Je mag haar veel noemen: scenariste, content creator of – haar persoonlijke favoriet – ‘Prinses van de Politieke Satire’. Zolang het maar géén ‘influencer’ is. Sinds haar succesvolle boek ‘En ze leefden nog’ kreeg Elisabeth Lucie Baeten er ook nog de titel van kinderboekenschrijver bij. Haar bundel, waarin ze klassieke sprookjes van een modern jasje voorziet, krijgt nu een vervolg.
Vond je dat zo’n update van de klassieke
sprookjes weleens mocht?
Elisabeth Lucie Baeten: “Ik wil de klassieke
sprookjes zeker niet vervangen, want ik ben
zelf een grote sprookjesfan. Maar ik wou er
weleens een alternatief naast zetten, omdat ik
vind dat de sprookjes, zoals iedereen ze kent,
niet genoeg zijn. Veel van die verhalen staan
bol van de ouderwetse clichés, hé. Jongens
moeten stoere ridders zijn en meisjes lieve,
mooie prinsessen. Terwijl ik vind dat iedereen
zelf mag beslissen wat-ie wil zijn: stoer,
schattig, luid, lief ... Dat is ook de insteek van
mijn boeken. ‘Hoe kan ik een stem geven aan
Assepoester en co., zodat ze zelf meer controle
hebben over hun verhaal?’ In mijn eerste boek
heb ik me vooral op de prinsessen gefocust,
maar in dit tweede zitten ook twee ‘mannelijke’
protagonisten, Aladdin en Pinokkio.
Omdat ik vind dat jongens ook recht hebben
op verhalen die over meer gaan dan stoer en
sterk zijn.”
Naar verluidt heb je lang getwijfeld of je je
sprookjes voor kinderen of voor volwassenen
zou schrijven.
“Ja, omdat ik mijn idee van geüpdatete
sprookjes voor het eerst in een column had
gebruikt. Daar kwam toen veel reactie op,
vooral dan van volwassenen: ‘Hier zit een boek
in, Elisabeth!’ Pas toen ik later met mijn
dochter de zoveelste Disney-film van die
maand aan het bekijken was, viel mijn frank.
Het zijn vooral onze kinderen die voortdurend
om de oren worden geslagen met sprookjes.
Het leek me dus logisch om mijn alternatieve
verhalen in de eerste plaats voor hen te
schrijven. Al hoor ik vaak dat mijn ‘En ze
leefden nog’-verhalen ook gretig gelezen
worden door volwassenen. Zo’n Assepoester
die zich uit de naad werkt om het iedereen
naar zijn zin te maken, dat is toch ook gewoon
een ouderwetse vorm van people pleasen? Ik
ken veel volwassenen die daar last van hebben,
inclusief mezelf.” (lacht)
Is je eigen dochter, de grote Disney-fan,
ondertussen ook voor jouw versies te vinden?
“Het is wel mooi om te zien hoe ze
ondertussen beide versies heeft omarmd, ja.
Als bij ons thuis ‘De kleine zeemeermin’ weer
eens opstaat, heeft ze het nu ook vaak over ‘de
Ariël uit het verhaal van mama’. Missie geslaagd,
dus.”
BOMVOLLE AGENDA
Dat Elisabeth nog de tijd vond om een tweede ‘En ze leefden nog’-boek te schrijven, mag een klein wonder heten. Sinds ze vorig jaar viraal ging met haar hilarische ‘Katrien van Politiek PR’-filmpjes op Instagram, gaat het hard met de carrière van de scenariste. Van een gesmaakte deelname aan ‘De slimste mens ter wereld’ tot een zitje in het panel van ‘The Masked Singer’: de camera houdt van Elisabeth Lucie Baeten.
En nu sier je ook nog eens de cover van ons
magazine. Hoe kijk je zelf naar al die mediaaandacht?
“Ik denk dat het nog altijd niet helemaal tot me
doorgedrongen is hoe zot het voorbije jaar is
geweest. Ook wel omdat ik daarvoor
simpelweg de tijd niet heb. Mijn agenda zit
bomvol en tegelijk ziet geen enkele week er
hetzelfde uit. Ik ben heel blij met de kansen
die ik nu allemaal krijg, maar het is ook wel een
tikje veel. Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik het
voorbije jaar voor ongeveer elk Vlaams televisieprogramma
gevraagd ben. Bij elk voorstel
luister ik altijd eerst naar mijn buikgevoel: past
dit wel bij wie ik ben? Meestal gevolgd door de
meer prozaïsche vraag: kan ik het er nog
bijnemen in mijn agenda? (lacht) Op die laatste
vraag zou ik nog wat vaker ‘nee’ moeten durven
antwoorden.”
Je wordt weleens ‘de stem van de millennialgeneratie’
(geboren tussen 1980 en 2000, red.)
genoemd. Snap je dat?
“Ik zou zoiets natuurlijk nooit van mezelf
zeggen, maar ik begrijp het wel. Ik denk dat de
politieke satire in mijn ‘Politiek PR’-filmpjes
door veel van mijn generatiegenoten gesmaakt
werd. En dat er nood was aan een plaats waar
mensen, los van zure commentaarsecties op
krantensites, hun ongenoegen eens konden
uiten over het gedrag van sommige politici. In
die zin ben ik misschien eerder een ‘medium’
van een generatie dan een ‘stem’. (lacht) Mijn
filmpjes waren natuurlijk grappig bedoeld,
maar de kern van de boodschap was wel
bittere ernst. Ook ik vond het niet oké hoe
sommige politici zich alleen maar leken te
bezondigen aan wildplassen, dronkenschap en
racisme, terwijl ze ons land in goede banen
zouden moeten leiden.”
Nog zo’n term die mensen vaak met jouw
naam associëren: influencer.
“Daar wil ik toch even tegen protesteren. Ik
krijg de indruk dat mensen niet altijd weten
wat een influencer juist doet. Bij dezen: niet
iedereen die veel Instagram-volgers heeft, is
automatisch ook een influencer! Influencers
maken tegen betaling reclame voor allerlei
producten. Ik zou mezelf eerder een ‘content
creator’ noemen, al is dat ook een onnozele
term. Ik schrijf, regisseer, acteer en monteer al
mijn filmpjes zelf – en ik word daarvoor door
niemand betaald.”
Het aantal volgers op je Instagram is het
afgelopen jaar serieus geboomd. Ben je
daardoor voorzichtiger geworden?
“Nee, al besef ik nog altijd niet helemaal hoe
groot mijn publiek daar ondertussen geworden
is. Een dik jaar geleden had ik 20.000 volgers,
nu zijn dat er ongeveer 240.000! Maar als het
bijvoorbeeld over politiek gaat, zal ik nog altijd
eerlijk mijn mening verkondigen. Ik heb liever
dat sommige volgers afhaken, dan dat ik
mezelf zou verloochenen.”
Het lijkt anno 2024 alsof je voor het succes
geboren bent. Was dat altijd het geval?
“Oh nee, ook bij mij was the struggle very real
vroeger. (lacht) Er was een tijd dat ik van de ene
job naar de andere sukkelde, zonder succes. Ik
kus dus nog elke dag mijn twee handen dat ik
vandaag mag doen wat ik het liefste doe:
schrijven.”
© Anneke D'Hollander