Met het chronologisch levensverhaal van de stad Ieper tot in het jaar 1945 vormt ‘Het Boek – De Geschiedenis van Ieper’ het sluitstuk van de 13-delige reeks ‘De Grote Kroniek van Ieper’.
Vanuit een bescheiden woongemeenschap aan de oever van de Ieperlee groeit een bevolkingscentrum met een centrale grafelijke burcht. Dankzij zijn ideale ligging groeit de plaats uit tot een veilige thuishaven voor reizende handelaars. Vanaf de 11e eeuw komt hier de productie van textiel tot ontbolstering. De kern ontwikkelt zich tot een democratisch eiland midden een feodaal landschap van heerlijkheden. Rond 1200 mag Ieper zich beschouwen als één van de grootste steden van West-Europa, weliswaar na Brugge en Gent. Een metamorfose die kan tellen! De bouw van een fenomenale lakenhalle bewijst zijn ongelooflijke financiële slagkracht die zich baseert op een grootschalige lakenexport, op zijn beurt gedragen door een niet te schatten bevolkingsaantal.
Machtsmisbruik en sociale wantoestanden zorgen vanaf 1280 voor barsten in dit succesvol imago. De tweespalt tussen leliaards en klauwaards en de dissidentie van de graven van Vlaanderen tegenover de Franse kroon dompelen de Vlaamse steden onder in een algemene malaise. Een eeuw van conflicten reduceert Ieper tot een meer bescheiden speler. Na een belegering in de zomer van 1383 blijft er van de uitgestrekte buitengebieden van grootstad Ieper maar weinig over. Tienduizenden lokale arbeiders gaan hun geluk voortaan op andere plaatsen beproeven. Tijdens het bestuur van de Bourgondische hertogen proberen de lokale wetheren krampachtig het Iepers imago hoog te houden. Maar het gebrek aan financiële en menselijke slagkracht blijft problematisch. Die krimp zet zich ongenadig verder wanneer Vlaanderen eerst in Oostenrijkse en later in Spaanse handen terechtkomt. De bloedige godsdienstoorlogen van de 16e eeuw versnellen dit proces alleen maar.
Ieper verglijdt stilaan naar een bastion van militair nut waar Fransen, Oostenrijkers en Hollanders afwisselend de scepter zwaaien na telkens nieuwe belegeringen en menselijke ellende. De Franse Revolutie brengt een maalstroom van schokkende veranderingen met zich mee. Napoleon moet plaatsruimen voor de Hollanders en dan kiest België definitief voor zijn onafhankelijkheid. De grotendeelse afbraak van de stadsvestingen is er een gevolg van. Pogingen om Ieper te ontsluiten en de stad via een kanaal met de Leie te verbinden, mislukken frustrerend genoeg keer op keer. De komst van een treinverbinding, de aanleg van nieuwe boulevards en stadskwartieren zijn maar enkele van de vele veranderingen die de komst van nieuwe tijden markeren.
In 1914 volgt een definitief tabula rasa van het verleden. Na de inval van de Duitsers komt provinciestad Ieper pal tussen de strijdende partijen terecht. Vier jaar later blijft er na het drama van de eerste wereldoorlog – buiten wat desolate puinhopen - echt niets meer van over van de middeleeuwse stad. De Ieperlingen krijgen het niet onder de markt om hun stad weer op te bouwen tegen de druk van buitenaf om er een memoriaal van te maken. Het vallen en opstaan lijkt hier wel ingebakken en ook nu haalt de lokale koppigheid de bovenhand. Zelfs de totaal vernielde lakenhalle en de Sint-Maartenskathedraal verschijnen opnieuw aan de einder. Dat de Duitsers in 1940 hun meesterschap nog een keer willen komen bewijzen, doet de stad nog maar eens kreunen. Aan die beproevende periode komt in 1945 gelukkig een einde. Van nu af aan kunnen de Ieperlingen zich echt gaan focussen op de toekomst.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.