Tijdens de Eerste Wereldoorlog valt Duitsland grote delen van België en Noord-Frankrijk binnen. Het bezettingsregime is hardvochtig, structureel repressief en staat volledig ten dienste van de militaire eindoverwinning. De invasie en de bezetting hebben ook voor gevolg dat het nationale politieke niveau in België en Frankrijk gaandeweg wegvalt. Burgemeesters en gemeentebesturen krijgen daardoor een cruciale verantwoordelijkheid in het dagelijkse leven tijdens de oorlog.
Als laatste vertegenwoordigers van het Belgische en Franse staatsgezag blijven zij bij het begin van de oorlog op post. Vier jaar lang verdedigen zij naar best vermogen de belangen van de lokale bevolking. Eenvoudig is dat allerminst, want het takenpakket is omvangrijk: tijdens schaarste de voedselvoorziening in goede banen leiden, het openbare leven gaande houden, de orde handhaven en meedraaien in de Duitse bezettingspolitiek. Daarbij moeten burgemeesters non-stop laveren tussen de belangen van de lokale bevolking en de eisen van de bezetter. Of het nu gaat om dichtbevolkte stadskernen zoals Antwerpen, Rijsel, Brussel of Gent, steden en gemeenten met een sterk industrieel profiel zoals Aalst of zelfs kleine rurale dorpsgemeenschappen: overal brengt dit tal van moeilijke keuzes en netelige kwesties met zich mee.
‘Dit onmisbare boek analyseert de belangrijke, vaak ondankbare, achteraf moeilijk te ontcijferen rol van burgemeesters in het bezette België en Noord-Frankrijk van ‘14-’18. Een heldenrol? Nee - maar wel een cruciale rol. Lees dit boek.’
Sophie De Schaepdrijver, Pennsylvania State University
‘Een verhelderend en verbazend boek. Een innoverende analyse over lokaal bestuur tijdens de Eerste Wereldoorlog, even grondig als vlot beschreven, die de collaboratieproblematiek in 1940-1944 in een ruimer en meer inzichtelijk perspectief plaatst.’
Herman Van Goethem, Universiteit Antwerpen
We publiceren alleen reviews die voldoen aan de voorwaarden voor reviews. Bekijk onze voorwaarden voor reviews.