Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
We gebruiken cookies om:
De website vlot te laten werken, de beveiliging te verbeteren en fraude te voorkomen
Inzicht te krijgen in het gebruik van de website, om zo de inhoud en functionaliteiten ervan te verbeteren
Je op externe platformen de meest relevante advertenties te kunnen tonen
Je cookievoorkeuren
Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Il y a au moins deux manières de lire ces pages surprenantes de Jean-Claude Hauc : d’une part, il s’agit d’une reprise en charge de la problématique d’avant-garde, telle qu’elle s’est développée en France ces quinze dernières années ; de l’autre, elles en représentent la parodie et l’épuisement. C’est en fait l’intrication de ces deux intentions — apparemment contradictoires — qui fait tout l’intérêt de ce livre. Et il n’est pas tout à fait surprenant que ce soit l’aspect ironique, plagiaire, dérisoire, picaresque, mi-ubuesque mi-sado-porno, qui l’emporte et qui finisse par convaincre. En effet, on sent chez Hauc, dans la façon dont il agence la « bouffonnerie » textuelle, mais aussi dans son rythme de phrase, la frappe de ses mots, la cassure de son style, une volonté d’aller jusqu’au bout, jusqu’à la limite problématique, angoissante, risible et pathétique de la recherche scriptuaire se tournant sans fin sur elle-même.