De agglomeratie van Ieper is uitgegroeid tot de derde grootste stad van Vlaanderen, na Gent en Brugge. In de nasleep van de rebellie van 1280 kunnen de talrijke ambachtslieden toch al enigszins hun rechten laten gelden in het stadhuis, een schuchtere evolutie in de goede richting. Het Ieperse streven naar zelfbeschikking komt vanaf 1294 in het vaarwater van de oorlog die Frankrijk en Engeland met elkaar uitvechten, met graaf Gwijde van Dampierre die zijn voorkeur voor de Engelsen niet kan verstoppen. Als leenman van Frankrijk voor wat betreft Vlaanderen schiet hij daarmee in eigen voet. Ieper bekoopt zijn onvoorwaardelijke steun aan Gwijde met het verlies van zijn stadsrechten nadat het als laatste bolwerk van Vlaanderen bezwijkt onder de Franse militaire druk. De Franse koning Filips de Schone eist de afbraak van de stadsmuren en legt een enorme boete op, te betalen door de klauwaards.
In 1302 maken die dat drama ongedaan met een klinkende zege op het Groeningeveld. De Ieperse ambachtslieden zien zich voor hun inzet bij het kasteel van Kortrijk beloond met de recuperatie van hun voorrechten. Ze krijgen zelfs de toelating om hun uitgestrekt buitengebied te omwallen. De revanchegevoelens van de Fransen leiden in 1305 tot een schandelijke deal in het nadeel van Vlaanderen. De afpersingspraktijken van de Franse gouverneur en zijn handlangers geven vanaf 1320 in het Westland aanleiding tot een opstand van Zannekin en zijn Kerels. Een burgeroorlog waarbij Gent, Brugge en Ieper zeker een hoofdrol spelen. De nederlaag op de Casselberg in 1328 betekent finaal een opdoffer voor de Vlaamse partizanen. De leliaards van graaf Lodewijk van Nevers bepalen nu nog maar eens de regels in Vlaanderen. Het aantal terechtstellingen en verbanningen is niet te tellen. De onbetrouwbare graaf toont zich allesbehalve een partner voor de Ieperlingen. Hij blijft maar knabbelen aan de Ieperse privileges en zijn kostbare juridische onafhankelijkheid. En ondertussen zorgt de oorlog tussen Frankrijk en Engeland voor een crisis en een malaise zonder weerga.
Tot Gentenaar Jacob van Artevelde vanaf 1337 een neutrale koers opeist voor Vlaanderen. Gesteund door de Engelse koning degradeert Artevelde graaf Lodewijk van Nevers tot zijn voetveeg en een persona non grata in eigen land. Gent, Brugge en Ieper delen nu de lakens uit in hun regio’s. Daar profiteren ze in Ieper van om de lakenwevers van o.a. Poperinge en Langemark met harde hand aan te pakken. Om toch maar een einde te maken aan de dalende verkoop van het eigen textiel. De ambachten krijgen dankzij Artevelde eindelijk hun zitje in het stadsbestuur. Het ‘Groot Gemeen’ overkoepelt voortaan de stedelijke democratie. De moord op Jacob van Artevelde maakt bruusk een einde aan de illusie om Vlaanderen defintief te laten samengaan met Engeland. Een jaar later is het integendeel de in Frankrijk opgevoede Lodewijk van Male die zijn vader opvolgt als graaf van Vlaanderen. Een poging van de Vlaamse steden om hem te laten trouwen met de Engelse kroonprinses loopt af op een sisser, tot immense ontgoocheling van de Vlamingen.
De problematische relatie tussen de Fransgezinde leliaards en het gemeen in Ieper zorgt tussen 1359 en 1361 voor een nieuwe uitbarsting van geweld en rebellie. Ook in Brugge en Gent is de spanning te snijden. De ruzies tussen de leliaardse en klauwaardse fracties leiden tussen 1360 en 1380 tot voortdurend wisselende machtsposities in de stadsbesturen, met onderlinge spanningen, oproer en vechtende milities tot gevolg. Terwijl Ieper zich in het kamp van de graaf bevindt, komt het tot een breuk met de Gentenaars. Een Gentse inval te Ieper brengt de klauwaards opnieuw in het zadel. Niet voor lang echter. Het bloedbad van Woumen maakt in augustus 1380 een einde aan de klauwaardse dominantie in de stad. Ieper en Brugge moeten onder hun leliaardbestuur lijdzaam toekijken hoe Gent zich compleet isoleert van de rest van Vlaanderen.
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.