Standaard Boekhandel gebruikt cookies en gelijkaardige technologieën om de website goed te laten werken en je een betere surfervaring te bezorgen.
Hieronder kan je kiezen welke cookies je wilt inschakelen:
Technische en functionele cookies
Deze cookies zijn essentieel om de website goed te laten functioneren, en laten je toe om bijvoorbeeld in te loggen. Je kan deze cookies niet uitschakelen.
Analytische cookies
Deze cookies verzamelen anonieme informatie over het gebruik van onze website. Op die manier kunnen we de website beter afstemmen op de behoeften van de gebruikers.
Marketingcookies
Deze cookies delen je gedrag op onze website met externe partijen, zodat je op externe platformen relevantere advertenties van Standaard Boekhandel te zien krijgt.
Je kan maximaal 250 producten tegelijk aan je winkelmandje toevoegen. Verwijdere enkele producten uit je winkelmandje, of splits je bestelling op in meerdere bestellingen.
In ons magazine zetten we boeken in de schijnwerpers, van tijdloze klassiekers tot nieuwe parels. We laten recensies en aanbevelingen op jou los, die je helpen bij het vinden van jouw volgende literaire metgezel. We interviewen ook auteurs om jou inzicht te geven in hun creatieve proces, de inspiratie achter hun verhalen en de betekenis die hun werk heeft voor lezers over de hele wereld.
Dus neem een tas koffie, nestel je in je favoriete zetel en laat je meevoeren door Standaard Boekhandel MAGAZINE, waarin de liefde voor boeken en verhalen centraal staat. We hopen dat dit magazine jou zal inspireren, informeren en betoveren.
Standaard Boekhandel MAGAZINE n°07 - oktober 2025
De gezelligste periode van het jaar staat weer voor de deur. Natuurlijk staan we bij Standaard Boekhandel weer voor je klaar om jouw eindejaarsfeesten nog knusser te maken.
In dit speciale geschenkenmagazine verzamelden we daarom meer dan honderd uitgelezen cadeautips voor de hele familie: meeslepende romans, natuurlijk, maar ook spelletjes, puzzels en andere schatten voor kleine en grote dromers. Want een boek blijft een tijdloos cadeau. Het is niet zomaar een object, maar een moment van ontspanning, rust en reflectie dat je aan een dierbare schenkt. Met een boek zeg je eigenlijk: “Ik ken je goed, ik zie je graag en ik denk dat je dit boek fantastisch zult vinden.”
In dit magazine pakken we ook uit met een heuse primeur: een exclusief interview met vier iconen van de Belgische strip, Suske en Wiske, Jommeke en Filiberke. Zij gaan dit jaar voor het eerst samen op avontuur in ‘De vorsten van Onderland’, het perfecte cadeau voor jonge (en iets oudere) stripfans.
Tot slot wil ik jou en je hele familie fijne eindejaarsfeesten toewensen: mogen ze hoopvol, sprankelend én verkwikkend zijn. Bedankt dat je het voorbije jaar onze winkels bent binnengestapt of de weg naar onze webshop hebt gevonden voor je volgende leesavontuur.
Tot gauw in een van onze winkels!
Veerle De Witte, CEO Standaard Boekhandel
Strips die lezen als een blockbusterfilm!
‘A hero is somebody who voluntarily walks into the unknown,’ zei acteur Tom Hanks ooit. Daarmee slaat hij de nagel op de kop, want vrijwillig het onbekende tegemoet treden, dat doen striphelden als hobby. En dat maakt hun avonturen zo ongemeen meeslepend. Het is extra genieten dit najaar, want alle tophelden tekenen present!
LARGO WINCH 25: Als de goden je in de steek laten
CORRUPTE POTJES
Largo Winch heeft zich teruggetrokken op het geheime eiland Sarjevanne in de Adriatische Zee, waar hij zich vooral bezighoudt met het zalige nietsdoen en visvangst. Tijdens een van zijn tochten merkt hij hoe een onbekend jacht het eiland nadert. Ogenschijnlijk is het jacht niet bemand, tot Largo aan boord gaat en daar een lijk van een man vindt en een hysterisch huilend jong meisje. De man, Obi Martins, werd vermoord, het meisje is zijn dochter Hope die zich voor de moordenaars verschuild had in het onderdek. Martins was ontwerper van drones voor humanitaire doeleinden en duidelijk op zoek naar Winch. Waarom wou hij de miljonair ontmoeten en waarom kostte hem dat zijn dood?
Winch doorbreekt zijn isolement en ontfermt zich over het meisje. Hij gaat op zoek naar de moordenaars van haar vader en hun motief. Dat onderzoek gaat veel verder dan een loutere roofmoord. Er moeten immers politiek corrupte potjes gedekt gehouden worden. Inzet van de criminelen: een technologische en humanitaire ramp veroorzaken. Ook Hopes rijke familie blijkt een betrokken partij te zijn.
JÉRÉMIE GUEZ
Het zijn grote schoenen om te vullen als je een stripreeks als Largo Winch overneemt, gecreëerd door Jean Van Hamme en voortgezet door Eric Giacometti. Maar Largo Winch-liefhebbers, en dat zijn er velen, hoeven niet te vrezen. Met Jérémie Guez als nieuwe scenarist werd er een klasbak binnengehaald.
Guez is een Franse dertiger die zijn sporen verdiende: als auteur van thrillers en ook als scenarist en regisseur van opmerkelijke films als Sons of Philadelphia, de miniserie B.R.I. die hij voor Canal+ maakte en de film BoÎte Noire waarvoor hij in 2022 de César voor het beste originele scenario kreeg.
Guez las de Largo Winch-albums als kind, samen met zijn ouders, en beschreef de serie als: ‘De enige geslaagde transplantatie van de Amerikaanse verbeelding in een francofone wereld.’ Hij heeft een band met de figuur van Largo Winch en kent diens wereld. Dat bewijst hij met zijn sterke stripdebuut in 'Als de goden je in de steek laten', het eerste deel van een tweeluik.
Bestel deze strip
THORGAL SAGA 5: De stad in beweging
‘Prokletà wordt ook ‘de stad in beweging’ genoemd. Iedere avond, als de poorten gesloten worden, trekt de stad ergens anders heen. Soms naar het Vikinggebergte, soms naar de zuidelijke woestijn. Alleen de goden weten waar de stad morgen zal zijn.’
Prokletà lijkt zo de ideale schuilplaats voor Thorgal, die uit vrees voor de wraak der goden zijn gezin heeft moeten achterlaten. Toch zit het idee dat hij niet meer kan ontsnappen Thorgal vreselijk dwars. Hij besluit de stad te verlaten. Makkelijk gezegd, zeker als de heerser over Prokletà, de keizer, even gek als meedogenloos, de sleutel daartoe in handen heeft. En dan komt Thorgal een oude bekende tegen: Shaniah, het meisje dat vroeger verliefd op hem was en zich voor hem heeft opgeofferd. Ondertussen verschijnt ook een oude vriend van Aarcia opnieuw in hààr leven: Vigrid de godenzoon. Maar zijn de bedoelingen van die ‘vrienden’ wel zo nobel?
Het is telkens uitkijken naar een nieuwe Thorgal Saga waarin externe auteurs gevraagd wordt om hun eigen verhaal toe te voegen aan de wereld van Thorgal. Dat leverde al meesterwerken op als 'Vaarwel Aarcia' (Robin Recht) en 'Van IJs en Vuur' (David Etien, Olivier Legrand, Jean-Blaise Djian). Ook 'De stad in beweging' van Mohamed Aouamri – bekend van Roodhaar en Op zoek naar de tijdvogel – en scenarist Antoine Ozanam is een verrijking van die wereld.
Bestel deze strip
THORGAL 43: De wraak van de godin Skaedhi
Als Thorgal en Noor het land van Thorgals zoon Aniël van Valnor naderen, worden ze gevangengenomen door de wrede kapitein Rolf en zijn manschappen. Het feit dat Thorgal de vader is van Aniël, heerser over het land, intimideert Rolf niet. Hij wil namelijk zelf hertog worden en smeedt een complot. Ondertussen is de jonge Aniël vooral geïntrigeerd door de ogen van de godin ‘Skaedhi’. Bij de dissectie van die ogen, een vreemde materie, wordt Aniël bijgestaan door een aantal geleerden. Een van hen is Pallas, een tovenares. Zij bedwelmt de jonge Aniël niet alleen met haar mysterieuze kruiden, maar ook met haar lichaam. Kunnen Thorgal en Noor ontsnappen en komen ze nog op tijd om het complot te verijdelen?
Scenarist Yann verweeft ijzersterk elementen uit Thorgals verleden met nieuwe avonturen van de Vikingheld en zijn familie. Hun nieuwe tegenstanders lijken nog meedogenlozer en machtiger te worden.
Bestel deze strip
DE HELDEN VAN AMORAS 2: Kolmanskop
Suske en Wiske, de helden van Amoras, de nieuwe spin-off serie, heeft met het eerste album 'Doodvonnis' meteen de toon gezet, niet in het minst met de opzienbarende cover van een kussende Suske en Wiske. Verwacht je dus aan spannende avonturen met Suske en Wiske in de hoofdrol, albums die je in één ruk uitleest.
Speelde Doodvonnis zich nog voornamelijk in Antwerpen en omgeving af, dan trekken Suske en Wiske voor hun tweede ‘helden’-avontuur naar de Namibwoestijn in zuidelijk Afrika. Het is eigenlijk het vreemde gedrag van professor Barabas dat hen naar die intrigerende plek lokt. Want wat heeft de professor te maken met het vroegere mijnstadje Kolmanskop in Namibië, waar diamant werd ontgonnen, en wie is die jonge vrouw waarmee hij de laatste tijd optrekt?
Scenarist Marc Legendre over het ontstaan van het album'Kolmanskop': ‘Het begon met een reeks fascinerende foto's van Kolmanskop. Wat een decor! Dus ben ik over de geschiedenis van de plek gaan lezen, een relaas van uitbuiting, slavernij en verrijking. Een bloeiend mijnstadje in de woestijn bezit een van de eerste röntgenapparaten, niet om de lokale bevolking te helpen, maar om te checken of de arbeiders de opgegraven diamanten hebben ingeslikt. Onvoorstelbaar. Ik heb m'n idee aan Charel voorgelegd en die was meteen akkoord. ‘Dat moeten we maken!’’
Bestel deze strip
DE RODE RIDDER 288: De tijdreiziger
Johan is met zijn Dogathon op het vulkaaneiland Tartarus beland. Daar wacht Bahaal hem op, gezeten in een bad vol elfenbloed. Hij vraagt aan Johan of hij met hem mee ten strijde wil trekken tegen het goede, de troepen van Galaxa. Johan weigert. Maar dan toont Bahaal hoe hij Merlijn levenloos aan een kruis heeft gehangen, boven de kolkende oceaan waar de bloeddorstige Kluwuur met opengesperde bek wachten. Johan krijgt de keuze: ofwel een bondgenootschap met Bahaal ofwel de dood van Merlijn.
Het zal niet de enige keuze zijn die Johan in het album 'Het drijvende paradijs' moet maken. Oppergod El biedt hem de kans om op zoek te gaan naar Doggaruf, een onoverwinnelijk magisch wapen, noodzakelijk in de strijd tegen de demonen van Bahaal. Maar daarvoor zal Johan een gevaarlijke tijdssprong moeten maken.
De Rode Ridder is al enkele albums lang de fantasywerelden binnengedrongen. Hij heeft ook opnieuw Galaxa ontmoet en hun liefde is sterker dan ooit. Maar is ze sterker dan de krachten van het kwaad?
Bestel deze strip
LEFRANC 36: De regatta
Journalist Guy Lefranc gaat samen met zijn vriendin Théa in Australië aan boord van de Voyager, een schip dat deelneemt aan de regatta Darwin-Davao. Hij zal over deze bootrace voor diverse kranten verslag uitbrengen. Dat het geen plezierreisje wordt, wordt meteen duidelijk als een krachtige tyfoon hen dwingt aan te meren op het eiland Walang, een Indonesisch eiland. Een van de bemanningsleden raakte immers gewond tijdens de storm en moet dringend verpleegd worden. Op het eiland komt Lefranc midden in een machtsstrijd terecht en wordt gearresteerd. Walang wordt geregeerd door een sultan, nog een jonge knaap, maar het is diens oom die officieel de touwtjes in handen heeft. Hij wil dat Walang zich afscheurt van de republiek Indonesië en opnieuw een onafhankelijke staat wordt. Ondertussen is het schip Le Prince d’Orange van Rotterdam naar Walang onderweg. De cargo bestaat uit wapens.
De Franse stripauteur Roger Seiter schrijft al een tiental jaar scenario’s voor de legendarische stripreeks Lefranc, een serie die in 1954 gestart werd door Jacques Martin. Seiter is historicus van opleiding en dat merk je aan zijn goed gedocumenteerde scenario’s. Hij aarzelt niet om zijn held Lefranc te betrekken bij de grote oorlogs- of maatschappelijke conflicten uit de jaren 1950. Zo behandelde hij al de Cubacrisis (in het album Cuba Libre) of de Zuid-Afrikaanse apartheid (in het album 'Losgeld'), nu plaatst hij zijn verhaal in de naweeën van het gedekoloniseerde Indonesië.
Bestel deze strip
ALEX SENATOR 16: Atlantis
Als hun schip eindelijk gebouwd is, vertrekt senator Alex samen met zijn metgezellen vanuit Armorica naar Atlantis. Maar de bemanningsleden blijven verdeeld over hun vertrek en de spanning stijgt. Als ze voet aan wal zetten op een van de Atlantische kusten, vinden ze daar niet alleen een magische stenencirkel, er komt ook een regen van pijlen op hen af. De Bretoense stammen verfoeien hun tocht en ook de natuur lijkt zich tegen de expeditie te keren. Bovendien breekt er muiterij uit. Intussen vaart het schip door ijszeeën, in de richting van het eiland van de goden, of is het eerder het eiland van de verdoemden?
De stripauteur en historica Valérie Mangin schrijft niet alleen de scenario’s voor de spin-offreeks Alex, senator, ook voor de hoofdreeks is ze nu verantwoordelijk. Zo kan ze tussen beide reeksen bruggen slaan. Zij typeert Alex als volgt: ‘ De idealistische jongeman, bedacht door Jacques Martin, is volwassen geworden. Hij heeft de burgeroorlogen binnen het Romeinse rijk en de bijbehorende gruweldaden meegemaakt. Hij weet nu dat je tegenover extremisten, mensen die tot alles bereid zijn, concessies moet doen ten opzichte van het ‘Grote Goede’. Alex is echter geen complete klootzak geworden, al is hij wel iemand die voor het goede doel manipulatieve trekjes kan vertonen.’
Bestel deze strip
BLAKE & MORTIMER BUITENREEKS 3: De dubbele expo
Met een brede glimlach landen de vrienden Francis Blake en Philip Mortimer op de pas tot John F. Kennedy herdoopte luchthaven van New York. De Expo 64 is net van start gegaan in the city that never sleeps en de nieuwste technologieën zullen er tentoongesteld worden. Mortimer kijkt vooral uit naar de ‘Teletransporter’, een gamechanger in de wetenschap. Als Blake zich in zijn hotelkamer klaarmaakt voor hun eerste bezoek, wordt er een briefje onder de deur geschoven.
‘Ik ga al op verkenning, je vindt me op ‘Futurama’ van het paviljoen van General Motors. Philip.’
Typisch Mortimer, denkt Blake.
Maar hij weet niet dat Mortimer enkele hotelkamers verder gedrogeerd en vastgebonden op een smeedijzeren bed ligt.
Dan moet hun echte avontuur nog beginnen. Dat gaat meer en meer op een psychedelische trip lijken, zeker als ze door de Teletransporter verkleind worden en in een soort futuristische stad verdwalen. Ze komen er hun ergste vijanden tegen: Septimus, Voronov en een dozijn Olriks.
'De dubbele expo' is een derde novelle in de reeks geïllustreerde hommageverhalen van Blake & Mortimer. Eerder verschenen: 'Het Gedroomde Avontuur' (door André Juillard en Didier Convard) en De Bruid van Dr. Septimus (door Jean Harambat en François Rivière). Het echtpaar James Huth en Sonja Shillito, beiden actief in de filmwereld, schreef de tekst van 'De dubbele expo', maar het is kunstenaar Laurent Durieux die hier met zijn prachtige illustraties de show steelt.
Durieux is vooral bekend om zijn filmaffiches van Hollywoodblockbusters als The Godfather, Jaws of Indiana Jones waaraan hij zijn eigen interpretatie geeft en die gretig aftrek vinden bij kopers als George Lucas en Steven Spielberg.
'De dubbele expo' is niet zijn eerste bijdrage aan de wereld van Blake & Mortimer. In 2019 verscheen De laatste farao, een album buiten reeks van scenaristen Jaco van Dormael en Thomas Gunzig, met tekeningen van François Schuiten. Durieux kleurde toen het album heel sfeerrijk en wezenloos mooi in.
