Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Grief and Women Writers in the English Renaissance anatomizes the era's powerful but troubling links between the forgettable dead and the living mourners who are implicated in the same oblivion. Four major women writers from 1570 to 1670 construct these difficult bonds between the spectral dead and the liminal mourner. Mary Sidney Herbert, Countess of Pembroke, reinvents the controversial substitutions of aristocratic funerals . New Protestant ideologies of the sainted dead connect devotional mourning and patronage in Aemelia Lanyer's writing. Mary Wroth's verse enacts a uniquely exalted, imaginative melancholy in which Jacobean subjects dissolve into their mourning artifacts. Among the precarious political mourners of the later half of the period, Katherine Philips's lyric verse plays the shell game of private grief. Forgetting, being forgotten, and being dead are risks that the dead and the living ironically share in these central texts by the English Renaissance's most illustrious women writers.