De samenleving is sinds de invoering van het Burgerlijk Wetboek grondig gewijzigd. Het verwekken van een kind is een wilsbepaald gegeven geworden. De verwekking, de zwangerschap, het genetische ouderschap en het wensouderschap hoeven vandaag niet noodzakelijk meer samen te vallen, waardoor een kind feitelijk meer dan twee ‘ouders’ kan hebben. Ook het huwelijk is niet langer de hoeksteen van de samenleving. Kinderen groeien bovendien steeds vaker op in een gezin met een stiefouder of in een pleegzorgsituatie. Dit boek, dat de weergave vormt van een doctoraal onderzoek uitgevoerd aan de KU Leuven, biedt een antwoord op de vraag of de organisatie van het ouderlijk gezag nog wel aangepast is aan deze nieuwe realiteit.
De vele arresten van het Grondwettelijk Hof die de bepalingen inzake ouderlijk gezag, afstamming en adoptie systematisch ongrondwettelijk verklaarden, maken duidelijk dat het Belgische recht aan herziening toe is. Ook uit de rechtspraak van het EHRM blijkt dat het Belgische recht achterhaald is. De bestaande situatie is dan ook allesbehalve bevredigend te noemen, noch voor de betrokken ‘ouders’ noch voor de rechtspracticus. De rechtsonzekerheid die vandaag bestaat, geeft daarenboven aanleiding tot een tsunami aan nieuwe prejudiciële vragen.
De richting waarin ons recht evolueert, wordt evenwel steeds meer duidelijk. Abstracte afwegingen die in het familierecht besloten liggen, leiden in bepaalde situaties tot een onbillijke afweging van tegenstrijdige belangen in het geding. Steeds meer wordt aandacht geschonken aan een beoordeling in concreto van de situatie en het billijke evenwicht dat bereikt moet worden bij de beslechting van het (familierechtelijke) geschil. Daarbij wordt het belang van de kwaliteit van het besluitvormingsproces sterk beklemtoond. Ook het Kinderrechtenverdrag beklemtoont de nood aan een kwalitatief besluitvormingsproces waarbij het kind een gepaste rol toebedeeld krijgt afhankelijk van zijn evoluerende bekwaamheden.
Het boek is rijkelijk geïllustreerd met verwijzingen. Het richt zich niet alleen tot de beleidsmaker als bron van inspiratie maar vooral tot de rechtspracticus, die er in deze tijd van rechtsonzekerheid een houvast in kan terugvinden voor de oplossing van een individueel geschil.
Tim Wuyts is adjunct-adviseur justitie van de CD&V Kamerfractie en vrijwillig wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Instituut voor Familierecht en Jeugdrecht van de KU Leuven. Hij behaalde in 1999 het diploma van maatschappelijk assistent en in 2003 dat van licentiaat in de rechten. In 2004 kende de Vrije Universiteit Brussel hem de René Marcq-prijs toe. In 2012 promoveerde hij aan de KU Leuven tot doctor in de rechten. Hij is auteur van enkele boeken en heel wat publicaties in de materie van het personen- en familierecht.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.