Bestel deze strip
BLAKE & MORTIMER 31: De Atlantische dreiging
E.P. Jacobs, een van de grootmeesters van de Belgische strip, stierf in 1987 en liet een ondertussen klassiek oeuvre van elf avonturen van Blake en Mortimer na. Nu, bijna veertig jaar later, hebben Blake en Mortimer al vele creatieve vaders gehad en zijn ze – de buiten reeks-albums eventjes niet meegerekend – aan hun twintigste post-Jacobs avontuur toe, 'De Atlantische dreiging'.
En wat voor een! Eentje waarvoor professor Philip Mortimer en kapitein Francis Blake op onderzeese missie moeten gaan. Tsunami’s, giftige gassen, explosies teisteren de Noordzee, en wie kan er beter hulp bieden dan de deskundige professor en de kapitein? Maar hun missie wordt er niet makkelijker op als ze ontdekken wie achter al dat onheil schuilt, namelijk Olrik en Magon, heersers van Atlantis. Die willen namelijk zoveel mogelijk orichalcum, een kostbare metaallegering voor de Atlantiërs, uit de zee winnen, al zal dat voor heel Noord-Europa rampzalige gevolgen hebben.
Yves Sente, uitgever en scenarist van onder andere Thorgal en XIII, bewijst met 'De Atlantische dreiging' dat hij wel degelijk in de voetsporen van E.P. Jacobs en Jean Van Hamme is getreden.
Na zijn samenwerking met Teun Berserik voor twee eerdere Blake en Mortimer-verhalen ('De Vallei der Onsterfelijken' en 'De laatste Zwaardvis') is dit album het eerste dat de Nederlandse illustrator Peter Van Dongen solo tekent.
'De Atlantische dreiging' is vintage Jacobs en kan als een vervolg op Het raadsel van Atlantis gelezen worden.
Bestel deze strip
XIII PARODY: Maskers vallen af
De ondertussen 86-jarige meesterscenarist Jean Van Hamme had het vorig jaar ook al aan Stripmunk verteld: ‘Ik ben te oud om nog een nieuwe serie te beginnen, want anders zou ik ze toch binnen een paar jaar moeten beëindigen.’
Maar aan echt op pensioen gaan dacht de scenarist van onder andere XIII, Largo Winch en Thorgal niet. Hij was nog bezig met een paar losse projecten. Een daarvan was het vorig jaar verschenen album Valstrikken en emoties, een zestal kortverhalen – met achtergrondintriges rond XIII – die gebundeld werden als veertiende deel in de Mystery-nevenserie.
Dat album verscheen naar aanleiding van veertig jaar XIII. Zo lang was het inmiddels geleden dat de eerste pagina van de stripserie – met een zwaar toegetakelde man met geheugenverlies die op een verlaten strand aan de Amerikaanse kust aanspoelde – in het tijdschrift Robbedoes/Spirou werd voorgepubliceerd. Een striplegende was geboren.
Jean Van Hamme kreeg niet alleen de vraag van uitgeverij Dargaud om een veertiende deel in de Mysterie-serie te schrijven, ook de redactie van Spirou vond het feestjaar een goede gelegenheid om Van Hamme nog eens aan het werk te zetten. Het resultaat was een mini-album van 32 pagina’s dat mee gedrukt werd met de XIII-special van het weekblad en dat je zelf in elkaar moest knutselen.
Maar nu is er een ‘gewoon’ album van het verhaal. Nu ja, ‘gewoon’? Het album heet niet voor niets Parody en zet de wereld van XIII op zijn kop.
‘Het feit dat XIII aan geheugenverlies lijdt en zijn geheugen niet terugkrijgt, stelt hem in staat om een reeks identiteiten aan te nemen zonder dat hij zelf weet of die waar zijn of niet ... Het is een spel. Het is zelfs een spel geworden tussen de auteurs en de lezers ...’ zo had Van Hamme het succes van de serie ooit verklaard. Dat spel trekt hij in XIII Parody – Maskers vallen af helemaal door. Want stel dat XIII helemaal niet aan geheugenverlies lijdt en dat hij gewoon een heel goeie acteur is? Wat dan met zijn queeste op zoek naar zijn identiteit? Wat met zijn relaties?
'Maskers vallen af' bevat vele plottwists – hoe kan het ook anders – en leest dankzij de vele knipogen heerlijk weg, zeker voor wie de reeks kent. En wie kent die niet?
Bestel deze strip
XIII TRILOGY JONES 3: De zonnedans
‘Ze is buitengewoon aantrekkelijk, maar bovenal is ze een vrouw die zeer efficiënt en daadkrachtig is. Met haar militaire training heeft ze XIII al uit een aantal gevaarlijke situaties weten te redden.’ Zo typeerde tekenaar Olivier TaDuc luitenant Jones, een van de belangrijkste personages uit de succesvolle reeks XIII. Zo belangrijk dat ze een eigen nevenreeks kreeg.
De skills, zoals TaDuc ze beschreef, heeft Jones ook als rekruut nodig gehad. Generaal Carrington wordt op het eiland Alcatraz door de terreurgroep Red Warriors onderworpen aan het Okipa-ritueel. Zijn lichaam wordt met twee haken opgehangen tot het scheurt. En dan begint cadet Jones zich te moeien. Ze slaagt aanvankelijk in haar missie, kan de generaal bevrijden en van het eiland ontsnappen. Tot ze haar broer Marcus opmerkt. Behoort hij ook tot de Red Warriors?
De Trilogy Jones – die eindigt met het derde deel 'De zonnedans '– zit vol actiescènes en verrassende verhaalwendingen, maar scenarist Yann graaft ook in de ziel van Jones. Waarom bestaan trilogieën slechts uit drie delen?
Bestel deze strip
Drie iconische striphelden, één gloednieuw avontuur!
Ze spraken vreemd genoeg niét in tekstballonnetjes en gaven verrassend diepgaande antwoorden, toch voor vier tweedimensionale figuren. Om maar te zeggen dat ons allereerste interview met een stel strippersonages (ook bij Standaard Boekhandel een heuse primeur) reuze meeviel. Jawel, wij kregen exclusief de kans om met Jommeke en Filiberke en Suske en Wiske te spreken over hun allereerste gezamenlijke stripavontuur, ‘De vorsten van Onderland’. Daarin moeten ze het opnemen tegen Krimson en de koningin van Onderland, die snode plannen hebben met professor Barabas en Zonnedorp…
Eerst en vooral wil ik jullie feliciteren met ‘De vorsten van Onderland’, jullie allereerste gezamenlijke avontuur. Hoe verliep de samenwerking?
Lambik: “Zeer vlot. Vooral door mijn deskundige leiding, die doorslaggevend was om…”
Ik stelde de vraag eigenlijk aan Suske, Wiske, Jommeke en Filiberke…
Lambik (mokkend): “Bah…” Suske: “In het begin was niet iedereen even enthousiast over de samenwerking. Vooral Wiske vond dat we alles beter zelf konden oplossen.” Wiske: “Da’s niet waar, ik wou wel samenwerken. Maar dan wel individueel, afzonderlijk van elkaar, apart samenwerken.”
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Jommeke: “Krimson en de koningin van Onderland hadden bij hun tijdreis de teletijdmachine van professor Barabas laten ontploffen. Wiske heeft dan de hulp van professor Gobelijn ingeroepen om deze te herstellen. Als professor in alles was hij daar de ideale persoon voor.”
Filiberke: “Daarna vertrokken we samen naar de middeleeuwen, waar ik mijn droom kon verwezenlijken om een echte ridder te worden."
Was het niet gevaarlijk om het op te nemen tegen twee superschurken?
Suske: “Dit was natuurlijk niet de eerste keer dat we Krimson moesten verslaan. Maar de koningin van Onderland is zo mogelijk nog gekker dan hij.”
Jommeke: “Twee schurken verslaan is moeilijker dan één, dat lijkt me logisch. Maar om te weten of we als winnaars uit de strijd kwamen, kan je best het stripverhaal kopen.”
Zijn jullie nu vrienden geworden?
Filiberke: “Zeker! Vrienden voor het leven!” Wiske: “Ik denk zelfs dat Flip, de papegaai van Jommeke, een beetje verliefd geworden is op mij. Begrijpelijk, ik heb nu eenmaal veel charmes."
En is de liefde wederzijds?
Wiske (lacht): “Maar neen. Ik kan toch geen papegaai kussen? Zelfs Suske mag me niet kussen, alhoewel sommigen recent wel iets anders geïnsinueerd hebben.”
Dit jaar werden jullie respectievelijk 70 en 80 jaar. Hoe blijven jullie er toch zo goed uitzien?
Wiske: “Och, da’s geen geheim. Die avonturen en verre reizen houden ons jong.”
Jommeke: “We hebben nog geen zalfjes van professor Gobelijn nodig. Maar goed ook, want de middeltjes van de professor hebben soms nogal onvoorziene neveneffecten (lacht).”
Smaakt jullie gezamenlijk avontuur naar meer?
Wiske: “Dat zal nog niet voor onmiddellijk zijn. Onze fans willen ook onze eigen verhalen blijven lezen. Maar wie weet, binnen tien of twintig jaar?”
Filiberke: “Ik zou dat zeker zien zitten. Door de tijd reizen was superleuk. Misschien kunnen we een volgende keer naar de oertijd terugkeren? Ik heb altijd al een mammoet willen zien.”
Acht nooit verfilmde F.C. De Kampioenen-verhalen, nu in stripvorm!
Tournée générale! Groot nieuws voor de talloze fans en striplezers van F.C. De Kampioenen! Naar aanleiding van het 35-jarig bestaan van de televisiereeks verschijnen er acht gloednieuwe F.C. De Kampioenen-strips, gebaseerd op de onverfilmde televisiescenario’s. Een uniek cadeau voor iedereen die van F.C. De Kampioenen houdt!* Acteur en auteur An Swartenbroekx (Bieke in F.C. De Kampioenen) en scenarist Bart Cooreman vertellen je er alles over.
Op 6/10/2025 is het 35 jaar geleden dat de eerste aflevering van F.C. De Kampioenen op antenne ging. Dan start ook de inschrijvingsactie voor 8 unieke stripalbums.
Wie voor 10/11/2025 bestelt, krijgt het eerste pakket van 4 albums voor Kerstmis geleverd. Een ideaal geschenk voor onder de kerstboom. Het tweede pakket van 4 albums wordt half 2026 opgestuurd. Meer info: www.kampioenen35.be.
NIEUWE AFLEVERINGEN
An en Bart, de scenario's die jullie schreven waren oorspronkelijk toch bedoeld als afleveringen voor televisie?
An Swartenbroekx: Na 21 seizoenen en 4 succesfilms wilden Bart Cooreman en ikzelf in 2020 het 30-jarig jubileum van F.C. De Kampioenen vieren met acht nieuwe televisieafleveringen. Alle acteurs waren enthousiast, en ook de VRT sprong op de kar. Aan die plannen kwam abrupt een einde door het overlijden van Johny Voners, die gestalte gaf aan de sympathieke Xavier Waterslaeghers. Met de voltallige ploeg beslisten we toen een punt te zetten achter De Kampioenen. Want zonder Xavier zou het nooit meer hetzelfde zijn.
Bart Cooreman: Maar anderhalf jaar geleden was de cast van F.C. De Kampioenen te gast bij James – The musical. Daar vertelde An over de acht nieuwe afleveringen die we samen schreven, maar die er nooit zijn gekomen door het overlijden van Johny Voners. Bij Standaard Uitgeverij pikten ze dat op en contacteerden ze An met de vraag of we het goed zouden vinden dat die acht afleveringen verstript zouden worden.
An: Toen Standaard Uitgeverij dat voorstel deed, heb ik getwijfeld. Voor mij was F.C. De Kampioenen immers een afgesloten hoofdstuk. Maar De Kampioenen blijven voortleven, door de televisieherhalingen en de strips. Dus vond ik dat het toch mooi zou zijn om al die trouwe fans de acht nooit verfilmde afleveringen te gunnen. Toen contacteerde ik Bart, en samen met tekenaar Hec Leemans en zijn team deden we er alles aan om de magie van de televisiereeks om te zetten in deze strips.
Bart: An en ik stonden er van meet af aan wel op dat het onze verhalen zouden zijn, onze grappen, onze stijl. De strips moesten volledig de sfeer van de televisiereeks uitademen. Zo wilden we bijvoorbeeld dat de personages spraken zoals in de televisiereeks. Oké, in de strips wordt de 'jij-vorm' gehanteerd in plaats van de 'gij-vorm', maar dat is zowat het enige verschil.
SAMENWERKING
Hoe verliep de samenwerking met Hec Leemans en de andere medewerkers van de stripserie?
An: Ik ken Hec al langer, we hebben samengewerkt aan drie filmscenario's. En die samenwerking verliep altijd fijn. Nu moesten we er uiteraard rekening mee houden dat we voor een totaal ander medium werkten. Je moet je scenario aanpassen aan het aantal pagina's, het maximum aantal tekeningen, enzovoort. De dialogen moeten beknopt blijven, zodat ze in de tekstballonnen passen. Daar werd allemaal nauwgezet over gewaakt door het tekenteam. De job die Hec en zijn team deden was niet eenvoudig, maar het resultaat overtreft mijn verwachtingen.
Wat was het leukste om te doen bij dit project?
An: Voor Bart en mijzelf was het wel een leuke uitdaging om het DNA van de Kampioenen te behouden in een stripreeks. Qua herkenbaarheid, zowel in de tekeningen, het verhaal en de dialogen ... Hec en zijn team stonden daarover altijd in nauw contact met ons.
Bart: An en ik schreven de scenario's voor de strips zoals wij ze zouden schrijven voor de televisiereeks, met dat verschil dat we ons nu niet constant de vraag moesten stellen: is dit budgettair en productioneel wel haalbaar? Dat gaf ons toch wat meer vrijheid en het was wel leuk. Hec en zijn team konden toch alles tekenen. Draaien op locatie in Afrika zou bijvoorbeeld voor de televisiereeks budgettair niet mogelijk geweest zijn, we hadden ons dan moeten behelpen met een eenvoudig telefoontje. Maar in de strip is een uitstapje naar Babacouta zo getekend. We konden ook enkele personages opvissen die we al lang niet meer in de televisiereeks hadden gezien. En het was ook gewoon leuk om onze verhalen tot leven te zien komen in een strip, dat allemaal mee te kunnen opvolgen en de tekstballonnen bij te sturen.
FRISSE IDEEËN
Zonder spoilers weg te geven: welke avonturen mogen we verwachten?
An: Eigenlijk de klassieke verhalen, zoals de kijker er al een paar honderd op televisie zag. Verhalen met een lach en af en toe een traan. En er zit natuurlijk ook weleens een misverstand in. Maar de nieuwe stripverhalen hebben natuurlijk ook iets filmisch, omdat ze oorspronkelijk voor televisie geschreven waren. Dus zullen ze heel herkenbaar aanvoelen. En vermits Hecs tekenstijl blijkbaar ook erg door de fans wordt gewaardeerd, zullen die het gevoel hebben dat zij 'The best of both worlds' in handen krijgen.
Maar Bart, is het na 273 afleveringen en vier films niet heel moeilijk om nog nieuwe verhaallijnen te bedenken?
Bart: Eigenlijk was het best doenbaar om nieuwe verhaallijnen te bedenken, omdat we met tal van nieuwe invalshoeken zaten. We zouden sowieso verdergaan waar de vierde film geëindigd was, mits een tijdsprong van een paar maanden. Ronaldinho, ondertussen getrouwd met Niki – dochter van DDT – zou aan het hoofd staan van de Boma Vleesindustrie nv en de voetbalploeg, Boma was met pensioen, Bieke en Mark runden nog steeds de begrafenisonderneming en Fernand werkte bij DDT, tegen kost en inwoon. Al die elementen zorgden voor leuke, frisse ideeën.
EN AN, DE STRIPMUNKVRAGEN
Wat is de eerste strip die je ooit gelezen hebt?
Ten huize Swartenbroekx waren strips taboe. Pa Swartenbroekx, schrijver van jeugdboeken, vond dat mijn broer en ik 'echte boeken' moesten lezen. Toch kocht ik op de zondagsmarkt in Genk, een rommelmarkt, altijd de Jommeke-albums. Met mijn karige zakgeld. En las ik die strips stiekem in bed.
Wat is je favoriete stripreeks?
Uiteraard Jommeke. Ook Suske en Wiske, maar die heb ik pas later ontdekt. Zoals ik al zei, ik moest op mijn centjes passen. De tekenaar van Jommeke, Dieter Steenhaut, is trouwens ook de tekenaar van de vier kinderboeken Duupje die ik geschreven heb.
Heb je binnen de F.C. De Kampioenen-stripreeks een lievelingsalbum? Of een lievelingsscène?
