Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
War ich Hitler oder was? Dat is zon beetje het enige dat John Demjanjuk gedurende zijn proces heeft gezegd. 92 zittingen lang heeft hij, liggend op een ziekenhuisbed, gezwegen en zijn advocaat het woord laten doen. De rechtbank in München was ervan overtuigd dat Demjanjuk in Sobibor heeft gediend en heeft meegewerkt aan het industriële moordproces in dit vernietigingskamp. Op 12 mei 2011 werd Demjanjuk schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan de moord op ongeveer 28.000 Joden. Hij kreeg vijf jaar.
Rob Fransman (14 juni 1940) werd in 1943 gescheiden van zijn ouders en broer en dook onder in Zwijndrecht. Zijn ouders zaten enkele huizen verderop ondergedoken, maar werden verraden. Op 6 april 1943 werden ze in Sobibor vergast. Demjanjuk was toen als Trawniki-Wachmann in Sobibor werkzaam.
Uit respect voor de nagedachtenis van zijn ouders heeft Rob Fransman zich aangemeld als medeaanklager (Nebenkläger) in het Demjanjuk-proces. Voor de Wereldomroep hield hij een weblog bij van het proces. De Wereldomroep heeft ook een documentaire gemaakt van Rob Fransman in Sobibor. Deze DVD is opgenomen in het boek.
Dr. Regina Grüter (Nederlands Rode Kruis) schreef het voorwoord. Jetje Manheim en Rozette Kats (Stichting Sobibor) verzorgden het nawoord.