De bundel Kamermuziek heeft een intiem karakter. Hij bevat gedichten waarin de dichter zijn jeugd oproept, de wereld van het dorp, van zijn ouderlijk gezin, dat vol liefde was en dat hem kracht voor het leven gaf, ook al zat de oorlog er dagelijks aan tafel, en over zijn oom en tante. In een gedicht vertrouwt hij ons toe waarom hij geen organist geworden is, in een ander gedicht hoe hij gaandeweg van zijn naam leerde houden. Veenbaas borduurt hier verder op de thematiek van zijn bundel Mijn vader bad, maar de dichter geeft ook ruimte aan het heden, aan de liefde, aan aardse ogenblikken van geluk die soms maar heel kort lijken te duren, aan het stervensuur van een laatste vader.
De pers over Mijn vader bad en Soms kijkt de aarde me aan:
‘Veenbaas laat de lezer, die de tijd neemt om de teksten in zich af te laten dalen, schudden op zijn grondvesten.’ Pauline Kruithof, Friesch Dagblad
‘Werkelijk aangrijpend.’ Willem Thies, Poëziekrant
‘De grootste creativiteit demonstreert Veenbaas toch wel in versvorm, waarbij hij zich een aardse wijsgeer toont.’ Gerry van der List, Elsevier
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.