De Trouwpartij, het huwelijk van Mark en Bieke. Omdat dit ook mijn favoriete aflevering was in de televisiereeks. Mijn vader had die geschreven, en er ook een 'ceremoniemeester' bij verzonnen. In de aflevering werd die rol gespeeld door acteur Guido De Craene, die nu in het echte leven mijn man is.
Met welke stripfiguur zou je een echt avontuur willen beleven?
Met Professor Gobelijn. Een verstrooide professor en uitvinder. Een oudere, soms wijze man ... daar heb ik blijkbaar een boon voor. Als ze mij als kind vroegen wat ik later wou worden, zei ik steevast: uitvinder. En zie: verhalen verzinnen als scenarist is toch ook een beetje 'uitvinden’.
Ooit een crush gehad op een strippersonage?
Neen. Ik hou het bij crushes op mensen van vlees en bloed. Zoals op die ceremoniemeester ...
‘De Jommeke-personages acteren anders dan die uit Suske en Wiske’.
Kristof Berte en Dirk Stallaert over het jubileumalbum De vorsten van Onderland.
Stel dat meester-crimineel Krimson en Prutelia van Achterberg, de gemene koningin van Onderland, gaan samenwerken om ‘grootse dingen te bereiken’. Dan kan dat maar één ding betekenen: big trouble in paradise! En een groot gevaar voor de viering van 80 jaar Suske en Wiske en 70 jaar Jommeke!
Tot de iconische striphelden besluiten een monsterverbond te sluiten. Zullen Suske, Wiske, Jommeke, Filiberke en de anderen erin slagen om van 2025 toch nog een feestjaar te maken?
De vorsten van Onderland is een prachtige jubileumuitgave waarbij de werelden van twee van de meest populaire familiestrips elkaar ontmoeten.
Hoe dat unieke album tot stand kwam? Dat vroegen we aan scenarist Kristof Berte en tekenaar Dirk Stallaert.
DE ZOETE RUST
Kristof, van wie kwam het idee van dat jubileumalbum eigenlijk?
Kristof Berte: Van de uitgeverij. Ik denk dat ze daar een nu-of-nooit-gevoel hadden, naar aanleiding van de 80ste verjaardag van Suske en Wiske en de 70ste verjaardag van Jommeke. Ik was zeer vereerd toen ze me vroegen om het scenario te schrijven. Dat kon ik natuurlijk niet laten liggen, zeker niet toen bleek dat ik met Dirk Stallaert zou samenwerken, voor mij een van de beste Vlaamse tekenaars ooit. Het bleek – en blijkt – een hele fijne samenwerking te zijn.
Een geniale vondst om het verhaal te beginnen in een psychiatrische instelling met Krimson en de koningin van Onderland.
Ik wou bewust niet starten in de directe omgeving van Suske en Wiske of Jommeke. Dat zou te veel het gevoel geven dat de ene reeks inbreekt in de leefwereld van de andere. Terwijl ik absoluut wou dat ze sámen een avontuur beleven. Het psychiatrisch centrum De Zoete Rust leek me wel een mooi startpunt om de koningin van Onderland en Krimson met elkaar te laten kennismaken.
Hoe groot was de uitdaging om een verhaallijn te verzinnen?
De belangrijkste uitdaging voor het verhaal was vooral het evenwicht tussen beide reeksen te bewaren. Je kan het niet maken om één reeks (of één personage) te veel op de voorgrond te zetten. Voor mij was het wel het uitgelezen moment om Jommeke eens in de tijd te laten reizen. Dat is in de reguliere reeks eigenlijk niet mogelijk, bij Suske en Wiske zijn de mogelijkheden op dat gebied groter.
SPREKENDE KOFFIEPOTTEN
Wat is er eigenlijk zo typisch aan de verhalen van Jommeke en die van Suske en Wiske?
De verhaallijnen van Jommeke zijn normaal gezien minder complex en rechtlijniger dan de verhaallijnen van Suske en Wiske. In Suske en Wiske speelt het fantasie-element ook een grotere rol. Elfjes, draken, geesten, sprekende koffiepotten ... Dat kan allemaal niet binnen het universum van Jommeke.
Aan de andere kant hebben de Jommeke-verhalen een zekere volksheid, maar ook een absurditeit die minder in de verhalen van Suske en Wiske zit, ik denk maar aan De Lustige Slurvers of De Grote Knoeiboel. Wat ze gemeenschappelijk hebben, is dat de nevenpersonages in beide reeksen de peper en het zout van de verhalen zijn. Kwak en Boemel en Lambik zouden het misschien wel best met elkaar kunnen vinden.
En hoe stem je dan die twee werelden op elkaar af?
Om ze met elkaar te verbinden, heb ik elementen uit beide reeksen met elkaar verweven. Zo keren ze terug in de tijd, zoals in Suske en Wiske, maar gaan ze wel naar een locatie uit Jommeke. Ook het feit dat beide werelden over een ietwat excentrieke professor beschikken, kwam me handig uit. Er zijn trouwens ook enkele eastereggs met verwijzingen naar albums van beide reeksen, voor de liefhebbers, al heb ik hiermee zeker niet overdreven.
Ze hebben allebei toch ook een iets andere doelgroep?
Ik heb ook absoluut rekening gehouden met de doelgroep. Suske en Wiske zal inderdaad een iets ouder publiek aanspreken dan Jommeke, maar ik ben ervan overtuigd dat lezers van een van beide stripreeksen genoeg elementen uit hun favoriete reeks zullen terugvinden om het voor hen leuk te maken. Ik vermoed trouwens dat veel Vlaamse kinderen (en volwassenen!) sowieso opgegroeid zijn met beide reeksen.
KEUZES MAKEN
Plotseling krijg je wel heel veel hoofdpersonages. Hoe geef je ze elk een rol?
Dat heeft me wel wat – figuurlijke – slapeloze nachten bezorgd. Er doen nu al een pak personages mee, maar ik heb er ook heel veel achterwege moeten laten. Moeilijke keuzes, sommige met spijt in het hart. Ik wou per se Lambik en Jerom in het verhaal, omdat die toch echt belangrijk zijn voor het Suske en Wiske-gevoel. Al heb ik ze wat naar de achtergrond geschoven. Ik vermoed dat Dirk af en toe weleens gevloekt heeft op mij. In sommige plaatjes zitten behoorlijk wat personages. En probeer die allemaal maar eens in de cabine van de teletijdmachine te stoppen :-).
Wat is jouw eigen lievelingsalbum van Jommeke en Suske en Wiske?
Voor Jommeke is dat De Gouden Jaguar – een echt jongensverhaal in de jungle, heerlijk. Voor Suske en Wiske De Parel in de Lotusbloem, een opvallend emotioneel verhaal in een prachtige setting met meesterlijke tekeningen van Paul Geerts, waarvan ik bij elke leesbeurt weer onder de indruk ben.
KLARE LIJN
Dirk, als tekenaar van onder andere Suske en Wiske, de Kiekeboes en Nero heb je al aangetoond dat je een aantal stijlen aankan. Maar wat is er grafisch zo eigen aan de wereld van Suske en Wiske en die van Jommeke?
Dirk Stallaert: De gelijkenissen: het gaat bij allebei om een min of meer klare lijn. ‘Min of meer’ omdat die lijn bij beide series minder streng gehanteerd wordt dan door Hergé. Lees: meer gebruik van arceringen en meer effect op de lijn, van dik naar dun. Maar helderheid, directe leesbaarheid van de tekening is bij beide een prioriteit.
De verschillen: bij Jef Nys was alles wat ronder, boller en karikaturaler dan bij Willy Vandersteen. Een voorbeeld van dat karikaturale: Sidonia gaat door voor iemand met zeer grote voeten, een vast schertsonderwerp voor de andere personages. Maar vergelijk die schoenmaat eens met die van Gobelijn: Sidonia kan er anderhalve keer in.
De handen: elk personage heeft fijne handen bij Vandersteen en grove bij Nys.
Het zit hem in details, grosso modo liggen de twee stijlen niet zo ver uit elkaar en zijn ze redelijk goed te vermengen. Wat niet betekent dat het simpel is :0) ...
En is het dan niet moeilijk om die twee werelden te verenigen? Waar zaten grafisch de knooppunten?
Het is inderdaad niet vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld, de Jommeke-personages acteren anders dan die uit Suske en Wiske. Zonder uitzondering hebben de eerste een uitzonderlijk drukke motoriek, een in het oog springend stijlkenmerk van Jef Nys. Iedereen staat in het rond te springen en te dansen met driftige gebaren, terwijl in Suske en Wiske redelijk realistisch geacteerd wordt. Er komen weleens absurde houdingen en bewegingen in voor, maar die zijn niet de regel.
DOELGROEP
Ook qua leeftijd mikken beide series op een andere doelgroep.
Dat er op verschillende doelgroepen gemikt wordt, uit zich naar mijn gevoel eerder in de dialoog:
de teksten zijn bij Jommeke eenvoudiger en korter, terwijl het bij Suske en Wiske al wat wijdlopiger en minder kinderlijk mag. Voornamelijk een probleem voor scenarist Kristof Berte dus, die daar een mooie tussenweg voor heeft gevonden.
Was het überhaupt niet lastig om in de wereld van Jommeke te komen? Die laat nog minder eigen inbreng toe, veronderstel ik.
Voor mij was het Jommeke-gedeelte inderdaad het moeilijkste, omdat ik de strip minder gevolgd heb dan Suske en Wiske. Ik ben opgegroeid met die laatste (de albums uit de jaren '60 van de tandem Vandersteen – Eduard De Rop). Ik las natuurlijk weleens een Jommeke, maar dan zonder de stijl ervan te bestuderen. Het is overigens geen sinecure om de stijl van Nys te benaderen. Er zit een zeer grote regelmaat in en afwijkingen daarop springen snel in het oog. Zijn opvolgers slagen er wonderwel in, maar kenners zullen geen moeite hebben om mijn talloze inbreuken te spotten.
CREEPY
Wat was grafisch de leukste scène om te tekenen?
De kroningsplechtigheid van Krimson en de koningin van Onderland springt er wel uit. Verder alles waar Krimson meespeelt, want dat vind ik een dankbaar personage.
Heb je een favoriet Jommeke-album?
De koningin van Onderland, toevallig. Voor een kind in 1962 behoorlijk creepy, terwijl die koningin op de een of andere manier toch ook sexy was.
En een Suske en Wiske-album?
De gouden cirkel. Spannend, bij de zoveelste herlezing nog altijd, pakkend en zeer grappig. Hoe Vandersteen iets ergs, zoals een enge dodelijke ziekte, in beeld brengt alsof dat ook al iets om te lachen is ... Hoedje af.
UITDAGING
Hoe uitdagend is het om met de erfenis van Jef Nys en Willy Vandersteen aan de slag te gaan?
Dirk Stallaert (tekenaar): “Zowel Jommeke als Suske en Wiske zullen ‘het gebit des tijds’ gebroken tanden bezorgen. Daar iets aan toevoegen is niet gemakkelijk.” Kristof Berte (scenarist): “Het brengt inderdaad wat druk met zich mee, omdat de verwachtingen van de lezers – terecht – erg hoog liggen. Maar ik ken de personages goed, dat maakt het schrijven makkelijker.”
Leggen jullie ook bewust eigen accenten in de reeks, drukken jullie als het ware je eigen stempel op de strips?
Dirk: “Iedereen heeft een persoonlijkheid die onvermijdelijk in je werk sluipt. We hebben wel geprobeerd om zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven.”
Kristof: “Jommeke en Suske en Wiske zijn inderdaad tijdloze monumenten, ik ben er niet mee bezig om daar een eigen stempel op te drukken. De reeks is belangrijker dan de scenarist.”
Zijn er ook eigenschappen van Jommeke en Suske en Wiske die nooit zullen veranderen, omdat ze onlosmakelijk met hen verbonden zijn?
Kristof: “Als scenarist kan je nooit het karakter van de personages veranderen, omdat die eigenheid en herkenbaarheid hen net zo geliefd maken.”
Dirk: “De figuren hebben inderdaad een eigen karakter, de ruggengraat van beide strips. Tijden en inzichten veranderen, maar Wiske zal altijd eigenwijs zijn, Suske ridderlijk en Jommeke enthousiast.”
“Tijden veranderen, maar Wiske zal altijd eigenwijs zijn, Suske ridderlijk en Jommeke enthousiast” — Dirk Stallaert
Zijn jullie zelf ook opgegroeid met de stripreeksen?
Kristof: “Ik heb leren lezen met Jommeke. Eerst was dat vooral naar de plaatjes kijken en af en toe wat tekst meepikken, maar later heb ik alle albums verslonden.” Dirk: “Ook ik werd als kind door deze reeksen ‘van mijn hobbelpaard gebliksemd’ (lacht). Ik wist al vroeg dat ik later ook zoiets wilde maken.”
Zijn er boeken die jullie er in de kerstperiode extra graag bijnemen of die voor altijd met die periode verbonden zijn door een bepaalde herinnering?
Kristof: “Met ‘De drie geesten van kerst’ heb ik zelf een kerstalbum voor Jommeke geschreven. Ik vind dat nog altijd een fijn album, vol gezellige kerstsfeer.”
Dirk: “Ik herinner mij een eindejaarsperiode uit mijn kindertijd waarin ik als cadeau een pakketje strips kreeg, waaronder ‘De koningin van Onderland’ en ‘De ringelingschat’. Heerlijk!”
Kristof Berte (°1983) debuteerde in 2016 met zijn eerste stripalbum ‘Lise op Monstereiland’. Zijn tweede album in deze reeks werd genomineerd als Beste Jeugdalbum door Het Stripschap. Ondertussen is Kristof een van de vaste scenaristen voor Jommeke.
Dirk Stallaert (°1955) was eerst assistent van Marc Sleen voor de reeks Nero, en nadien hoofdtekenaar van diezelfde reeks. Hij heeft daarnaast aan verschillende andere reeksen meegewerkt waaronder De Kiekeboes en Suske en Wiske. Hij was ook hoofdtekenaar van de reeks Nino. Dirk omschrijven als een van Vlaanderens beste tekenaars is een understatement. In 1995 won hij de prestigieuze Bronzen Adhemar
Dimitri Vegas over zijn fantastische comicreeks Dino Warriors
De comic Dino Warriors is een perfecte, fantastische mix van actie, humor, engagement en avontuur. De wereldberoemde topdj en producer Dimitri Vegas bedacht de serie en kon zo twee van zijn passies verenigen: dino’s en strips. Stripmunk had een gesprek met hem.
‘België heeft een enorm rijke history op het vlak van zowel elektronische muziek als stripcultuur’
Los Angeles. Cokedealers slaan hun slag. Het is Business as usual in de corrupte stad. Tot vijf dino’s zich gaan moeien, de Dino Warriors. Zij voelen de nood ‘to punch some bad guys’.
Euh, vijf dino’s? Yep, de broers Leonidas, Archimedes, Democritus en Alexander en hun zus Cleopatra behoren tot de diersoort dinosauriërs. Ze zijn pas ontwaakt uit een diepe slaap van een miljoen jaar. Ze hebben een erecode en een missie: het goede nastreven. Cokedealers zijn echter watjes tegenover Het Kwaad, Maximus, de Zoogdierkoning, hun ergste vijand. Want zijn doel is simpel: de aarde vernietigen. Gelukkig is er Takis, de mentor van de Dino Warriors. Hij leidt hen op in hun strijd tegen Maximus en zijn verdorven volgelingen. Maar zijn ze wel opgewassen tegen hun taak? De dino’s zijn immers zelf nog maar pubers.
EEN MAGISCHE PERIODE
Dimitri, je bent opgegroeid in de tweede helft van de jaren '80 en de jaren '90, de jaren van de opkomst van de comichelden, maar ook van Jurassic Park, Dungeons & Dragons, Star Wars, Ghostbusters ... Hebben al die indrukken uit je jeugd het basisidee van Dino Warriors gevormd?
Dimitri Vegas: Absoluut. Die periode was echt magisch als je opgroeide met een liefde voor pop culture. Jurassic Park heeft een onuitwisbare indruk op me nagelaten — sinds die film ben ik compleet gefascineerd door dinosaurussen. En tegelijk leefde je als kind in een wereld van comics, Saturday morning cartoons, action figures … Dino Warriors is een eerbetoon aan mijn jeugd. Wat VOORLOPIGE het extra bijzonder maakt, is dat ik nu zelf vader ben van een vierjarig zoontje die net zo door dino’s geobsedeerd is als ik vroeger was (en eerlijk gezegd, nog steeds ben). Dat heeft het project een diepere laag gegeven, omdat ik echt iets wou maken waarmee hij kon opgroeien. Dit is een avontuur dat ouders samen met hun kinderen kunnen beleven — iets dat generaties verbindt, net zoals de beste comics en cartoons dat vroeger voor mij deden.
DINOVERSE
Knap hoe je niet alleen de wereld van de comichelden maar ook bijvoorbeeld de Griekse geschiedenis in de verhaallijnen van Dino Warriors hebt verwerkt. Hoe zijn die ontstaan?
