Klimaatrechtspraak heeft sinds enkele jaren een prominente plaats ingenomen in het omgevingsrecht. Het begrip verwijst naar rechtszaken waarin vragen over klimaatmitigatie of -adaptatie rechtstreeks of onrechtstreeks aan bod komen. Waar klimaatzaken aanvankelijk tot weinig juridische successen leidden, zien we de voorbije jaren een kentering in de rechtspraak. Sinds de precedentuitspraken in de Nederlandse Urgendazaak lijken rechtbanken ontvankelijker voor klimaatargumenten. Ondertussen zijn er wereldwijd honderden klimaatzaken aanhangig en hebben rechters in Duitsland, Nederland, Frankrijk, Ierland, Australië, de Verenigde Staten, Pakistan en Indië overheden en soms zelfs bedrijven veroordeeld tot het aanscherpen van hun klimaatbeleid. Ook in België liggen de eerste klimaatuitspraken voor.
Als huldiging voor de rijk gevulde carrière van prof. dr. Luc Lavrysen, een van de grondleggers van het Vlaamse milieurecht, verkent dit boek de juridische vragen die spelen in klimaatzaken. We schetsen de krijtlijnen van een steeds wisselend dialoog over de mogelijke rol van het recht en rechters in onze omgang met de klimaatverandering. Vormen de mensenrechten de ultieme hefboom voor een effectiever klimaatbeleid? Speelt er een klimaattoets bij ruimtelijke plannen en projecten? Kunnen bedrijven juridisch worden gedwongen tot een ambitieuzer klimaatbeleid? En kunnen de rechters ons finaal mee beschermen tegen een klimaatopwarming die het leven op de planeet, zoals we het nu kennen, bedreigt?
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.