Het is intussen een eeuw geleden dat het territorialiteitsbeginsel, als een zaadje, in de Belgische taalwetgeving werd geplant. Intussen blijkt het principe zich, door gedetailleerde wetgeving, steeds dieper in de Belgische taalwetgeving en praktijk te hebben geworteld. Daardoor worden steeds meer activiteiten in de publieke sfeer, maar ook in de private, door taalterritorialiteit beheerst.
In dit boek wordt de doorwerking van dat principe voor het taalgebruik in verschillende sectoren besproken, gaande van wetgeving tot overheidsopdrachten, detentie en onderwijs. Een groep experten beschrijft die vertakkingen van het territorialiteitsbeginsel in het publieke en private leven en toetst ze aan de noden in de praktijk. Die kritische analyse maakt het mogelijk om te reflecteren over de toekomst van het beginsel, maar ook over taalwetgeving in België en Europa. Waar kan het beginsel in de eenentwintigste eeuw naartoe groeien, gelet op de toenemende complexiteit van de samenleving en de taaldiversiteit binnen die samenleving?
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.