Ik ben zelf van Griekse afkomst, dus voelde het vanzelfsprekend en belangrijk om die rijke geschiedenis te verwerken in het verhaal. Er zit ontzettend veel worldbuilding in het Dino-Verse. In het eerste boek lichten we daarvan maar een klein tipje van de sluier op, door voor het eerst te vertellen over de thuisplaneet van de dino’s en hoe onze helden uiteindelijk op aarde zijn beland.
De reizen van hun vader Takis (vernoemd naar mijn eigen overleden vader) door het oude Griekenland hebben een veel grotere impact op aarde gehad dan op het eerste gezicht lijkt. De namen van onze Dino Warriors verraden de tijdslijn en de vriendschappen die Takis in zijn eeuwenlange zoektocht door ancient Greece heeft gesmeed. Hij reisde letterlijk door de schaduw van de geschiedenis, op zoek naar een manier om zijn ruimteschip opnieuw aan de praat te krijgen. Die mix van geschiedenis, sciencefiction en persoonlijke elementen geeft het verhaal ook een extra laag die ik heel bewust heb ingebouwd en die we stap voor stap onthullen. Er is eigenlijk meer dan genoeg materiaal voor een heel eigen aparte reeks (of wellicht een boek, wie weet?) en we zijn nog maar net begonnen, haha.
Heb je zelf een favoriete comicheld?
Ik heb er veel :-). Maar als ik er een moet kiezen, is het toch Spider-Man. Ik was ongeveer even oud als mijn zoon London nu, toen ik tijdens onze jaarlijkse vakantie in Griekenland de oude comics van mijn vader ontdekte. Ik kon nog niet lezen (ze waren trouwens in het Grieks, dus dat had weinig uitgemaakt, lol) — maar ik was meteen verkocht. Urenlang zat ik geboeid te bladeren in die zwart-witverhalen. Sindsdien ben ik een enorme comicfan gebleven, wat in de jaren ’90 in België niet altijd evident was — you had to work for it! Je moest soms serieus ver rijden om Amerikaanse comics te vinden. Dus heb ik meer dan eens gespijbeld om bijvoorbeeld met de bus naar Antwerpen te trekken. Daar kon ik dan bij stripwinkel Mekanik Strip comics halen. Gelukkig knepen ze daar weleens een oogje toe als er een verdacht jonge klant opdook tijdens de schooluren.
ODE AAN DE POPCULTUUR
Ik herken wel wat van Yoda in Takis. Is Takis een ode aan Yoda, en bij uitbreiding: is Dino Warriors ook een ode aan films als Star Wars, Back to the future, The Terminator ...?
Voor mij is Takis echt een hommage aan mijn vader – iemand die zijn thuis op jonge leeftijd heeft achtergelaten om er in een nieuwe wereld het beste voor zijn kinderen van te maken. Hij was niet perfect, maar hij was er altijd om advies te geven en zijn kids te steunen – het is een beetje mijn manier om zijn nagedachtenis in ere te houden. Maar het klopt ook dat Dino Warriors als geheel een grote ode is aan mijn jeugd en de popcultuur waarmee ik ben opgegroeid. Dus dingen als ruimte, tijdreizen en alternatieve realiteiten maken een vast deel uit van het Dino-Verse. Het is mijn manier om al die elementen te combineren tot een nieuw avontuur dat tegelijk vertrouwd én fris aanvoelt.
Heb je stiekem toch een eigen favoriet bij de Dino Warriors?
Ik denk dat Leonidas daar dan toch de winnaar is … We staan nog maar aan het begin van het verhaal, dus leren we de dino’s nog maar net echt kennen, maar elk van hen heeft lagen en persoonlijkheden die we gaandeweg verder zullen ontdekken. Leonidas heeft bijvoorbeeld een verborgen droom die subtiel verraden wordt in het eerste boek — je ziet in zijn labo een herkenbare poster hangen die verklapt wat zijn échte passie en hobby is. Daar gaan we in de volgende avonturen nog heel wat plezier mee beleven.
Maar wat Dino Warriors voor mij zo sterk maakt, is het teamgevoel. Elk personage heeft zijn eigen karakter, zijn eigen talenten, maar ze steunen elkaar onvoorwaardelijk. Ik geloof echt dat elke lezer zich wel zal herkennen in een of meerdere van de dino’s — en dat maakt het net zo leuk om dit universum verder uit te bouwen.
ICONISCHE VROUWEN
Mariel en haar zusje Olivia zijn mooie karakters. Kan je iets meer over hen vertellen?
Het voelde vanzelfsprekend dat onze Dino Warriors ook ondersteund zouden worden door een krachtige menselijke cast. Mariel en Olivia zijn daarin cruciale schakels. Mariel is intelligent, vastberaden en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Zo moet ze haar jongere zusje opvoeden terwijl ze haar handen vol heeft als politierechercheur. Olivia is jong en impulsief — maar met een hart van goud. Hun dynamiek weerspiegelt echte zussenrelaties: liefdevol, soms botsend, maar altijd verbonden. Voor mij was het belangrijk om ook sterke vrouwelijke personages in het verhaal te brengen — maar dan wel op een organische manier, zonder dat het geforceerd aanvoelt. Popcultuur zit vol iconische vrouwen zoals Leia, Lt. Ripley, Sarah Connor … en de twee zussen zullen daar zeker niet voor onderdoen. :-)
DREAMTEAM
Hoe heb je eigenlijk de ploeg medewerkers aan Dino Warriors samengesteld?
Ik heb het geluk gehad om door de jaren heen enorm veel interessante mensen te leren kennen in Hollywood. Daardoor heb ik Dino Warriors kunnen laten groeien van een idee dat me wakker hield tijdens een lange vlucht tot een volledige stripreeks. Twee mensen voor wie ik enorm veel respect heb, zijn David en Michael Uslan. Michael heeft jarenlang gevochten om Batman op het grote scherm te krijgen — het idee van een ‘ernstige’ Batmanfilm werd in die tijd door geen enkele studio serieus genomen. Hij werd letterlijk aan elke deur weggestuurd. Het is dankzij zijn vasthoudendheid dat we vandaag zo’n rijke geschiedenis aan comic book movies hebben. Zijn verhaal is ongelofelijk inspirerend, vooral omdat het toont hoe moeilijk het is om écht iets nieuws van de grond te krijgen én hoe mensen vaak enkel naar de successen kijken en niet naar het harde werk dat daaraan voorafgaat. Ook met John Nee — de voormalige head publisher van Marvel — heb ik iemand in mijn kamp die zóveel ervaring heeft in de wereld van comics. En dat werkt niet alleen motiverend, het tilt het hele project ook naar een hoger niveau.
En dan is er natuurlijk de creatieve kern: Erik Burnham, onze schrijver. Ik was al fan van zijn werk sinds ik de eerste Ghostbusters-comic las. Hij voelde perfect aan welke toon ik voor ogen had. Toen hij superenthousiast op mijn Direct Message op Instagram reageerde, wist ik dat het goed zat. En hij heeft écht ‘overdelivered’. Diego Galindo kende ik dan weer van zijn fantastische werk aan Power Rangers. Dat hij tijd wilde maken in zijn drukke schema om een volledige reeks te tekenen — daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Zijn stijl past perfect bij het universum waar we aan bouwen. Het is echt een team effort, en ik voel me ongelooflijk bevoorrecht om met zulke getalenteerde mensen te mogen samenwerken.
ELEKTRONISCHE MUZIEK EN STRIPS
Met Dino Warriors heb je een nieuwe wereld gecreëerd. Het zal dus niet alleen bij comics blijven ;) ?
De droom is uiteraard om met Dino Warriors verder te evolueren naar een tv-reeks, speelgoed, en wie weet zelfs een film. Maar in eerste instantie ben ik vooral benieuwd naar de reacties bij deze lancering in België. Omdat ik zelf van hier ben, vond ik het belangrijk dat dit project ook hier zijn oorsprong zou kennen — als een eerbetoon aan de creatieve geschiedenis van mijn thuisland. Zoals we allemaal weten heeft België een enorm rijke history op het vlak van zowel elektronische muziek als stripcultuur. De voorbije decennia hebben we, samen met Tomorrowland, mee de wereldwijde ‘nieuwe’ sound van dance helpen vormgeven. En nu hoop ik op mijn beurt de Belgische comictraditie mee te eren en wereldwijd terug in de spotlights te zetten — om zo mijn eigen steentje bij te dragen aan de popcultuur, zoals zoveel van mijn vrienden en helden dat vóór mij hebben gedaan.
Morjaeu en Van Loock eren Vandersteen en Nys
Ter gelegenheid van 70 jaar Jommeke en 80 jaar Suske en Wiske brengen Luc Morjaeu en Gerd Van Loock elk een eigen hommage aan twee grootmeesters van de Vlaamse strip. Morjaeu, jarenlang de hoofdtekenaar van Suske en Wiske, eert Willy Vandersteen met 'De anonieme Alchemist', een spannend avontuur dat teruggrijpt naar de mysterieuze en fantasierijke sfeer van de vroegere verhalen. Van Loock, die vandaag nog steeds tekent voor Jommeke, brengt hulde aan Jef Nys met 'Trammelant in het Verkeerde Land'. In dit album keert hij terug naar het mythische Verkeerde Land, het decor van een van Nys’ eigen favoriete albums, voor een gloednieuw avontuur vol humor en verwarring. Beide tekenaars zetten zo hun bewondering om in creatie, en houden de geest van hun voorgangers springlevend.
Luc Morjaeu over zijn Suske en Wiske-hommagealbum 'De anonieme alchemist'
‘Een diefstal van gravures van Breugel uit het kasteel van Marnix Van Sint-Aldegonde is het begin van een avontuur dat Suske en Wiske tot in Fantasia brengt. Daar moeten ze een alchemist proberen tegen te houden die van plan is de bron van Fantasia te vergiftigen. Want dan zou Fantasia ophouden te bestaan. Suske, Wiske, tante Sidonia, Lambik en Jerom beginnen aan een tocht waarin ze heel wat oude bekenden tegenkomen. Maar niet iedereen heeft het goed met hen voor en de verbeterde versie van de ‘teledresser’ helpt ook niet altijd.
In het album spelen veel figuren mee die ik kende uit mijn jeugd. Om er maar enkele te noemen, uit verschillende periodes: van de Vetten en de Mageren uit Op het eiland Amoras tot de bosgeesten uit De nerveuze Nerviërs en van Pamoras uit De kwakstralen tot Antanneke uit De zeven snaren. Ik citeerde hierbij graag en veel uit de teksten en tekeningen van Willy Vandersteen.’
Gerd Van Loock over 'Trammelant in het Verkeerde Land'
‘Avond. We zien Jommeke en Flip heerlijk dutten terwijl buiten de regen naar beneden plenst. Naast en op het bed liggen Jommekes-albums kriskras door elkaar. Ook enkele albums van Langteen en Schommelbuik zijn duidelijk te zien. Eén Jommekes-album springt het meest in het oog: album 21, Het Verkeerde Land. Duidelijk het album waarmee onze held in slaap is gevallen …
Plots schiet een pijl met stompe punt door het raam met redelijk wat tumult tot gevolg. Verbaasd kijken onze wakker geschoten vrienden door het raam naar beneden. Daar staat een totaal uitgeregende Jan Soldaat bovenop een even doorweekte oude knol.
Die gebiedt Jommeke om dringend en op bevel van de koning naar het Verkeerde Land te komen. Om de reis te bespoedigen nemen ze samen plaats op het rijdier en rijden ze tot diep in de nacht tot aan de poort van het koninklijk slot.
Daar treffen ze de koning aan in alle staten. Zijn geliefde gemalin is sinds enkele dagen verdwenen tijdens een van haar uitstapjes in het bos. Jommeke stelt een superteam samen om haar te zoeken. Maar zit de boosaardige roofridder Baldafoer niet achter de verdwijning van de koningin?’
Wedstrijd: Teken je eigen eerbetoon aan je favoriete stripheld!
Ben jij ook zo'n fan van Suske en Wiske en/of Jommeke? Laat je creativiteit zien en stuur jouw tekening naar Standaard Uitgeverij!
Hoe deelnemen?
Stuur je tekening vóór 18 augustus 2025 op. Vermeld je naam, leeftijd en e-mailadres naar onderstaand adres:
Standaard Uitgeverij
Ter attentie van wedstrijd
Franklin Rooseveltplaats
2060 Antwerpen
Prijzen
Standaard Uitgeverij kiest 6 winnaars en maken dit bekend op 25 augustus 2025. De winnaars zullen persoonlijk gecontacteerd worden. De winnaars ontvangen: Suske en Wiske: 'De anonieme Alchemist' én Jommeke: 'Trammelant in het Verkeerde Land'. Veel tekenplezier en succes!
Timon Verbeeck zet zijn TikTok-volgers aan het lezen met ‘Project D.I.N.O.’
Timon Verbeeck zet zijn TikTok-volgers aan het lezen met ‘Project D.I.N.O.
Met meer dan een miljoen volgers is Timon Verbeeck een van de populairste TikTok-sterren van ons land. Kinderen zijn dol op zijn knotsgekke grappen, zijn flashy rode pakje en – sinds vorig jaar – zijn boek ‘Operatie T.O.I.L.E.T.’. Wegens groot succes krijgt dat boek in september een vervolg, ‘Project D.I.N.O.’.
Of is ‘Project D.I.N.O.’ niet echt een sequel op je eerste boek?
“Nee, want ik wou dat kinderen die ‘Operatie T.O.I.L.E.T.’ nog niet gelezen hebben, het verhaal ook kunnen volgen. Het enige personage dat terugkeert is Timon zelf. Voor de rest heb ik een compleet nieuw avontuur, met nieuwe personages, verzonnen. Persoonlijk vind ik ‘Project D.I.N.O.’ nog leuker dan ‘Operatie T.O.I.L.E.T.’, want Timon beleeft nog meer zotte avonturen: tijdreizen, dinosaurussen, stoptreinen… Je kan het zo gek niet bedenken of het zit in het boek.”
‘Operatie T.O.I.L.E.T.’ werd een echte bestseller. Droomde je er al langer van om een boek te schrijven?
“Toen de uitgeverij me uitnodigde om het eens te hebben over een eigen boek, was ik wel meteen enthousiast. Zo enthousiast zelfs, dat ik op de trein terug naar huis meteen de eerste drie hoofdstukken heb geschreven. ’t Was een beetje een kinderdroom die in vervulling ging. Als kind was ik verzot op lezen. In onze bibliotheek was ik lid van de kinderjury, waarvoor ik minstens twee boeken per maand las. Maar ook thuis zat ik voortdurend te lezen of zelf verhalen te tokkelen op mijn computer. Als mensen me vroegen wat ik later wilde worden, antwoordde ik: ‘Schrijver, YouTuber en kreeftenvisser’. Twee van die jobs kan ik al afvinken, nu die laatste nog.” (lacht)
"Mijn boek barst van de grappen, zodat ook kinderen die het gewend zijn om eindeloos te scrollen, niet afhaken”
Zijn je boeken gericht op het publiek dat jou kent van TikTok en YouTube?
“Het boek zit wel vol van het soort onnozele humor dat je ook op mijn TikTok-kanaal vindt. En met ‘vol’ bedoel ik echt ‘vol’: om de drie zinnen wou ik er een goede grap in smokkelen, zodat ook kinderen die het gewend zijn om eindeloos te scrollen niet zouden afhaken. Mijn fameuze rode pakje speelt ook een belangrijke rol in het eerste boek, maar er is één groot verschil. In mijn boeken is er nog geen sprake van het internet. Zowel in ‘Operatie T.O.I.L.E.T.’ als ‘Project D.I.N.O.’ ben ik er twaalf en toen bestond er nog geen TikTok of Instagram.”
Je hebt ondertussen een gigantische fanbase opgebouwd. Vooral kinderen zijn verzot op je humor.
“Ja, nochtans dacht ik bij mijn eerste filmpjes niet: ‘Dit ga ik nu eens voor kinderen maken’. Ik heb blijkbaar gewoon de humor van een achtjarige. (lacht) Op straat merk ik het meteen als een jongetje of meisje me herkent, dan zie je hen met grote ogen kijken. Al wil ik helemaal niet dat ze me als een soort superheld zien. Integendeel, de boodschap van mijn filmpjes – en mijn boeken – is net dat het oké is om gewoon jezelf te zijn. De meeste grapjes gaan erover dat ik weinig vrienden heb of me ongemakkelijk voel bij meisjes. Op sociale media krijgen jongens al genoeg te horen dat ze stoer of gespierd moeten zijn. Ik wil laten zien dat dat niet altijd hoeft. Op school was ik zelf niet zo populair, dus besloot ik de grapjas te gaan uithangen. Zo vond ik toch mijn plaats binnen de klasgroep. Eigenlijk gebruik ik humor vandaag nog steeds als een schild: ik zet mezelf voortdurend voor schut, zo kunnen anderen dat al niet meer doen."
“Mijn boodschap? Het is oké om gewoon jezelf te zijn”
Sommige ouders maken zich zorgen over de slechte invloed van sociale media op hun kinderen. Terecht, denk je?
