Wil je zeker zijn dat je cadeautjes op tijd onder de kerstboom liggen? Onze winkels ontvangen jou met open armen. Nu met extra openingsuren op zondag!

Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België vanaf € 30
Ruim aanbod met 7 miljoen producten

Wil je zeker zijn dat je cadeautjes op tijd onder de kerstboom liggen? Onze winkels ontvangen jou met open armen. Nu met extra openingsuren op zondag!

Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België vanaf € 30
Ruim aanbod met 7 miljoen producten

Winkels

Verlanglijstje

Winkels

Verlanglijstje

Zoeken

Volg ons op

Wist je dat er in Vlaanderen voor iedereen een Standaard Boekhandel is binnen een straal van 7 km?

Zoek een winkel

€ 169,45

+ 338 punten

Levering 2 à 3 weken

Eenvoudig bestellen

Veilig betalen

Gratis thuislevering vanaf € 30 (via bpost)

Gratis levering in je Standaard Boekhandel

Omschrijving

In a time of aggressive imperial expansion, Latin elegists expressed geographical concerns about boundaries and limits through masculine and feminine subjects in their poetry. Latin Elegy and the Space of Empire argues that the subject in Latin elegy, beginning with Catallus, constitutes itself in relation to the dynamic space of empire from the late Republic to the end of the Augustan age. The lack of fixiity in the elegiac subject and space of empire go hand in hand, and in imagining geographical space the question of our very nature as subjects comes to the fore.

Catullus, Propertius, Tibullus and Ovid each offers his own unique expression of the gendered subject, and their poetry runs the gamut of responses to the expanding geographical empire. First comes the dream of Roman imperium sine fine, an empire that capaciously stretches to the ends of the inhabited world. And yet, imperium sine fine requires the existence of some sort of fines, even if the fantasy demands that they be overrun. Formlessness, or worse, rapidly alternating forms, gives rise to anxieties and the desire to set down some fines, to establish where, exactly, the boundaries of empire are, what belongs "inside" and what can be relegated to "outside". But fines, cartographically speaking, are never as stable as we want them to be, and, for a rapidly expanding empire, are always under pressure. The very constitution of the gendered elegiac subject mirrors, anticipates, runs parallel to the problems and anxieties that the map of expanding empire both tries to solve, yet simultaneously reveals in its production of space.