Voor zijn nieuwe boek ging Bart Moeyaert grasduinen in zijn omvangrijke archief van dagboeken, brieven en foto’s. Daar zocht (en vond) hij antwoorden op vragen die al langer door zijn hoofd spookten.
In ‘Een ander leven’ focust u op de periode van
na uw debuut, ‘Duet met valse noten’. Waarom
koos u net die periode?
Bart Moeyaert: “Ik wist vanaf het begin dat een
reis naar Parijs met mijn zeventigjarige moeder
de rode draad van het boek zou zijn. Daaruit
kwam vanzelf naar voren wat me al jaren
bezighoudt: waarom hebben mijn moeder en
ik elkaar zo weinig vragen gesteld over ons
verleden? We bleken allebei een half verzwegen
leven te hebben geleid: zij als dienstmeisje op
een kasteel, ik als jongeman die als schrijver
wel wist wat hij wilde, maar als mens erg
zoekend was.”
In augustus had u plots last van een writer’s
block. Wat gebeurde er precies?
“Dat writer’s block maakte me vooral duidelijk
dat ik niet aan het boek werkte dat ik op dat
moment wilde schrijven. Het autobiografische
‘Een ander leven’ bleek gelukkig mijn redding.
Door een aantal gebeurtenissen in mijn
persoonlijk leven bleek ik een grote behoefte
te hebben aan orde, niet alleen in mijn hoofd,
maar ook letterlijk: in de dozen en mappen vol
archiefmateriaal, dagboeken, brieven, foto’s. Het
schrijven en samenstellen van ‘Een ander leven’
heeft me een nieuwe adem gegeven.”
Voelt het niet kwetsbaar om uw eigen leven zo
onder de loep te nemen in een boek?
“Het is inderdaad heftig om vergeten brieven te
herlezen en dagboeken boven te halen waaruit
je opmaakt hoe je als twintiger of dertiger
dacht. Al heb ik er geen moeite mee om een
persoonlijk verhaal te vertellen – integendeel,
ik vind het net spannend. Mijn boeken en mijn
leven zijn altijd met elkaar vervlochten.”
Uw moeder speelt een prominente rol in
‘Een ander leven’. Is het ook een ode aan haar?
“Het was onmogelijk om mijn moeder weer te
geven zoals ze echt was, zonder ook mijn vader
te schetsen. Vanzelf zijn ook mijn zes broers tot
leven gekomen. Ik heb tijdens het schrijven ook
helder kunnen krijgen hoe mijn eigen coming
of age is verlopen. Op die manier is dit boek
niet alleen een ode aan mijn moeder, maar ook
aan iedereen die ervoor heeft gezorgd dat de
schrijver en de mens die ik ben uiteindelijk
konden samenvallen.”
© Stefaan Temmerman