Deze bloemlezing voert je langs de perken en paden van de Nederlandstalige tuinpoëzie, van de middeleeuwen tot nu. Je treft er keurig aangeharkte tuinen aan en weelderige siertuinen - maar ook een moestuin, een honingtuin, een doolhof, een dierentuin, de Hof van Eden, enkele verwilderde tuinen - en vooral veel symbolische, dichterlijke tuinen.
De tuin is een literaire topos bij uitstek: met zijn eeuwige cyclus van groei, bloei en neergang, is de tuin de ideale omgeving om te reflecteren op de eigen levensloop. Daarom voelen dichters zich er, al eeuwenlang, in thuis.
De hier bijeengebrachte gedichten gaan nooit over een tuin alleen; het zijn metaforen voor het leven zelf. Ze gaan over jou.
Met gedichten van o.a. Anneke Brassinga, Rob van Essen, Suster Bertken, Jules Deelder, Rutger Kopland, Hester Knibbe, Pieter Boskma, Martinus Nijhoff, Annemarie Estor, Ida Gerhardt, Hertog Jan van Brabant, Nisrine Mbarki en Guido Gezelle.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.