“Ik denk wel dat kinderen beter niet te vroeg met sociale media beginnen en dat ouders ook later best nog een oogje in het zeil houden. Tegelijk ben ik ervan overtuigd dat sociale media ook hun positieve kanten hebben. Alles wat ik nu zelf doe met mijn filmpjes – schrijven, filmen, grappen maken - heb ik geleerd op sociale media. Wist je trouwens dat een van de grootste Vlaamse TikTok-accounts dat van Karrewiet (het jeugdjournaal van de VRT, red.) is? Fake news is een probleem, maar kinderen vinden ook vlotter dan ooit de weg naar betrouwbare nieuwskanalen.”
Hoop je dat je online volgers, dankzij jouw boeken, misschien wat vaker gaan lezen?
“Zeker. Ik ben fier op mijn filmpjes, maar op mijn boeken ben ik pas echt trots. Met ‘Operatie T.O.I.L.E.T.’ was het expliciet mijn bedoeling om kinderen, die me kennen van TikTok, te overtuigen om eens een boek vast te pakken. Het lijkt erop dat dat gelukt is, want ik krijg regelmatig enthousiaste berichtjes van kinderen én van hun ouders. ‘Mijn zoon heeft nog nooit een boek uitgelezen, maar ‘Operatie T.O.I.L.E.T.’ heeft hij al drie keer verslonden.’ Een mooier compliment kan ik me niet inbeelden.”
TUSSEN DE REGELS
Welk boek las je als kind het liefst?
“Zonder twijfel de Harry Potterboeken. Die verhalen zijn voor mij pure jeugdnostalgie. Ik was precies zo oud als Harry, Ron en Hermelien toen ik de boeken voor het eerst las, dus het voelt echt alsof ik samen met hen ben opgegroeid.”
Stel dat je moest kiezen tussen televisie of TikTok, wat wordt het dan?
“Ik vind het leuk dat ze me vragen voor al die tv-programma’s. ‘De slimste mens’ was zelfs een droom die uitkwam, maar ik heb niet de ambitie om een fulltime ‘televisiegezicht’ te worden. Mijn online werk blijft mijn eerste en grootste passie.”
Hoe ontspan je na een lange dag?
“Door in bad te gaan of mijn kat te aaien. Het liefst zou ik die twee activiteiten combineren, maar mijn kat is helaas bang van water.” (lacht)
Annet Schaap keert in ‘Krekel’ terug naar de wondere wereld van ‘Lampje'
Hoe doe je dat, aan een tweede boek beginnen nadat je debuut door iedereen de hemel in werd geprezen? Auteur Annet Schaap hield het hoofd koel, keerde terug naar het universum van ‘Lampje’ en schreef met ‘Krekel’ opnieuw een wonderlijk sprookje dat jong en oud bekoort.
Het publiek heeft uw tweede roman alweer helemaal in de armen gesloten, net zoals ‘Lampje’ destijds. Doen die positieve reacties deugd?
“Ik zou liegen als ik zei dat die me onverschillig laten, ja. Was het niet de Nederlandse cabaretier Wim Kan die ooit zei: ‘Ik lees geen recensies, ik spel ze’? Dat heb ik dus ook. (lacht) Ik volg de reacties op mijn werk altijd nauwgezet op. Bij ‘Krekel’ had ik ook echt niet verwacht dat mensen zo lovend zouden zijn, ik dacht dat iedereen het minder goed zou vinden dan ‘Lampje’. Het doet extra deugd omdat ik op dit boek ook weer lang heb zitten zwoegen, zeker een paar jaar. Ik was er nochtans al kort na de publicatie van ‘Lampje’ aan begonnen, maar door alle aandacht voor dat boek liep het schrijfproces vertraging op. Ik vond het deze keer ook gewoon moeilijker, alsof alle lezers van ‘Lampje’ nu kritisch over mijn schouder stonden mee te lezen."
“Ik geloof dat de beste kinderboeken altijd een breder publiek kunnen aanspreken, ook volwassenen” — Annet Schaap
‘Krekel’ is losjes gebaseerd op het sprookje ‘De zes zwanen’, over een meisje dat zes hemden moet breien van brandnetels voor haar betoverde broers én zes jaar lang niet mag lachen of spreken. Waarom koos u net voor dat sprookje?
“In dat verhaal zitten veel elementen die me mateloos intrigeren. Vooral Eliza, het zusje, heb ik altijd interessant gevonden, omdat ze als meisje vooral heel stil moet zijn en zich moet opofferen voor haar grote broers. Tegelijk wil ze zelf niets liever dan vrij en ongebonden zijn, zoals haar broers dat vroeger waren. Dat laatste herken ik, want ik was als kind ook een heel jongensachtig meisje. Als ik met mijn jongere zus bijvoorbeeld een toneeltje speelde, eiste ik altijd de rol van de jongen op – de prins, de held, Jezus ... (lacht) De stoere, avontuurlijke rollen waren nu eenmaal voor de jongens weggelegd, als meisje moest je er vaak maar gewoon braaf bijstaan. Dat strakke rollenpatroon is vandaag gelukkig al veel versoepeld. Nu lijkt het soms zelfs alsof de meisjes aan zet zijn in onze maatschappij en de jongens net achterop hinken: meisjes doen het beter op school, ze hebben minder gedragsproblemen… Toch blijft het belangrijk dat meisjes weten dat ze net zoveel kunnen in het leven als jongens. Op veel plaatsen in de wereld krijgen meisjes die boodschap nog niet mee, dus we hebben nog een hele weg af te leggen.”
Zowel ‘Krekel’ als ‘Lampje’ worden ook gretig gelezen door volwassenen. Is het hokje van ‘kinderliteratuur’ eigenlijk niet te krap voor u?
“Nee, want ik hou heel erg van kinderboeken, in dat universum voel ik me helemaal thuis. Ik geloof ook dat de beste kinderboeken altijd een breder publiek kunnen aanspreken, ook volwassenen dus. In mijn boeken laat ik zowel kinderen als volwassenen aan bod komen, omdat ik geboeid ben door de relatie tussen die twee leeftijdsgroepen. Als jonge tiener las ik zelf trouwens ook het liefst kinderboeken waarin veel volwassenen rondliepen. Sowieso was ik als kind al dol op lezen. In alle mooie herinneringen uit mijn jeugd komt steevast een boek voor. Zo’n verhaal dat je tot aan je kruin vult met avontuur, fantasie, verlangen… Heerlijk vond ik dat. Dat is ook de reden waarom ik zelf ben gaan schrijven, omdat ik dat verlangen om in een verhaal te leven nooit helemaal ben kwijtgeraakt. Het heeft alleen eventjes geduurd eer die schrijver in mij klaar was om zichzelf te tonen. Ik werkte al veel langer als illustrator, maar zelf schrijven was mijn stiekeme, echte droom. Uiteindelijk is het er pas na mijn vijftigste van gekomen, maar dat vind ik niet erg. Mooie dingen hebben soms wat meer tijd nodig om te rijpen.”
Isabel Allende keert in ‘Mijn naam is Emilia del Valle’ terug naar Chili, haar vaderland.
Ook op haar 82ste staat er nog steeds geen rem op Isabel Allende. Haar historische roman ‘Mijn naam is Emilia del Valle’, over een moedige journaliste die verslag uitbrengt van de Chileense burgeroorlog eind 19de eeuw, is opnieuw een pareltje.
Het leven van hoofpersonage Emilia vertoont opvallend veel gelijkenissen met het uwe. Toeval?
“Ze is inderdaad ook journaliste en schrijfster en heeft, net als ik, geen enkele band met haar biologische vader. Nochtans dacht ik echt niet aan mezelf toen ik Emilia verzon, dat zweer ik! Ik denk dat alle schrijvers zich nu eenmaal laten inspireren door hun eigen ervaringen en de mensen die ze onderweg ontmoeten.”
U heeft, net als Emilia, enkele jaren als journaliste gewerkt. Mist u die tijd soms?
“Niet echt, want eigenlijk was ik helemaal niet zo’n goede journaliste. Ik hield me te weinig aan de feiten en had veel te veel fantasie. Maar alles wat ik in de journalistiek heb geleerd, komt vandaag nog steeds van pas bij het schrijven van mijn romans. Hoe je research doet, hoe je een tekst vormgeeft en vooral: hoe je de aandacht van de lezer van het begin tot het einde vasthoudt.”
“Ik was niet zo’n goede journaliste: ik hield me te weinig aan de feiten en had veel te veel fantasie” —Isabel Allende
Emilia is – zeker voor haar tijd - een sterke, onafhankelijke vrouw, wat haar lang niet door iedereen in dank wordt afgenomen.
“Emilia kiest er op een bepaald moment bewust voor om een ‘slechte vrouw’ te zijn, want goede vrouwen werden in haar tijd gewoon vergeten door de geschiedenis. Dat herken ik wel. Ik wilde ook dat mijn dochter meer kansen in het leven zou krijgen en heb daar hard voor gevochten.”
Ook als schrijfster heeft u lang moeten vechten voor uw plaatsje tussen de mannelijke auteurs.
“Ja, toen ik begon met schrijven zei mijn uitgever: ‘Isabel, je zal twee keer zoveel moeite moeten doen als je mannelijke collega’s om maar de helft van hun succes te kennen’. Dat bleek niet gelogen. (lacht) Gelukkig krijgen vrouwelijke schrijvers vandaag al meer aandacht dan vroeger. Al zijn we er volgens mij nog lang niet…”
In ‘Het skelet in de Hanengang’ onderzoekt Thomas Berg een 100 jaar oude moordzaak
Fans van de Thomas Berg-thrillers mogen zich in de handen wrijven. ‘De drogreden’, het 19de boek in de succesvolle reeks van auteur Jo Claes, is nog maar net verschenen of daar ligt alweer een nieuwe Berg in de winkel.
Doorgaans schrijf ik slechts één Berg per jaar maar af en toe permiteer ik mezelf een ‘tussen-Berg’, die chronologisch buiten de reeks valt. Een bevriende boekhandelaar had me gevraagd om dit verhaal te schrijven, al twijfelde ik in het begin. Tot ik merkte dat pal tegenover de plaats delict een standbeeld stond, waarvan de figuur ook nog eens naar de plaats van de moord wees. Toen wist ik dat ik mijn volgende coverbeeld beet had - en moest ik het verhaal wel schrijven.” (lacht)
Uw nieuwe roman draait rond een zogenaamde cold case, een moord die nooit opgelost geraakte.
“Ja, het leek me een uitdaging om een moord op te lossen waarvan niet alleen het slachtoffer, maar ook de dader, getuigen en alle andere betrokkenen al lang dood zijn. Het gaf me ook de gelegenheid om in de rijke geschiedenis van Leuven te duiken. De moord vindt plaats tijdens WOI. In 1914, de Duitse bezetting was nog maar net begonnen, is er in Leuven iets gebeurd waarover de hele wereld schande sprak. Enkele Leuvenaars hadden op de Duitse soldaten geschoten - of dat dacht men toch. Eigenlijk waren het de Duitsers zelf die zich hadden vergist en op hun eigen landgenoten hadden geschoten. Die Duitsers hebben toen op een verschrikkelijke manier wraak genomen op Leuven: honderden huizen werden in brand gestoken, waarbij de inwoners levend verbrandden, en honderden mensen werden gefusilleerd op het stationsplein.”
“Het leek me een uitdaging om een moord op te lossen waarvan niet alleen het slachtoffer, maar ook de dader al lang dood is” — Jo Claes
Laat u zich wel vaker door waargebeurde feiten inspireren voor uw verhalen?
“Niet per se, mensen komen soms wel een verhaaltip aandragen: ‘Waarom schrijf je eens geen boek dat zich in een ziekenhuis afspeelt, Jo?’. Goedbedoeld hoor, maar ze beseffen vaak niet dat, als je een misdaadplot uitdrukt in pakweg een meter, zo’n plaats delict maar een luttele twee millimeter beslaat. Een goede misdaadplot bedenken is geen sinecure. Op de laatste bladzijde moeten alle puzzelstukjes perfect in mekaar vallen.”
Vorig jaar won u eindelijk de Hercule Poirot-prijs voor de beste misdaadroman. Was u daar blij mee?
“Ik had de hoop al stiekem opgegeven, maar het deed me zeker iets. Misdaadromans krijgen vaak het verwijt dat ze niet van hetzelfde literaire niveau zijn als ‘gewone’ romans. Met mijn Berg-romans probeer ik dat vooroordeel de wereld uit te helpen. Ik ben blij dat die inspanning nu ook door de jury van de Hercule Poirot-prijs erkend is.”
Wist je dat ongeveer 1 op de 10 mensen last heeft van PDS of ‘prikkelbaredarmsyndroom’? Het is maar één van de vele interessante feiten uit ‘Prikkelbare darmen verlichten’, het nieuwe e-book van topdokter Danny De Looze.
Hoe herken je PDS precies?
“Het belangrijkste symptoom van PDS is een vervelende buikpijn, die vaak opkomt na de maaltijd en meestal betert nadat je naar het toilet bent gegaan. De pijn wordt veroorzaakt door een overgevoeligheid aan de darmen - en meer specifiek voor de oprekking van de darmen. De pijnklachten kunnen gepaard gaan met winderigheid, constipatie of net diarree. Een stresskakje, dat overkomt iedereen weleens. We spreken pas van PDS als je vaker last hebt van buikpijn en andere stoelgangklachten.”
“Vroeger kregen patiënten vaak te horen dat de pijn tussen hun oren zat. Gelukkig wordt PDS vandaag wel ernstig genomen” — Danny De Looze
Zit het aantal mensen dat last heeft van PDS in de lift?
“Nee, dat lijkt misschien zo, maar eigenlijk blijven de cijfers al jarenlang constant. De aandoening krijgt vandaag natuurlijk veel meer aandacht in de media. Ook aan medische zijde wordt PDS tegenwoordig veel ernstiger genomen, gelukkig maar. Vroeger kregen patiënten vaak te horen dat hun klachten onbehandelbaar waren. Of erger nog, dat de pijn gewoon tussen hun oren zat. Ondertussen weten we dat de klachten van PDS helemaal niet ingebeeld zijn.”
PDS valt dus wel degelijk te behandelen?
“Ja, zo’n 75% van de patiënten kunnen we vandaag van hun klachten afhelpen. De behandeling is wat we noemen ‘symptomatisch’: we kunnen wel de symptomen wegnemen, maar niet de oorzaak, want die kennen we niet. De meeste patiënten met PDS helpen we door hun voedingsgewoonten aan te passen. Dan hebben we het natuurlijk over het befaamde FODMAP-dieet. Daarbij zoeken we samen naar een beter evenwicht in de voedingsmiddelen die de darm gaan oprekken, zoals fruit en groenten. Zo’n aangepast dieet maakt vaak al een wereld van verschil.”
Tekenaar David Etien over 'Van ijs en vuur', een nieuw album in de Thorgal Saga
Tekenaar David Etien over 'Van ijs en vuur', een nieuw album in de Thorgal Saga
Thorgal Saga, de spin-offreeks van Thorgal, is op korte tijd een keurmerk geworden. Aan diverse auteurs wordt gevraagd een eigen verhaal te bedenken met als enige voorwaarde dat het moet passen in de wereld van Thorgal. Dat leverde al parels op zoals Vaarwel Aaricia door Robin Recht, Wendigo door Corentin Rouge en Fred Duval, en Shaïgan, door Roman Surzhenko en Yann.
‘Sneeuw tekenen is echte ontspanning’
In het voorjaar van 2025 verschijnt 'Van ijs en vuur', een vierde album in de Thorgal Saga. En weer stond er een topteam klaar om de wereld van Thorgal te verrijken. Scenaristen Olivier Legrand en Jean-Blaise Djian en tekenaar David Etien werkten al eerder samen aan de fantastische serie De Vier van Baker Street, maar zomaar van het victoriaanse Londen naar de poorten van het ijzige Niflheim switchen, dat lijkt ons toch niet zo evident. Hoe doe je dat? We vroegen het aan David Etien.
DRIE JAAR
Het lijkt me een grote eer om een Thorgal Saga te mogen tekenen. Hoe is deze samenwerking tot stand gekomen?
David Etien: Mathias Vincent, mijn redacteur bij Le Lombard, had me al in 2020 gecontacteerd over dit project. Maar op dat moment was ik nog volop bezig met het tekenen van 'Op Zoek naar de Tijdvogel – Voor de Zoektocht', 'De Vier van Baker Street' en 'Rommelgem'. Werken aan een Thorgal Saga kon ik toen niet in mijn drukke schema inlassen. Bovendien kende ik de wereld van Thorgal niet erg goed en had ik het gevoel dat ik niet het recht had om dit universum aan te pakken. Dus zei ik tegen Mathias dat hij me over drie jaar maar eens moest terugbellen, in de veronderstelling dat hij het project aan anderen zou aanbieden en mij zou vergeten.
