Op 9 mei 1945 ging het Duizendjarige Rijk voorgoed ten onder. Europa werd wakker op een puinhoop van menselijke ellende. Zes miljoen Europese Joden waren in die moordende Nazi-rassenwaanzin gevallen. Ook Antwerpen, centrum van de diamantindustrie, was na WOII Judenrein. Maar het 'Jeruzalem aan de Schelde' herleefde. De overlevenden van het Inferno in Oost-Europa vonden er een nieuwe thuis, ondanks de overlevingsschaamte die hen tot in hun diepste trauma's vervolgde. Voor diegenen die in de afgrond van het alles vernietigende vuur hadden gekeken, werd Knokke hun eerste naoorlogse vakantieoord, een klankbord voor emotionele herinneringen. Daarvoor zorgde Monsieur Motke Weinberger, een Joodse patissier, die actief was in het verzet en talloze levens redde. Hij bouwde na WOII in Knokke het Grand Hôtel uit tot een ontmoetingsplaats voor de Antwerpse Joden.
Rosine De Dijn gaat de confrontatie aan met het milieu waarin zij opgroeide, naoorlogse generaties gevangen in een zeepbel van misvatting en ontkenning. Ze gaat op zoek naar de achtergrond en het verhaal van het gebeuren en de sporen van het onvermogen.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.