Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
We gebruiken cookies om:
De website vlot te laten werken, de beveiliging te verbeteren en fraude te voorkomen
Inzicht te krijgen in het gebruik van de website, om zo de inhoud en functionaliteiten ervan te verbeteren
Je op externe platformen de meest relevante advertenties te kunnen tonen
Je cookievoorkeuren
Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
Matsuo Bashô (1644-1694) staat bekend als een van de grootste Japanse dichters; zijn haikai-poëzie is over de hele wereld geliefd. In De herfstwind dringt door merg en been is al het lyrisch proza verzameld dat Bashô in de periode 1680-1688 schreef. Eind zeventiende eeuw besloot Bashô het literaire wereldje de rug toe te keren en zich als kluizenaar af te zonderen in een simpele hut in een buitenwijk van Edo (het huidige Tokyo). Op die manier hoopte hij de grote Chinese dichters uit het verleden in de geest te benaderen. Bashô's proza uit zijn jonge jaren getuigt van eenzaamheid, maar geeft ook uiting aan de diepe vriendschap van de dichter met zijn leerlingen en weldoeners. Bashô toont zich een meester in het hanteren van beknopt maar beeldend proza, waarin haikai-gedichten op ingenieuze wijze zijn verwerkt. Zijn geschriften kenmerken zich door sublieme landschapsbeschrijvingen, onverwachte overgangen en associaties, en goedgeluimde zelfspot. In naakte onverbloemde taal stelt hij vragen over de schrijnende menselijke conditie.