Maar nee, in 2023 belde hij me opnieuw. Ik voelde dat hij heel graag wou dat ik een Thorgal Saga zou maken en stemde ermee in. Ik stelde voor dat Olivier Legrand en Jean-Blaise Djian (de auteurs van De Vier van Baker Street) dan het scenario zouden schrijven.
Je hebt al een paar klassieke stripfiguren – Rommelgem, Idefix – getekend, wat maakt Thorgal zo speciaal?
Thorgal is in alle opzichten een held. Hij lijkt geen ondeugden of duistere kanten te hebben. En hij is een personage dat vooral lijdt door wat hem overkomt.
SNEEUW
In 'Van ijs en vuur' moet Thorgal een bovennatuurlijke storm overwinnen, maar ook het 'Magisch Vuur uit Muspelheim' – de hel – halen om Fimbulvinter, de eeuwige winter te voorkomen. Alleszins een boeiend gegeven. Had je enige inspraak in het verhaal?
Ja en nee: ik stel dingen voor, maar ik heb een groot vertrouwen in de scenaristen. Bij dit album moest ik niet veel voorstellen, ik vond het scenario perfect.
Wat was de grootste uitdaging bij het tekenen? Is het bijvoorbeeld niet heel moeilijk om zoveel scènes in besneeuwde landschappen te tekenen ;-)?
Integendeel, het is een leuke afwisseling tussen die victoriaanse setting en die eindeloze perspectieven. Sneeuw tekenen is genieten, pure ontspanning. Je kan recht naar de essentie gaan met je composities. Soms worden die dan heel grafisch, maar ook heel krachtig.
EEN JONGENSDROOM
Welke scène vond je het leukst om te tekenen?
Allemaal. Ik zou zelfs zeggen dat mijn scenaristen het verhaal hebben geschreven waarvan ik droomde toen ik jonger was: stormen op zee, uitbarstende vulkanen, zwaardgevechten, reuzenwolven, monsters van ijs en vuur, zelfs een draak ...
Welke vijf mensen hebben jou en je werk eigenlijk beïnvloed? Het mogen ook andere mensen dan striptekenaars zijn.
Ik zal het toch bij strips houden. Als ik auteurs moet noemen die mijn werk hebben beïnvloed, zijn dat zeker Franquin, Toriyama, Loisel, Frezzato, J. Scott Campbell en Boucq. Maar er zijn er nog zoveel andere.
THORGAL SAGA 4
VAN IJS EN VUUR
Tijdens een bovennatuurlijke storm strandt Thorgal op een ijzige kust. Daar ontdekt hij dat de Fimbulvinter, de legendarische winter die het einde van de wereld inluidt, nabij is. Om zijn volk te redden en de dreiging een halt te roepen, moet hij doordringen in het hart van het koninkrijk der reuzen en de vlammen van Muspelheim trotseren. Samen met zijn mysterieuze en gevaarlijke gezellin, de tovenares Vakva, dochter van de koningin-tovenares van het eiland Rijm, gaat hij op zoek naar het Magische Vuur waarmee hij de eeuwige winter kan voorkomen.
De nieuwe de Kiekeboes? Zelfs Moemoe en Mevrouw Stokvis lossen er voorlopig niks over!
‘De nieuwe de Kiekeboes? Zelfs Moemoe en Mevrouw Stokvis lossen er voorlopig niks over!’
Een kennismaking met scenarist Mike Beyers
De familie Kiekeboe wandelend door een bos terwijl er stiekem Wollebollen rondlopen. Zo eindigde Seizoensfinale, het 164ste en laatste album van de Kiekeboes door stripauteur Merho. Drie nieuwe avonturen van de Kiekeboes volgden, met als auteurs Nix en Charel Cambré, en met een hoofdrol voor Fanny.
Maar op 8 januari kwam er verrassend maar oh zo fantastisch nieuws: De Kiekeboes gaan verder met de klassieke reeks. Er komt dus een album 165, Camping Vital, en volgende! Tekenaar Charel Cambré schuift met zijn tekenstijl iets meer op naar de klassieke albums en new kid in town is scenarist Mike Beyers. Hoog tijd dus voor een kennismaking!
WIT KONIJN
Mike, wat een verrassend nieuws, kan je vertellen hoe dit idee ontstaan is?
Mike Beyers: Toen Merho op zoek was naar een nieuwe scenarist voor de heropstart van de vertrouwde De Kiekeboes-reeks, is hij via via bij mij beland. Ik werk al jaren als copywriter – ook een schrijvend beroep met een sterke creatieve insteek – en ik heb daarnaast een grote passie voor strips.
Tijdens een kennismakingsgesprek met Merho klikte het alvast. Vervolgens schreef ik een synopsis voor een de Kiekeboes-verhaal, dat hem aangenaam verraste. Hij stelde een samenwerking voor en zo belandde ik dus bij Standaard Uitgeverij.
Voor sommigen ben ik misschien een ‘wit konijn’ in de Vlaamse stripwereld, zeker in vergelijking met gevestigde scenaristen. Maar ‘storytelling’ is ook cruciaal in de communicatiewereld. Daar moet je je doelpubliek ook meenemen in een aantrekkelijk verhaal, weliswaar met een heel andere doelstelling. Maar wees gerust: dit betekent zeker niet dat er vanaf nu aan ‘product placement’ zal worden gedaan in de reeks.
Omschrijf jezelf eens in 3 woorden?
Levendige verbeelding, quizzer-vol-nutteloze-weetjes, onpraktisch.
EEN KINDERDROOM
Merho's schoenen zijn groot om te vullen. Geen koudwatervrees?
Ik ben me zeker bewust van de Kiekeboes-erfenis. En ik weet dat meteen debuteren met Vlaanderens meest verkopende strip niet vanzelfsprekend is. Maar eigenlijk vind ik het vooral superleuk om me als scenarist in het universum van de Kiekeboes onder te dompelen. Het is een kinderdroom die uitkomt.
Wat mogen we verwachten?
Hoewel Camping Vital – de titel van nr. 165 – natuurlijk al iets weggeeft, blijft het verhaal nog even een verrassing. Zelfs Moemoe en Mevrouw Stokvis lossen er voorlopig niks over. Lezers mogen zich alvast verwachten aan een meeslepend avontuur waarin heel wat nevenfiguren hun rentree maken. Met alle ingrediënten die de reeks zo uniek hebben gemaakt: spanning en mysterie, maar ook humor en grappige soapelementen. Het wordt een echte ‘comeback’ van het geliefde ‘Kiekeboes-universum’ – een ‘Kiekeback’, zeg maar.
VINGERS AAN DE POLS
Kijkt de meester zelf mee?
Uiteraard kan ik in deze fase rekenen op de steun en begeleiding van Merho zelf. Zijn advies is voor mij van onschatbare waarde. Hij geeft me heel wat tips en we brainstormen geregeld. Zo leer ik nog continu bij. Ook de samenwerking met een ervaren tekenaar als Charel Cambré is natuurlijk heel inspirerend.
Heb je er al een idee van hoe de volgende verhalen zullen evolueren?
Er liggen best al wat ideeën op de plank. Lezers mogen zich alleszins verwachten aan de terugkeer van verschillende personages. Tegelijk zullen die vertrouwde elementen in de komende albums gecombineerd worden met nieuwe ontwikkelingen of personages. Continue evolutie zit immers evengoed in het DNA van de Kiekeboes, een reeks die altijd stevig de vingers aan de pols van de tijd heeft gehouden.
MIKE BEYERS’ FAVORIETE DE KIEKEBOES
• album: Moeilijk! Ik hou wel van de albums met een hoog soapgehalte. Laat ik dus gaan voor Omtrent Oscar, omdat je daarin de ‘back story’ krijgt van de vete tussen Moemoe en Vital.
• hoofdpersonage: Charlotte, the voice of reason in het gezin Kiekeboe.
• nevenpersonage: Tomboy, al is ze stilaan een hoofdpersonage geworden – en terecht.
Daarnaast ook Van de Kasseien, the boss you love to hate.
• scène(s): De discussies tussen Moemoe en Vital – maar ook die tussen Marcel en Van Der Neffe – leveren altijd vuurwerk op.
• woordspeling: Er zijn er zoveel! Laat ik de volledige cast van Het geslacht Kinkel nemen: Ray Oeno, Ann Tendeu, France Troix, Sid Kom, Ro de Ridder en Emmy Award.
‘Het is beest… euh… ik bedoel FEEST!’ (professor Gobelijn)
70 JAAR JOMMEKE!
Een gesprek met stripauteur Dieter Steenhaut
Jommeke introduceerde zichzelf op 30 oktober 1955 in het weekblad Kerkelijk Leven als volgt: ‘Heu … ik ben Jommeke … moet hier elke week iets plezants doen … is echter mijn zorg niet … dat moet tekenaar maar klaarspelen …’ Die tekenaar was Jef Nys en hij liet zijn held Jommeke samen met kompanen Filiberke, Annemieke en Rozemieke, Flip en Pekkie vele ‘plezante’, wonderlijke avonturen beleven. Jef Nys overleed in 2009, maar zijn helden kregen nieuwe bekwame en enthousiaste vaders, en zo bleef Jommeke razend populair, al 70 jaar lang! De jongste vader van Jommeke heet Dieter Steenhaut. Hij kreeg gedurende een paar jaar een inwijding in de Jommekeskunde. In 2023 tekende hij zijn eerste Jommekesalbum.
ZUSTER PICKELS
Dieter, de aftrap van het feestjaar 70 jaar Jommeke gebeurt met het nieuwe album Spoken op school. Voor jou toch wel speciaal.
Dieter Steenhaut: 'Spoken op school' speelt zich af op ‘t Kasteelke. Dat is een uniformschool met internaat in de Vlaamse Ardennen, waar ik zelf trouwens naar school ben gegaan. Ik speelde al langer met het idee om daar een avontuur te situeren. Het 17de-eeuwse kasteel dat nog steeds bewoond wordt door nonnetjes, is uiteraard hét ideale decor. Het is de eerste keer dat ik ook aan het scenario mocht meewerken én nieuwe personages mocht bedenken, zoals Zuster Pickles … en Paul de Grande, de antiquair uit het televisieprogramma Stukken Van Mensen. Dit album maakte ik samen met Kristof Berte. We zijn een paar keer op café gegaan en na wat heen en weer pingpongen kwamen we tot dit zeer spannende verhaal. Het is aangenaam werken met Kristof, die ook aan het storyboard sleutelde en het verhaaltechnisch doet werken, met de juiste pointes en mopjes op het juiste moment. Voor dit avontuur hebben we ons laten inspireren door de sfeer uit de eerste films van Harry Potter én door de horrorfilm The Nun. Het is best wel spannend, de lezers zullen ervan smullen. ;)
Waarom blijft de wereld van Jommeke na 70 jaar nog altijd zo fascinerend, denk je?
Jommeke is tegelijk zo herkenbaar maar spreekt toch tot de verbeelding van de kinderen. De hechte vriendengroep beleeft de gekste en spannendste avonturen tot in de verste uithoeken van de wereld. Of de professor vindt wel iets uit waardoor het hele dorp besmet wordt met een of ander staartenvirus. Of plots groeien er vruchten aan de hoofden van de inwoners. De spannende elementen worden afgewisseld met humor en dat zorgt ervoor dat het nooit saai is in Zonnedorp.
DE KONINGIN VAN ONDERLAND
Je bent aan je eerste volledige album van Jommeke bezig. Wat doet dat met een mens?
Het album 'Rare vogels' dat ik tekende en dat in 2023 verscheen, was een gagalbum (met korte mopjes van een pagina). Het was de ideale lanceringsbaan om de stap te zetten naar een echt verhaal. Het is een totaal andere manier van werken. Ook bijvoorbeeld omdat ik bij dit album werk met documentatiemateriaal van bestaande locaties voor de decors en ook van bestaande mensen. De release van dit album was eigenlijk al vroeger voorzien, maar afgelopen jaar was best een moeilijk jaar. Het overlijden van mijn vader en enkele maanden later ook dat van mijn pepe hebben er stevig ingehakt. Ik ben Standaard Uitgeverij dankbaar voor de tijd die ze me gunden en dat ze in mij bleven geloven. In deze tussenperiode werkte ik aan andere projecten die iets beter behapbaar waren, zoals het prentenboek 'Duupje 4' en andere losse illustraties. Als dit album in de winkelrekken ligt, zal ik heel blij zijn, en ik kijk nu al uit naar het volgende album dat ik zal maken!
Kan je eigen accenten leggen in die wereld van Jommeke?
Het is bijzonder fijn om nieuwe personages te mogen creëren en die te implementeren in de wereld van Jommeke. Ik kan er best veel van mijn eigen creativiteit instoppen en dat geeft ook wel voldoening. Natuurlijk moet alles wel passen in het universum en moet alles vlot leesbaar zijn voor de lezers.
70 jaar Jommeke! Heb je persoonlijke hoogtepunten?
Mijn hoogtepunt als lezer is en blijft 'De koningin van Onderland'. Dat album zit zo goed in elkaar. Ook de tekenstijl is ietwat anders en vind ik heel sterk. Mijn hoogtepunt als tekenaar is heel moeilijk te kiezen. Ik heb al zoveel leuke opdrachten mogen uitvoeren dat kiezen niet evident is. Ik noem er enkele op: de tekening voor de internationale paspoorten van België ontwerpen, een Monopolyspel tekenen, een eerste eigen Jommekesalbum uitbrengen …
Suske en Wiske worden 80! Forever young!
Een gesprek met Wout Schoonis
‘Het was op een avond, in de herfst van 1943, in de Heistraat in Wilrijk. In de omgeving daverden de kanonnen van het afweergeschut. Door de hemel zinderde hevig motorengebrom. Mijn vrouw was ongerust en riep mij naar de veilige kelder ... Maar ik wist dat het nu zou gebeuren! Het kriebelde in mijn vingers ... En plots, terwijl de salvo’s donderden en de inktpotten gekke sprongetjes maakten op de tekentafel ... – hoe het kwam? – was ik bevrijd van een lange, bang gekoesterde droom. Ik was de gelukkige vader van een tweeling geworden, Suske en Wiske.’
Zo vertelde Willy Vandersteen over het ontstaan van zijn geesteskinderen Suske en Wiske in 1943. Op 30 maart 1945 verscheen de eerste strook van Rikki en Wiske in Chocowakije in de krant De Standaard. Er zouden nog veel stroken volgen.
Want kijk, in 2025, 80 jaar later, beleven Suske en Wiske nog altijd onverwachte, dolkomische en spannende avonturen en stralen ze nog altijd dezelfde vrolijke energie uit als toen.
Willy Vandersteen overleed helaas in 1990, maar na hem namen Paul Geerts, Marc Verhaegen, Luc Morjaeu, Peter Van Gucht en andere gepassioneerde stripauteurs de fakkel over.
Over de feestelijkheden rond de belangrijke verjaardag vertellen we in een volgende Stripmunk. Nu alvast een interview met Wout Schoonis, de man die in 2007 bij Studio Vandersteen begon en in 2023 de tekenpen van Luc Morjaeu overnam en hoofdtekenaar van de immer populaire stripserie werd.
EEN NIEUW SAMENGESTELD GEZIN
Wout, in dit feestjaar verschijnt het nieuwe Suske en Wiske-album 'De stenen samoerai'. Kan je ons daarover iets meer vertellen?
Wout Schoonis: “Ik vond het zelf geweldig leuk om te maken. Onze vrienden raken na een storm verzeild in het Japan van de 17de eeuw. Theofiel Boemerang is ook van de partij. Ze raken verwikkeld in een strijd tussen twee krijgsheren, daimyo Sada San en daimyo Kazuki. De slechterik van dienst is de zwaar geschminkte raadsheer Yabati, die zelf over Japan wil heersen. Hiervoor gebruikt hij magie en genereert hij een stenen samoerai om alles en iedereen mee te verpletteren.”
Als een alien plots op aarde zou landen en je zou vragen om te vertellen waar de stripreeks Suske en Wiske over gaat en waarom ze zo’n succes heeft, wat zou je dan vertellen?
“Suske en Wiske gaat over een nieuw samengesteld gezin avant la lettre, dat een positieve boodschap verspreidt in zowel het verleden, het heden als de toekomst. Avonturen met spanning, doorspekt met humor en knipogen. Omdat de mogelijkheden onbegrensd lijken, blijft de wereld van Suske en Wiske fascineren. De teletijdmachine zorgt altijd voor een mooie blik in het verleden of een eventuele toekomst. Als de teletijdmachine op stal blijft, worden er meestal hedendaags relevante thema’s aangesneden.”
EVENWICHTSOEFENING
Je bent ondertussen al bijna twee jaar hoofdtekenaar van Suske en Wiske. Wat is er voor jou veranderd?
