Ondanks talrijke initiatieven vanuit het beleid en de praktijk, behoort de zogenaamde 'bemiddelingsparadox' nog steeds tot de Belgische realiteit: ondanks de voordelen die met bemiddeling (Deel VII Ger.W.) als alternatief traject van geschiloplossing worden geassocieerd, vindt de rechtzoekende klaarblijkelijk nog steeds gemakkelijker de weg richting overheidsrechtspraak, terwijl bemiddeling suboptimaal wordt gebruikt.
Nu ook de federale regering-De Croo de intentie heeft geuit om het bevorderingsbeleid inzake bemiddeling voort te zetten, rijst de vraag welke maatregelen nog kunnen worden getroffen om het gepaste gebruik en de goede werking van bemiddeling in België te optimaliseren.
Dit boek brengt enkele obstakels aan het licht die de ontwikkeling van bemiddeling in de weg kunnen staan, en reikt een bijzonder ruime waaier aan mogelijke denkpistes aan waarmee bemiddeling zowel in de praktijk als door de beleidsmakers kan worden bevorderd.
Dit werk is het resultaat van 6 jaar doctoraal onderzoek, waarbij verschillende onderzoeksmethoden (incl. empirisch onderzoek) werden gebruikt om een bijzonder uitgebreid arsenaal aan mogelijke maatregelen te formuleren in het kader van zeer recente evoluties (bv. de wetten van 18 juni 2018, 22 april 2019, 31 juli 2020 en GwH 24 september 2020 en 22 oktober 2020). Het werk bevat een schat aan zeer concrete aanbevelingen voor de wet- en decreetgever, de overheid (zoals lokale besturen maar ook de Federale Bemiddelingscommissie), advocaten, bemiddelaars, magistraten, de bedrijfswereld, het onderwijs… geïnspireerd door empirisch onderzoek en rechtsvergelijking.
Dit boek geeft een alomvattend overzicht van alle relevante wet- en regelgeving inzake bemiddeling sinds de millenniumwisseling (incl. de belangrijke wet inzake ADR van 18 juni 2018), licht de wetgeving door en geeft zeer gerichte aanbevelingen tot optimalisering. Ook zeer recente wettelijke ingrepen (bv. de wet van 31 juli 2020 inzake de kosteloze rechtsbijstand) worden behandeld.
Uit het doctoraal onderzoek waarover dit boek verslag uitbrengt, blijkt dat er nog heel wat nuttige maatregelen weldoordacht en doelgericht kunnen worden ingezet om de werking en het gebruik van bemiddeling te optimaliseren, zonder de obstakels uit het oog te verliezen.
In het boek worden meer dan zestig mogelijke denkpistes op hun merites beoordeeld, met als doel om van daaruit gerichte aanbevelingen tot verbetering te formuleren, zowel voor beleidsmakers als praktizijnen. Deze maatregelen worden in tien thema’s gebundeld en worden in het boek uitvoerig geanalyseerd. Er worden aanbevelingen geformuleerd met het oog op een zo zorgvuldig mogelijk geredigeerd en goed functionerend juridisch kader (1), alsook om een degelijke informatieverstrekking inzake bemiddeling te garanderen (2). Ook de inzetbaarheid van dwang in het bevorderingsbeleid wordt beoordeeld (3), net als de opportuniteit van financiële stimuli (4). Er wordt onderzocht op welke manier de Federale Bemiddelingscommissie aan haar ruime bevoegdheden invulling kan geven (5) alsook welke maatregelen tot de kwaliteit van de bemiddelaar kunnen bijdragen (6). De positie van de rechter in het bevorderingsbeleid (7) en de faciliterende rol van de advocatuur worden eveneens onderzocht (8). De meerwaarde van enkele innovatieve werkvormen in de advocaten- en bemiddelingspraktijk (9) en ook het potentieel van ‘bemiddelingsgericht werken’ komen aan bod (10).
Dr. Tom Wijnant is een erkend bemiddelaar en onbezoldigd postdoctoraal medewerker aan de Universiteit Gent. Op 12 januari 2021 behaalde hij met dit werk de academische graad van doctor in de rechten.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.