De moeder is gestorven, haar huis moet leeg...
Het zijn vooral de gewone, alledaagse, met betekenis geladen voorwerpen die bij haar zoon de herinneringen op gang brengen. Een boodschappentas, een kookboek of een bril gaan functioneren als grillige gidsen naar een gereformeerde jeugd in de jaren vijftig en naar een kindertijd die bepaald werd door ziekte en dood.
Pas na het onherroepelijk leegmaken van de vertrekken waarin hij zijn jeugd en zijn moeder haar laatste dagen sleet; komt hij tot iets als een vergelijk tussen de benauwdheid van toen en het nagekomen begrip van iemand die, zelf gezegend met kinderen, zo goed en zo kwaad als het ging volwassen is geworden.
'Iemand moest het doen, van ons drieën, en toevallig ben ik het. In het nu nagenoeg geheel ontruimde voormalige ouderlijk huis wacht ik op de komst van de makelaar.'
'Een geschiedenis zo hilarisch en tegelijk ontroerend dat je bij het lezen voortdurend de tranen uit je ogen aan het vegen bent.' - Doeschka Meijsing in
Elsevier