Dit boek beschrijft hoe het bestuur van een grotere naamloze vennootschap in de praktijk wordt georganiseerd. Hoewel de raad van bestuur de meest uitgebreide bevoegdheden heeft – voor zover zij niet werden voorbehouden aan de algemene vergadering – en in principe als college beslist, zal de raad zich in de grotere ondernemingen meestal niet inlaten met beslissingen die het dagdagelijkse reilen en zeilen betreffen.Hij zal hiervoor (vaak uit noodzaak) een beroep doen op bevoegdheidsdelegaties aan een orgaan van dagelijks bestuur of bijzondere lasthebbers. De aandeelhouders zouden zelfs de keuze kunnen maken voor een duaal systeem waarbij toezicht en algemeen beleid worden toevertrouwd aan één orgaan (de raad van toezicht) en het operationele bestuur aan een ander (de directieraad). Ook worden de taken vaak intern verdeeld door de oprichting van comités, zoals het auditcomité, het remuneratiecomité of een adviserend comité. Deze delegaties en taakverdelingen verhogen de noodzaak aan toezicht door de raad van bestuur op het management en op de bijzondere comités. Zij hebben ook implicaties voor de aansprakelijkheid van de bestuurders. Het werk biedt een grondige (juridische) analyse van de duale bestuursstructuur, de delegatie door de raad van bestuur, de interne taakverdeling en de impact hiervan op de toezichtstaak en de aansprakelijkheid van de bestuurders aangepast aan het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, alsook de geldende governance codes.Over de auteurs:Sarah De Geyter, jurist en vrijwillig postdoctoraal medewerker UGentIngrid De Poorter, professor UGent, advocaat bij de balie te Brussel, bestuurder in vennootschappenEmmanuel Leroux, advocaat bij de balie te West-Vlaanderen en te Brussel.Het werk maakt deel uit van de Bibliotheek Vennootschaps- en financieel recht.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.