Naar traditie actualiseert deze uitgave de algemene kennis m.b.t. het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht, deze keer in drie overzichten van de recente ontwikkelingen van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht in de periode 2018-2021. Daarnaast verdiepen de auteurs de bijzondere kennis, deze keer in een bijdrage over het bewijsrecht in verzekeringen.
Volgende vragen komen o.a. aan bod:
- Wist u dat iemand die louter hulpzaken ter beschikking stelt van de contractspartij die hiervan gebruik maakt bij de uitvoering van haar verbintenissen geen hulppersoon is en dus niet geniet van quasi-immuniteit?
- Wist u dat de rechter de compensatie bij burenhinder kan herleiden tot nul op basis van de abnormale vatbaarheid van het naburige goed?
- Wist u dat er bij raming van zaakschade geen vetusteit in mindering moet worden gebracht?
- Wist u dat bij een dodelijk ongeval de overlevende ouder en de minderjarige kinderen vergoeding kunnen vorderen voor dezelfde schade?
- Wist u dat de datum van een opzeggings-, ontbindings- of schorsingsbeslissing van een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voortaan maar tegenwerpelijk is ten aanzien van een benadeelde voor zover deze datum is komen vast te staan?
- Wist u dat de rechter uit het niet-protesteren van de factuur door een verzekeraar of een verzekeringstussenpersoon voortaan automatisch de aanvaarding van de factuur moet afleiden?
- Wist u dat de vrijstelling van de verzekeringsplicht BA motorrijtuigen voor motorrijtuigen die niet sneller dan 25 km/u kunnen rijden het grondwettelijk discriminatieverbod schendt?
- Wist u dat wanneer de verzekerde door zijn fout het overlijden van het slachtoffer heeft veroorzaakt, de schade van de rechtsopvolgers en degenen die door het overlijden schade bij terugslag lijden voorvalt op het ogenblik van dat overlijden en de BA verzekeraar tot dekking gehouden indien dit tijdstip binnen de duur van de verzekeringsovereenkomst valt?