“Veel. Tegenwoordig bestaat het eerste uur van mijn dag uit het beantwoorden van mails, de gang van zaken opvolgen en bijsturen waar nodig. Maar het fijnste is natuurlijk dat ik ook het meeste zelf kan bepalen, van voorstudie tot afgewerkt product. Het feit dat ik niet meer afhankelijk ben van andermans mening en mijn eigen criticus ben, is onbetaalbaar. In 'De stenen samoerai' merk je – hopelijk – dat ik de evenwichtsoefening tussen ‘leiden’ en tekenen beter onder de knie begin te krijgen.
Nu alles meer routine is geworden, kan ik mijn aandacht meer op het grafische aspect toespitsen.”
Heb je het gevoel dat je iets extra’s aan de wereld van Suske en Wiske kan toevoegen?
Schoonis: “De nieuwe nevenfiguren die in elk verhaal meespelen geef ik met veel plezier vorm. Misschien blijft er wel eens een personage of een slechterik plakken.”
Wat was voor jou persoonlijk het hoogtepunt in die 80 jaar Suske en Wiske?
“Dieptepunt: toen ik een jaar of 6 was, liepen er al poppen (van die verklede mensen met een megahoofd) van Suske en Wiske rond in het pretpark Bellewaerde. Maar de poppen hadden niet dezelfde schoenen aan als in de stripverhalen. Hoogtepunt: dat ik zelf kan kiezen welk schoeisel ik Suske en Wiske ‘aanteken’.”
In ‘Het laatste meisje’ worden twee vrouwen het slachtoffer van wat op het eerste
gezicht een verkeersongeluk lijkt. Alleen verdwijnt een van hen twee daarna op
mysterieuze wijze … De nieuwe Gina Harte-thriller van de Britse Carla Kovach is
een puzzel die je als lezer meteen wil beginnen te kraken.
De premisse van ‘Het laatste meisje’ is
bijzonder intrigerend. Hoe kwam u op
dat idee?
Carla Kovach: “Detectiveromans zijn eigenlijk
net puzzels. Als schrijver verstop ik allerlei
hints en afleidingsmanoeuvres in het verhaal,
die de lezer dan moet proberen op te pikken.
Aan dat puzzelelement beleef ik zelf altijd veel
plezier. Voor ‘Het laatste meisje’ bedacht ik
zelfs een soort raadsel: wat als alles bij een
politiezaak wijst op een verkeersongeluk, maar
een van de twee slachtoffers onvindbaar is?”
Detective Gina Harte heeft haar naam
niet gestolen. Zo stoer, slim en vastberaden:
een vrouw naar ons hart.
“Ja, ik denk dat veel vrouwelijke lezers zich in
haar herkennen. Gina is, net als ik, opgegroeid
in een tijd dat er nog bitter weinig over vrouwenmishandeling
werd gepraat. En er nog
minder aan werd gedaan … Ze heeft nooit een
stem gevonden om over haar eigen misbruikverleden
te praten, met alle dramatische
gevolgen vandien. Sinds #MeToo doen we het
als maatschappij al iets beter, maar er zijn nog
altijd veel vrouwen die in dezelfde situatie
zitten als Gina. Precies daarom is vrouwenmishandeling
zo’n belangrijk thema in mijn werk.
Openlijk praten over mishandeling is moeilijk,
maar wel nodig om jezelf ervan te bevrijden.”
Uw boeken zitten inderdaad vol donkere
thema’s, terwijl u me best een vrolijk en
optimistisch persoon lijkt.
“Dat is ook zo, echt waar! Thrillers zijn gewoon
fijn, omdat ze de donkerste kantjes van onze
menselijke soort in de spotlight zetten.
Iedereen heeft al weleens iets gemeens over
een ander gedacht: ik hoop dat die eens goed
op zijn gezicht gaat. (lacht) Dat is dan zelfs nog
een braaf voorbeeld. Zelf onderzoek ik graag
hoe mensen omgaan met de pijn uit hun
verleden. Zinnen ze op wraak? Stijgen ze boven
zichzelf uit? Of worden ze net depressief?
De impact van extreme situaties op gewone
mensen, daar ben ik mateloos door
gefascineerd.”
Welke thrillers leest u eigenlijk zelf graag?
“Ik verslind graag psychologische thrillers, die
van Sue Watson heb ik bijvoorbeeld allemaal
gelezen. En ik heb een zwak voor horrorboeken
en griezelige films. Op mijn twaalfde ging ik
stiekem al in mijn eentje naar ‘The Exorcist’
kijken in de cinema. Net als psychologische
thrillers gaan horrorverhalen vaak over onze
grootste, meest diepgewortelde angsten. Weet
je trouwens wat die van mij is? Dat er inbrekers
mijn huis binnendringen, terwijl ik zelf thuis
ben. Het is zelfs zo erg, dat ik een slot op mijn
slaapkamerdeur heb laten installeren. Anders
kan ik ’s nachts echt niet slapen.” (lacht)
Heather Morris vertelt het verhaal van de vergeten verpleegsters
Heather Morris schreef al drie waargebeurde romans over WO II. Voor haar nieuwste boek ‘De vrouwen van het kamp’ diept ze een stukje geschiedenis op dat voor Vlamingen verder van ons bed ligt: de gruwel van de Japanse gevangenenkampen in 1942. Maar voor Heather, die in Australië woont, is het de geschiedenis die zíj op school kreeg.
Heather Morris: “Singapore – dat schuin boven Australië ligt - viel in 1942 in handen van de Japanners. De inwoners, onder wie ook veel Nederlanders, Britten en Australiërs, sloegen op de vlucht maar het schip dat hen naar veiliger oorden moest brengen, werd gebombardeerd. De overlevenden zwommen naar de kust van Indonesië, waar ze jaren gevangen werden gehouden in het beruchte jappenkamp Palembang op Sumatra. We zijn allemaal opgegroeid met die geschiedenis, mijn eigen vader zat er trouwens zelf drieënhalf jaar lang. Maar niemand heeft ons ooit verteld dat er daar ook vrouwen en kinderen zaten. Het is toch zo dat oorlog vaak enkel over mannen lijkt te gaan, nietwaar?”
Je bent gaan graven in de archieven van het Australian War Museum. Wat heb je daar gevonden?
“Ik vond er de verslagen van de verpleegsters die er gevangen hadden gezeten. Zij hadden hun verhaal gedaan bij hun terugkomst in 1945. De Australische autoriteiten wilden hen beschermen en zeiden om te vergeten wat er in die kampen was gebeurd en er nooit over te praten. Hun officiële getuigenissen hebben dus nooit het daglicht gezien.”
Je schreef eerder al drie waargebeurde romans over de concentratiekampen in Auschwitz. Dit gaat over een Japans kamp. Is er een verschil?
“Zeker. De Holocaust draaide om het uitroeien van een heel ras. Iedereen die in dat kamp zat, was gedoemd om te sterven. Dat was nu niet het geval. Maar de Japanners vonden het vernederend om voor vrouwen te moeten zorgen. Zij betekenden niets voor hen. Het is een verhaal van brute onverschilligheid. Bovendien verliep de oorlog niet zoals ze het wilden en dat reageerden ze zich af op hen. Ze hebben er vreselijke dingen meegemaakt.”
Seksueel misbruik bijvoorbeeld, maar ook dat hielden de vrouwen nadien geheim.
“Ik ben er niet te diep op ingegaan in mijn boek omdat het zo pijnlijk was, maar dat klopt. Op dat strand waar ze aanspoelden, werden de verpleegsters allemaal verkracht. Het officiële verslag daarvan wordt niet vrijgegeven, want de wetenschap dat ze misbruikt zijn, maakt het nóg erger voor de achterblijvende familie. Het is een delicate zaak, dat begrijp ik. Er waren vier vrouwen in het kamp die zich opofferden om seks te hebben met de Japanse soldaten zodat de andere vrouwen gerust gelaten werden. Maar alle overlevende vrouwen hebben nadien afgesproken: we zullen nooit vertellen wie die vrouwen waren. Ik vind dat ontzettend ontroerend en respectvol. Een van de Australische verpleegsters werd opgespoord door een Amerikaanse journalist in de jaren 80. Ze zat in een bejaardentehuis en was dement. Hij probeerde haar de namen te ontfutselen, maar zij antwoordde: "Ik weet niet veel meer, ik zal vertellen wat ik kan. Maar die namen zal ik nooit onthullen, nooit.’ Wat een kracht!”
De vrouwen in het kamp vormden een sterke gemeenschap. Eén van de dingen die hen overeind hield, was muziek. Ze zongen samen en dat bracht hoop op de wreedste plek op aarde.
“Ik wist al dat kunst belangrijk is om trauma te overleven, maar ik heb nooit geweten hoe krachtig muziek kon zijn. Het is verbazingwekkend! Ik luisterde tijdens het schrijven elke dag naar één bepaald stuk muziek. Vooral ‘A Land of Hope and Glory’, de originele versie van Vera Lynn, heb ik heel vaak opgezet. Die muziek is zeer opzwepend, je vóélt in elke noot de kracht om de groep op te beuren.”
Dit is je vierde roman op basis van waargebeurde feiten. Komen mensen spontaan hun verhalen vertellen aan je?
“O ja, na elke lezing komen mensen me vragen hun stukje geschiedenis te vertellen. Het gaat altijd om verhalen die om één of andere reden buiten de historische verslagen zijn gehouden. Soms lijkt het alsof ik een soort rabiante feminist ben die altijd over sterke vrouwen wil schrijven, maar dat is niet zo. Het feit is: als ik op verhalen stoot, zoals deze van de vergeten verpleegsters, vind ik het mijn plicht om ze wereldkundig te maken.”
Laatste vraag, Heather. Het gerucht gaat dat je volgende roman te maken heeft met een stukje Vlaamse geschiedenis. Is dat waar?
(lacht) “Kijk, ik heb drie verhalen waaruit ik probeer te kiezen. Eén daarvan heeft inderdaad met jullie te maken. Maar er is er ook eentje dat zich afspeelt op Malta. De overlevenden zijn 101 en 103 jaar. Ik denk dat ik deze zomer toch maar eerst naar daar ga om hun verhaal op te tekenen, ik moet niet meer te lang wachten.”
Auteur Lize Spit en regisseur Veerle Baetens over de verfilming van 'Het smelt'
‘Het smelt’, het weergaloze debuut van Lize Spit over een jeugdige
vriendschap die langzaam ontspoort, werd dit najaar verfilmd door
actrice Veerle Baetens. Wij spraken de twee over de film én het boek:
“Pas toen ik de film zag, dacht ik: wat heb ik mijn lezers in godsnaam
aangedaan?”
Meer dan vijf jaar stond Veerle Baetens elke
dag op met de verfilming van ‘Het smelt’
in haar hoofd en ging ze er ’s avonds mee
slapen. Vijf jaar van schrijven en schrappen
aan het scenario, van de juiste acteurs
zoeken en moeilijke keuzes maken: welke
scènes uit het boek (een turf van bijna
500 pagina’s) moesten zéker in de film en
welke konden sneuvelen? Het Smelt, de
film, kwam er dus niet zonder slag of stoot
maar: het resultaat mag gezien worden. Dat
vindt ook Lize Spit, die de verfilming van
haar roman zo aangrijpend vond dat ze in
de cinema af en toe moest wegkijken.
Herinner je je nog wanneer de verfilming
van je boek voor het eerst ter sprake kwam,
Lize?
Lize Spit: “Ja, ‘Het smelt’ lag nog maar een
week in de winkels, toen ik al telefoon kreeg
van producent Dirk Impens. Hij had mijn
boek als een van de eersten gelezen en zag
meteen dat er een straffe film in zat. Hij
wilde de filmrechten kopen, op voorwaarde
dat ik hem en zijn creatieve team vrij zou
laten voor de verfilming. Ik twijfelde even,
maar toen heb ik hem toch maar mijn zegen
gegeven. De verkoop van mijn roman liep
die eerste weken al zo goed dat ik er gerust
op was dat voldoende mensen mijn versie
van het verhaal zouden lezen. Het kon dus
geen kwaad als de film zou afwijken van
mijn boek. Dirk wist ook al heel snel wie hij
voor de regie wilde: Veerle Baetens.”
Het Smelt is inderdaad jouw regiedebuut,
Veerle. Droomde je er al langer van om ooit
achter de camera te kruipen?
Veerle Baetens: “Toch wel. Toen ik destijds musical
ging studeren aan het Conservatorium, heb ik zelfs
nog even getwijfeld of ik geen regieopleiding zou
volgen. Al heb ik absoluut geen spijt van mijn keuze.
Eerst gezien worden als actrice en dan pas zelf zien
als regisseur voelde voor mij heel logisch aan. Een
paar jaar geleden had ik al eens meegeschreven
aan het scenario van ‘Tabula Rasa’ (de Eén-reeks
waarin Baetens ook de hoofdrol speelde, red.) en
dat smaakte naar meer. Die vraag om ‘Het smelt’
te regisseren kwam dus op het juiste moment op
mijn pad.”
Zag jij ook meteen een straffe film in het boek
van Lize?
Veerle: “Absoluut. Ik vond ‘Het smelt’ een enorm
spannend boek. Als lezer zit je op het puntje van je
stoel te lezen: wat zal er aan het einde met die
mysterieuze blok ijs gebeuren? Daar zag ik me als
regisseur wel een zenuwslopend drama rond
opbouwen.”
‘Het smelt’ is ook een heel aangrijpend boek.
Raakte het bij jou ook een gevoelige snaar?
Veerle: “Ja, als filmmaker ga je sowieso in elk
project op zoek naar iets dat jou persoonlijk raakt.
In Lizes boek werd ik vooral aangegrepen door de
tragedie van Eva. Dat jonge, eenzame meisje met
haar gigantische verlangen om gezien te worden –
en waarvoor ze letterlijk alles overheeft. Dat soort
minderwaardigheidscomplex had ik vroeger ook
een beetje. Ik vond mezelf als puber maar een seut,
terwijl al mijn vriendinnen wel succes leken te
hebben bij de jongens.” (lacht)
Hoe begin je daar eigenlijk aan: een boek van
bijna 500 pagina’s in een film van nog geen
twee uur gieten?
Veerle: “Dat was inderdaad een serieuze uitdaging.
Kijk, als regisseur moet je altijd keuzes maken bij
een verfilming. Alle verhaallijnen, details en sfeerscheppingen
naar het doek vertalen, dat gaat
gewoon niet. In het boek was ik bijvoorbeeld ook
erg ontroerd door de relatie tussen Eva en haar
kleine zusje Tess, die met allerlei angststoornissen
kampt. In de film komt die relatie ook aan bod,
maar veel minder, omdat de focus vooral op Eva
zelf ligt. Ook de prachtige taal en metaforen die
Lize in haar boek gebruikt, kan je onmogelijk recht
aandoen op het witte doek. Een film leent zich bij
uitstek om gebeurtenissen te laten zien, in plaats
van ze in woorden te gieten.”
Heeft Veerle je betrokken bij het maken van
de film, Lize?
Lize: “Toch wel, ik heb van haar verschillende
versies van het scenario mogen lezen én ze stond
altijd open voor mijn feedback. Dat vond ik fijn.
Tegelijk heb ik Veerle altijd op het hart gedrukt
dat Het Smelt haar film was en dat ze dus naar
hartenlust dingen mocht veranderen. Vooral het
einde van haar film wilde ze toch anders dan dat in
mijn boek. Hoopvoller, vooral. Dat begreep ik ook
wel. Mijn boek is heel zwaar en donker, dat kun je in
een film geen twee uur volhouden. Anders loopt je
publiek misschien nog de zaal uit.” (lacht)
Veerle: “Ook op dat vlak is een film inderdaad iets
anders dan een boek. Een roman kan je even
wegleggen als het je als lezer te veel wordt,
maar met een film gaat dat natuurlijk niet.
Ik wilde met Het Smelt ook zeker geen moeilijke
arthousecinema maken, maar een prent die een
breed publiek aanspreekt. Daarom moesten we het
scenario wel iets minder donker maken. Bijvoorbeeld:
in Lizes boek zijn Pim (Tim in de film) en
Laurens, de ‘Musketiers’ met wie Eva als jong meisje
optrekt, al vanaf de eerste bladzijde heel gemeen.
In de film hebben we dat toch anders aangepakt.
Daarin zie je hoe die twee jongens evolueren van
onschuldige kinderen naar iets gevaarlijkers. Geen
van de kinderen in de film is zomaar een slechterik
of pestkop. Ze worstelen allemaal wel met iets – de
scheiding van hun ouders, de dood van een broer,
een afwezige moeder. Ze zitten elk op hun eigen
manier niet goed in hun vel.”
Ben je ook een kijkje durven gaan nemen op
de set, Lize?
Lize: “Ja, een speciale, bijna hartverwarmende
ervaring was dat. Plots stond ik daar midden in een
scène die ik zelf ooit had zitten schrijven, eenzaam
achter mijn bureautje. Het voelde een beetje alsof
ik thuiskwam in mijn eigen boek. De dag dat ik
de set bezocht, werd er net een heftige scène
opgenomen met de jonge acteurs. Hoe Veerle die
kinderen uitdaagde om het beste van zichzelf te
geven voor de camera, maar ze tussen de takes
door ook op hun gemak stelde: daar was ik erg van
onder de indruk.”
