Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Pol Le Roy omschreef Van der Hallens poëzie ooit met de Gezelliaanse term ‘kleengedichtjes’. Uit de tot de essentie van het zegbare herleide gedichten, die aan de Japanse dichtkunst refereren door de inspiratie die de dichteres vindt in de natuur, spreekt een diep gekoesterd verlangen naar stilte en rust. De woorden worden meticuleus geplaatst en eisen in elk gedicht hun volste draagkracht op.
Na meer dan dertig jaar dichterschap stippelt Jooris van Hulle in Doortocht een vogelvlucht uit; woord voor woord wordt duidelijk hoe Katelijne van der Hallen steeds nadrukkelijker haar eigen vormentaal uitpuurde, tot al het anekdotische wegvalt en het woord zelf voluit zingt.
Een eervolle plaats in de Parnassusreeks voor een van Vlaanderens meest authentieke dichteressen. Met een verhelderende inleiding door Jooris van Hulle.
KATELIJNE VAN DER HALLLEN (Lier, 1942) behaalde de eerste prijs dictie en voordrachtkunst aan het Koninklijk conservatorium te Antwerpen en was onderwijzeres. Ze debuteerde in 1969 bij De Bladen voor de Poëzie te Lier, waarna er nog 8 bundels bij diverse uitgevers volgden. Haar poëzie verscheen in bloemlezingen en tijdschriften en werd meermaals getoonzet. De vertaling van haar bundel Avondademen (1983) werd als eerste in Vlaanderen vertaald in het Chinees door prof. dr. Charles Willemen (UGent). Ook schreef zij kinderpoëzie en verrichtte jarenlang pionierswerk op het vlak van creatief taalonderricht. Als voordrachtkunstenares laat ze de dichters zelf aan het woord, zij wil enkel hun stem zijn, vaak met muzikale begeleiding, gevoelig en sober. Enkele van haar bundels zijn verlucht met tekeningen van kunstenaar Hugo Heyens, haar echtgenoot, en een met foto’s van Filip Tas.
‘Tedere poëzie, die veel meer suggereert dan ze zegt. Dat creëert de oosterse sfeer en geeft haar vers de broosheid van een aquarel.’ Gazet van Antwerpen
‘Haar gedichten zijn als tedere pronkstukken, broos en breekbaar, als gedragen door een mystieke geladenheid die het diepste zijnssysteem tracht te raken zonder inkapselende woordballast.’ Poëziekrant
‘Een belangrijke verdienste van deze – toch bescheiden en pretentieloze – gedichten is dat zij een heel ruim scala van gevoelens aan bod laten komen. We mogen ons daarbij niet laten misleiden door het waas van stilte en eenvoud, dat toch weer alles een meditatief tintje geeft.’ Dietsche Warande & Belfort
‘Met ingehouden stem en beheerste beeldspraak verwoordt zij de bereikbare wereld van elke dag, het vertraagde ogenblik, de geur van de dingen. Van Wilderode is de dichter met wie zij zich het meest verwant voelt. Net als hij hecht zij veel belang aan de melodie. Daarbij wordt zij beïnvloed door haar voordrachtkunst en haar aandacht voor de kinderen. Een ander element is de aantrekkingskracht van het Oosten.’ De Standaard
‘Die wisselwerking tussen concrete gegevens en abstractie vormt ook een basisthema in de gedichten van Katelijne van der Hallen zelf. De dichteres gaat inderdaad, haast filosofisch, op zoek naar de eigen ‘binnenzijde’. De tijdruimtelijke observaties verglijden zo tot beschouwingen met een bij uitstek meditatief karakter.’ Leesidee