Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Door een staking bij bpost kan je online bestelling op dit moment iets langer onderweg zijn dan voorzien. Dringend iets nodig? Onze winkels ontvangen jou met open armen!
Afhalen na 1 uur in een winkel met voorraad
Gratis thuislevering in België vanaf € 30
Ruim aanbod met 7 miljoen producten
Door een staking bij bpost kan je online bestelling op dit moment iets langer onderweg zijn dan voorzien. Dringend iets nodig? Onze winkels ontvangen jou met open armen!
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Deel 15 van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans bevat De schrijfmachine mijmert gekkepraat, Wittgenstein, Gitaarvissen en banjoklokken en MalleHugo. In Wittgenstein uit 1990 staat alles wat Hermans tot op dat moment over deze Oostenrijkse filosoof had gepubliceerd. Waarom Hermans over Wittgenstein schreef formuleerde hij in 1965 in een brief aan Rudy Kousbroek: ‘... niet alleen omdat ik een en ander aan W. te danken heb, maar ook om duidelijk te maken dat mijn uitgangspunt een ander is dan dat van andere Ned. schrijvers ... omdat ik mij voor wetenschap interesseer en literatuur schrijf.’ Maar hij voegde daar aan toe: ‘Hoe en waarom ik die twee dingen combineer (combineer ik ze?), waarom ik het doe, of ze elkaar stimuleren dan wel tegenwerken, het zijn zaken die ik eigenlijk zo precies niet weet.’