Wie herinnert zich nog Hygelac? Hij was de koning van de Geten, zo reusachtig dat geen paard hem kon dragen. De Franken doodden hem toen hij met zijn vloot in het eerste kwart van de zesde eeuw een strooptocht hield langs de Rijn. Nadien werden zijn beenderen bewaard op een eiland in het mondingsgebied van de rivier, waar allerlei reizigers ernaar kwamen kijken. In deze novelle treffen enkele hoogst merkwaardige reizigers elkaar om het gebeente te aanschouwen. Prins Radigis en de Angelsaksische koningin Ethelreda, de mysterieuze tweeling Ginebra en Fionan, wit als kalk, de zendeling Amplissimus en zijn wufte dienaar Madeh: allen hebben hun redenen om hier te zijn, sommige vreemder dan vreemd. En dan is er ook nog de inheemse sibbe van de Snoeksnuiten. Zal de hoeder van de beenderen de vrede kunnen bewaren en de kostbare botten weten te behouden?
Een nawoord bij het verhaal belicht de historische achtergronden en de dynamiek tussen verschillende personages.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.