Het cliché zegt nochtans dat je in de filmwereld
maar beter niet met kinderen of dieren werkt.
Veerle: “Niets van! Het klopt wel dat je met jonge
acteurs anders moet omgaan dan met oudere,
professionele acteurs. Je moet hen wat meer
begeleiden, meer met hen bezig zijn, zodat ze zich
volledig durven geven. Maar als je daar als regisseur
in slaagt, kunnen er echt prachtige dingen ontstaan
voor je camera.”
De lezers van ‘Het smelt’ herinneren zich vast nog
de gruwelijke climax waarin Eva haar jeugdige
onschuld definitief kwijtraakt. Was dat voor jou
ook de moeilijkste scène om te verfilmen, Veerle?
Veerle: “Tijdens het schrijven hebben we daar
inderdaad lang op zitten kauwen: hoe brengen we
die scène zo sterk mogelijk, maar ook met zoveel
mogelijk respect voor mensen die ooit zelf het
slachtoffer werden van iets soortgelijks?”
In jouw roman is wegkijken alvast geen optie, Lize.
Daar beschrijf je wat Eva overkomt tot in het
kleinste detail.
Lize: “Een bewuste keuze: het hele boek lang zit je
als lezer al mee in het hoofd van Eva, die alles
rondom haar messcherp observeert en beschrijft.
Dan was het toch flauw geweest om, net op dat
belangrijke moment, weg te kijken als schrijver? Ik
wilde net dicht bij Eva blijven, haar niet in de steek
laten. Toch heb ik best veel commentaar gekregen
op die scène. Sommige lezers vonden het hard –
zelfs bijna pervers – dat ik die traumatische gebeurtenis
zo open en bloot beschreef. Maar ik vind het
net pervers dat we bij zulke gewelddadige scènes
geleerd hebben om weg te kijken. Zeker als het om
vrouwen gaat.”
Veerle: “Ook in de film wilden we tijdens die
sleutelscène zo dicht mogelijk bij Eva blijven. Het is
ook een van de weinige scènes waarvoor ik ben
gaan polsen in mijn omgeving: ‘Wat vind jij ervan?
Is het te hard? Niet hard genoeg?’ Ik wilde precies
aftasten hoe ondraaglijk ik ze kon maken, zonder
dat mijn publiek zou afhaken.”
Lize: “Je mag een publiek ook niet onderschatten,
denk ik. Er zullen vast veel vrouwelijke kijkers zijn
die het net waarderen dat je dat geweld eens recht
in de ogen hebt gekeken.”
Ben je als schrijver destijds niet heel diep moeten
gaan voor die scène, Lize?
Lize: “Het was inderdaad best pijnlijk om dat zo in
detail neer te pennen. Tijdens het schrijven word je
als het ware even je personage. Om dat personage
dan aan zoiets gruwelijks te onderwerpen, is
eigenlijk een vorm van zelfkastijding. Tegelijk
koppel je je als schrijver ook los. Als ik achter mijn
bureau zit, zit ik niet de hele tijd te denken: wat
vind ik hier nu zelf van? Ik schrijf in een staat van
verdoving, waardoor ik zelf niet altijd doorheb
hoever ik aan het gaan ben.”
Veerle: “Daar schrok je tijdens de opnames ook van:
‘Wow, wat een heftige scène is me dat hier?’ Terwijl
jij degene was die ze had verzonnen.”
Lize: (knikt) “Pas toen ik sommige scènes in de film
tot leven zag komen, dacht ik: wat heb ik mijn lezers
in godsnaam aangedaan? Ik heb soms letterlijk
tussen mijn vingers door naar het scherm zitten
kijken, zo hard kwam het allemaal binnen. Ik vind
vooral dat Veerle de vreselijke, verlammende
eenzaamheid van Eva goed in beeld heeft
gebracht. Er is een scène die niet in het boek zat
maar wel in de film, waarin de jonge Eva wordt
afgewezen door haar moeder. Elke keer als ik die
scène zie, moet ik huilen … Zo hartverscheurend
vind ik ze. Ze vat ook precies wat ik in mijn boek
heb proberen te beschrijven.”
Hoe blik je nu, na al die jaren, terug op je debuut,
Lize? ‘Het smelt’ maakte van jou in één klap een
literaire ster hier in Vlaanderen.
Lize: “Als ik er nu op terugkijk, besef ik dat ik ‘Het
smelt’ vanuit een héél donkere plek in mezelf heb
geschreven. In zekere zin heeft dat boek dan ook
mijn leven gered. Ik móést dat verhaal gewoon
neerschrijven, moest het uit mijn systeem krijgen.
Ik denk tegelijk niet dat ik het vandaag nog zou
kunnen schrijven. Ondertussen ben ik milder
geworden en heb ik een aantal dingen uit mijn
eigen verleden beter verwerkt. Dat ‘Het smelt’ dan
ook nog eens meteen zoveel waardering kreeg, van
critici én van lezers, daar ben ik nog altijd dankbaar
voor. Ik had nooit gedacht dat mijn verhaal zo
herkenbaar zou zijn voor lezers. Uit die enthousiaste
bijval put ik nog altijd veel troost. En
vertrouwen: als alles goed gaat, komt volgend jaar
mijn nieuwe boek uit.”
En jij, Veerle, hoe blik jij terug op jouw debuut in de
regiestoel?
Veerle: “Het was een heftig traject, maar eerlijk: het
smaakte zeker naar meer. Ik ben zelfs al bezig aan
mijn volgende regieproject, maar veel kan ik daar
nog niet over zeggen …”
We zijn benieuwd. Bedankt voor het gesprek!
"Seksueel geweld is als moord. De persoon die je was, komt nooit terug." - Karin Slaughter
Publiekslieveling Karin Slaughter was in juni nog te gast bij Standaard Boekhandel
in Vlaanderen. Haar ‘Na die nacht’ zou de hele zomer in de top 10 staan, en as we
speak zit de Queen of Crime in haar schrijvershuis te broeden op een volgend
boek. En jawel, dat wordt opnieuw een Will Trent-thriller!
Karin, je schrijft in een huis ver weg van
alles en iedereen, van zonsopgang tot
zonsondergang. Kan dat niet
comfortabeler?
Karin Slaughter: (lacht) “Ja, het is zo stom.
Dat komt nog van vóór schrijven mijn
fulltimejob was. Ik stond toen om vijf uur
op, schreef enkele uren en moest dan naar
mijn werk. En zodra ik weer thuiskwam,
schreef ik verder. In het weekend blééf ik
schrijven. Die job heb ik niet meer nodig,
maar de routine is gebleven: gedurende een
paar weken ben ik tot zestien uur per dag
volledig gefocust op het verhaal. Nu ik
ouder ben, voel ik wel dat mijn lichaam de
tol betaalt voor dat lange zitten. Maar ach,
het is nu eenmaal hoe ik het doe.”
Je bent opnieuw bezig aan een Will Trent.
Hoe beslis je of een boek een standalone
wordt of een deel van de reeks?
”Dat hangt af van het verhaal. Als ik een idee
heb voor Will en Sarah, wil ik zeker zijn dat
het geweldig is. Natuurlijk wil ik nooit een
slecht boek schrijven, maar zéker geen
slechte Will en Sarah (lacht). Dat zou een
belediging zijn voor mijn lezers. Alles moet
juist zitten. Ze zijn tegenwoordig behoorlijk
gelukkig in hun relatie, en dat is moeilijk.
Het is veel makkelijker om te schrijven over
mensen die ruziemaken en uit elkaar gaan.
Maar Will en Sarah hebben het goed samen:
ik moet daar respect voor hebben.”
In ‘Na die nacht’ keer je terug naar Sarahs
verleden, een verkrachting jaren geleden.
Zelden las ik zo’n aangrijpende thriller.
“Omdat vrouwen in de VS zoveel rechten
op hun lichamelijke autonomie zijn
kwijtgespeeld, wilde ik via Sarah schrijven
over seksueel geweld en hoe het je hele
leven beïnvloedt, en ook dat van de mensen
om je heen. Verkrachting is als een moord,
want de persoon die je voordien was komt
nooit meer terug. Die onbezorgdheid is voor
altijd weg. Daar komt ook de titel van het
boek vandaan, want na die nacht was alles
voor Sarah anders.”
Je maakt er een universeel verhaal van,
zegt tegen iedereen die het heeft
meegemaakt: jou treft geen schuld.
“We moeten stoppen met vrouwen te
zeggen dat ze maar geen korte rok moesten
dragen, en beginnen met mannen te zeggen
dat ze niet moeten verkrachten. Weet je, ik
vertel geen sprookjes waarin de man de
vrouw komt redden. Ik schrijf over vrouwen
en hun kracht. Verhalen van geweld zijn
altijd complex, maar het gebeurt te vaak en
dat is verschrikkelijk. Met mijn boeken hoop
ik vrouwen een taal te geven om erover te
praten.”
"Ik ben blij dat 'WIL' me pas op latere leeftijd is overkomen." - Jeroen Olyslaegers
‘WIL’, de oorlogsroman die in 2016 de Vlaamse literatuur volledig op haar
kop zette, werd dit jaar eindelijk verfilmd. Het publiek was alvast diep onder
de indruk: wat een mokerslag van een film. Benieuwd of Jeroen Olyslaegers
daar ook zo over denkt.
De film werd bedolven onder de lovende
reacties. Wat vond u er zelf van?
Jeroen Olyslaegers: “Eerlijk: ik vond het een
rollercoaster van een film. De eerste keer
dat ik hem zag, ben ik emotioneel helemaal
onderuitgegaan. De tranen liepen over mijn
wangen. In het begin schaamde ik me daar
een beetje voor. Was het niet narcistisch,
om zo ontroerd te raken door mijn eigen
materiaal? Tot ik besefte dat die tranen
meer te maken hadden met een soort
flashback: door de film te bekijken, werd ik
teruggekatapulteerd naar de periode waarin
ik zelf aan ‘WIL’ schreef. Dat was zo’n
emotionele, diepgaande ervaring, die ik in
de cinemazaal even helemaal opnieuw
beleefde.”
Was u destijds meteen te vinden voor een
verfilming van ‘WIL’?
“Aanvankelijk was ik toch op mijn hoede. Als
ik nog maar het vermoeden kreeg dat de
makers snel wat geld wilden verdienen aan
mijn boek, zou ik meteen ‘nee’ zeggen.
Gelukkig had ik dat gevoel bij Tim (Mielants,
de regisseur, red.) en de andere makers
totaal niet. Integendeel, ik zag meteen het
vuur in hun ogen, de goesting om er
volledig voor te gaan. (lachje) Dat moet ook,
als je in ons land een film wilt maken.”
Hoe vreemd is het om als schrijver je personages
tot leven te zien komen op het grote
scherm?
“Langs de ene kant is zo’n verfilming
inderdaad heel bevreemdend, omdat het
een gigantische machinerie in gang zet: dat
budget, die sets, die Hollywoodachtige
cinematografie ... Als schrijver sta je daar
een beetje verdwaasd naar te kijken. Maar
langs de andere kant voelde het voor mij
ook intiem aan, omdat ik Tim Mielants als
een artistieke vriend beschouw. Tim en ik
delen een fascinatie voor dezelfde thema’s.
Zo zijn we allebei heel erg bezig met wat het
nu precies betekent om man te zijn. Het valt
me telkens weer op dat mannen in staat zijn
tot de wreedste dingen, om toch maar bij de
groep te horen. Dat thema speelt een
prominente rol in ‘WIL’ én ook in de andere
films van Tim.”
In hoeverre wijkt de film af van uw boek?
“Het zijn toch twee verschillende dingen.
De film is opgebouwd als een echte thriller,
die de kijker meetrekt in een verschrikkelijke
nachtmerrie. Dat thrillerelement is veel
minder aanwezig in mijn boek. Maar: de
morele confrontatie, die de gloeiende kern
van de film vormt, lijkt wel heel erg op het
dilemma dat ik in mijn boek poneer. Kijk, ik
heb ‘WIL’ nadrukkelijk geschreven om een
groot publiek te bereiken, maar níét om
dat publiek te behagen. Ik wou de lezer
dwingen om eens goed na te denken: ‘Wat
zou jij hebben gedaan in de plaats van Wilfried?’
Die prangende kwestie zit ook in
de film, alleen is het verhaal errond totaal
anders opgebouwd. In mijn boek trek ik de
lezer langzaam mee, terwijl de film je
binnen de twee uur te grazen neemt, om je
daarna beduusd de cinema uit te sturen.”
Hoe kijkt u nu, zeven jaar na de publicatie,
terug op het reusachtige succes van ‘WIL’?
“Eigenlijk ben ik blij dat dat succes me pas
op latere leeftijd is overkomen. Die periode
was bij momenten zo heftig. Al was ik
natuurlijk ook dolgelukkig dat zoveel
mensen mijn boek meteen in de armen
sloten.”
Heeft het succes u ook iets over uzelf
geleerd?
“Het heeft me wel doen inzien hoeveel
belang ik hecht aan mijn publiek. Tegen een
publiek kan je als auteur – of acteur of
muzikant – niet liegen, want ze ruiken het
meteen als je niet oprecht bent. Maar als ze
merken dat je de lat hoog legt én je slaagt
ook nog in je opzet, dan zijn ze je voor
eeuwig dankbaar. Dat is me bij ‘WIL’
overkomen: ik vond een publiek dat me
dankbaar was voor wat ik gemaakt had,
waardoor mijn zelfvertrouwen een enorme
boost kreeg. Die steun stuwt me nog altijd
vooruit, doet me nog groter dromen en
dieper graven als schrijver. Voor ‘WIL’ ben ik
voor het eerst all the way gegaan. Sinds dat
succes ben ik vastbesloten om alleen nog
maar verhalen te schrijven waarbij de lat
hoog ligt. Héél hoog.”
Ana Huang, bekend van de #BookTok-sensatie 'Twisted'
Haar ‘Twisted’-boeken vliegen bij ons de deur uit en dat is niet verwonderlijk. Een
flinke snuif romantiek, een stevige shot mannelijk schoon en een sterke heldin:
ziedaar de onweerstaanbare, verslavende mix van haar bestsellers. Ook op TikTok
scheert de Amerikaanse met Chinese roots hoge toppen.
Hoe zou je zelf het genre van je
‘Twisted’-serie omschrijven?
Ana Huang: “Mijn boeken zijn niet zo
makkelijk te categoriseren. Is het dark
romance? Of toch contemporary romcom?
Volgens mij zijn ze een mix van die twee. Ik
schrijf romantische verhalen, maar met een
donker tintje. Als je van romcoms houdt,
maar eens iets gevaarlijkers wil lezen, zijn ze
zeker iets voor jou.”
Welk personage uit je serie leunt het
dichtst bij jezelf aan?
“Da’s ongetwijfeld Stella uit ‘Twisted Lies’.
We zijn allebei introverte types en delen
dezelfde angsten en onzekerheden. Helaas
wacht ik zelf nog altijd op mijn droomvent,
mijn eigen Christian Harper. (lacht) Weet je,
over personages schrijven is een veilige
manier om als auteur je eigen gevoelens
onder de loep te nemen. Soms voelt het
bijna als therapie aan.”
Welke YA-boeken las je zelf de voorbije
maanden?
“‘Fourth Wing’ van Rebecca Yarros vond ik
hartverscheurend mooi. Ik ben ook dol op
fantasyverhalen, zoals ‘Once Upon A Broken
Heart’ van Stephanie Garber.”
Je bent enorm populair op #BookTok. Wat
vind je zelf van die boekenhype op TikTok?
“Ik vind het fascinerend. Mond-tot-mondreclame
is altijd belangrijk geweest om van
een boek een succes te maken. #BookTok is
ook mond-tot-mondreclame, maar dan op
een gigantische schaal. Vooral romantische
boeken krijgen dankzij TikTok eindelijk de
aandacht die ze verdienen, maar eigenlijk
hebben sociale media boeken in het
algemeen weer cool gemaakt. Toen ik
jonger was, was lezen toch vooral iets voor
verlegen, onzekere nerds zoals ikzelf. (lacht)”
Gebruik je sociale media ook om het
contact met je fans te onderhouden?
“Zeker. In het begin maakte ik er een punt
van om op elk bericht te reageren, maar dat
hield ik gewoon niet vol. Af en toe moet ik
me ook afschermen van al die input van
buitenaf en gewoon naar mijn eigen stem
luisteren. Als ik te veel met de mening van
anderen bezig ben, kan dat me een beetje
verlammen als schrijver.”
Zijn er nog genres of tropes (typische
plotelementen, red.) die je graag in een
boek wil verwerken?
“In mijn nieuwste boek, ‘King of Greed’, heb
ik me voor het eerst aan de marriage-incrisis-
trope gewaagd. Superleuk! Stiekem
wil ik ooit ook een fantasyboek schrijven,
omdat ik dat genre zelf zo graag lees.”