In zijn laatste levensjaren hield Otto zich vooral bezig met de ethiek. Hoewel Rudolf Otto vele mensen ontmoette, leidde hij een eenzaam leven, zijn kleine hond was zijn enige metgezel op zijn wandelingen; de ernst nam met de jaren toe. Zijn zwakke gezondheid en de malaria sloopten zijn gestel. De zelfmoord van zijn joodse vriend Hermann Jacobsohn, als gevolg van de politieke ontwikkelingen in Duitsland, had hem diep getroffen, temeer omdat hij niet in staat was Jacobsohns zoon te adopteren. In oktober 1936 viel hij van een toren in Stauffenberg in de omgeving van Marburg. Over de omstandigheden is weinig bekend. Zijn zuster Johanne Ottmer schreef in december: 'Rudolf heeft veel hoofdpijn, zodat hij vaak moeite heeft om samenhangend te denken; depressies zijn ook weer komen opzetten... Hij huilt vaker.' Na een verdrietig verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis stierf hij tenslotte op 6 maart 1937 aan een longontsteking. Zijn dodenmasker, afgenomen door de beeldhouwer Reinhard Paffrath in Marburg, ademt een weidse vrede, een stille verhevenheid. Ook zijn graf, hoog op de berg, vanwaar men ver uitziet, is passend voor deze persoon, wiens geest boven het aardse uitrees.